• Meest beweeglijk • Kan bijna helemaal ronddraaien
Slide 10 - Tekstslide
Scharniergewricht
• Elleboog • Verbinding tussen ellepijp en opperarmbeen • Één richting
Slide 11 - Tekstslide
Rolgewricht
• Onderarm • Verbinding tussen spaakbeen en ellepijp • Spaakbeen rolt om de ellepijp • Bij het open en dichtdraaien van een kraan
Slide 12 - Tekstslide
Zadelgewricht
• In je duim tussen handwortelbeentjes en middenhandsbeentjes • duim kan twee richtingen op bewegen • Duim kun je hierdoor tegenover je vingers plaatsen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Waar kan je lichaam door bewegen
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
Slide 15 - Quizvraag
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
staartbeen
B
wervelkolom
C
lendenwervels
D
heiligbeen
Slide 16 - Quizvraag
De botten in je wervelkolom heten:
A
wervelkolommen
B
kraanbeenringen
C
wervels
D
uitstulpingen
Slide 17 - Quizvraag
Al je botten in je lichaam vormen samen het:
A
schedel
B
beenderstelsel of skelet
C
wervels
D
bekken
Slide 18 - Quizvraag
Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit:
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel Halswervels hebben wij?
A
6
B
5
C
9
D
7
Slide 20 - Quizvraag
het babyskelet bestaat vooral uit:
A
kalk
B
lijmstof
Slide 21 - Quizvraag
Tussen de wervels zitten:
A
kraakbeenschijven
B
schokwervels
C
beenschijven
D
wervelschijven
Slide 22 - Quizvraag
Wat zit er tussen een bot en een spier?
A
Spierbundel
B
Spiervezel
C
Pees
D
Vlies
Slide 23 - Quizvraag
Kraakbeen is
A
Buigzaam
B
Niet buigzaam
Slide 24 - Quizvraag
In de gewrichtskom en op de gewrichtsknobbel zit een dun laagje
A
spieren
B
zenuwen
C
kraakbeen
Slide 25 - Quizvraag
Je armen en benen bewegen door
A
Gewrichten
B
Kraakbeen
C
Pezen
D
Vergroeiing
Slide 26 - Quizvraag
Je schedel bestaat uit een aantal platte beenderen die door ............ aan elkaar zitten
A
Gewricht
B
Naadverbinding
Slide 27 - Quizvraag
Je ribben zitten met .............. vast aan je borstbeen
A
Spieren
B
Gewrichten
C
Botten
D
Kraakbeen
Slide 28 - Quizvraag
De spieren met pezen zitten vast aan de botten
A
juist
B
onjuist
Slide 29 - Quizvraag
Welke beweging kan je duim veel beter maken dan je vingers?