Les 3, Via Vooraf, Op weg naar 1 F, Thema 1 Hst 2. Spelling en Grammatica

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

 Via vooraf , Op weg naar 1F

Thema 1, Hoofdstuk 4. schrijven

Doel

Aan het einde van deze les:

*Weet jij wat een zin is.

*Weet jij wat een spatie is.

*Ken jij drie leestekens: - punt

- vraagteken  en - uitroepteken

Leerdoelen Gedrag

​- je werkt alleen

- je concentreert je op je werk

- het is stil in de klas

Je leert verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen werk

Theorie

Een zin.

Een zin is een groep van woorden die bij elkaar horen. Deze zinnen staan in een bepaalde volgorde. 

De ruimte tussen de woorden noemen we een spatie.

Spaties zorgen ervoor dat een zin leesbaar is.

Theorie

Een zin begint met een hoofdletter.

Een zin eindigt met een leesteken.

Een leesteken vertelt je hoe je de zin moet lezen.

Leestekens aan het einde van de zin:

-punt.

-vraagteken.

-uitroepteken.

Lees de zin. Type de zin over.
Gebruik hoofdletter en leestekens daar waar nodig.

ik heb vertrouwen in mezelf

Lees de zin. Type de zin over.
Gebruik hoofdletter en leestekens daar waar nodig.

ik heb elke week contact met mijn familie

Opdracht 1 

Je probeert een sms te maken volgens de opdracht.

Eerst een kladversie.

Deze kladversie laat je aan een groepsgenoot zien. Je krijgt tips en tops.

Daarna herschrijf je de sms en laat je hem zien aan mij

Opdracht 2 

Je neemt de theorie door

Je schrijft zelf de clubkaart en denkt om de hoofdletters! 

Spreken en luisteren hoofdstuk 5

Na de luisterfragmenten

We nemen samen de theorie door.

Wat ga je doen?

In tweetallen: Je gaat jezelf voorstellen aan een klasgenoot maar je doet net of je deze persoon niet kent. 

Studiemeter

www.studiemeter.nl  Log in .

1. klik op Nederlands 

2. klik op Start taal online

3. klik op Via-vooraf op weg naar 1F

4. klik op thema 1 

5. Maak de oefeningen "moeilijke woorden" en 

    "spelling en grammatica" 

Terugblik

Rood: Ik heb ondanks meerdere waarschuwingen mijn gedrag helemaal niet veranderd.

Oranje: Ik laat niet wenselijk gedrag zien en pas me niet of nauwelijks aan.

Geel: Ik laat wenselijk/goed gedrag zien.

Groen: Ik laat meerdere keren en voor een lange tijd wenselijk/goed gedrag zien.