H5 18.02.2022 online

Periode 2

Gespreksvaardigheid deel 2: presentatie 10 minuten
weging deel 1 en deel 2 : 15
Literatuur: boektoets weging 10X
( boek lezen in periode 2)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Periode 2

Gespreksvaardigheid deel 2: presentatie 10 minuten
weging deel 1 en deel 2 : 15
Literatuur: boektoets weging 10X
( boek lezen in periode 2)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

periode 3

Toetsweek schrijfvaardigheid:
opstel/essay op basis van Nederlandstalig artikel

CE voorbereiding

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

die Verwandlung
10 meerkeuzevragen
5 open vragen
verhouding 2/3 - 1/3 ook in waardering.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was machen wir in dieser Stunde?
_ geslachtregels
- Aussprache
- Wiederholung Grammatik
- inleveren intro presentatie
- rest invulling naar keuze

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Erklärung: Vokale (klinkers)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Umlaut

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

jetzt du!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welche Aussprache ist richtig?
Kuh
A
oe
B
uu

Slide 10 - Quizvraag

du
Welche Aussprache ist richtig?
hören
A
o
B
eu
C
oi
D
oo

Slide 11 - Quizvraag

Wörter
Welche Aussprache ist richtig?
Mädchen
A
a
B
aa
C
e
D
ee

Slide 12 - Quizvraag

käse
Aussprache - Zischlaute

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache
Wie sagt man:

Kapitän
Sauer
Spaß
Spät


Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache
Wie sagt man:
Spaß
Spät
üben
Sein
Polizei
hören


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"g" - "ch"
de "g" klinkt als Engelse "g" > goodluck - Gutemorgen

ch
na "a - o u of au" (AUTO) klinkt de "ch" hard (ach-laut): lachen
na andere klanken zacht (ich-laut): Milch, leicht


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ich-Laut
Ach-Laut
Nacht
Tochter
Töchter
München
leicht
brauchen
Rechnung
Handtuch

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

  1. groß
  2. gern
  3. Gemüse
  4. Grünkohl
  5. Gurke
  6. Geburtstag
  7. Honig
  8. wenig
  9. wichtig
  10. ruhig
  11. zwanzig
  12. dreißig 
  1. ich
  2. acht
  3. Milch
  4. Pech
  5. auch
  6. Buch
  7. Lachs
  8. Wachs
  9. Fuchs
  10. Ochs
  11. sechs
  12. Wachs 
Aussprache g & ig
Aussprache ch & chs

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aussprache
  • Ich-Laut & Ach-Laut

  • ch nach a, o, u und au --> Ach-Laut
  • ch nach andere Vokale (klinkers) und Konsonanten (medeklinkers)  --> Ich-Laut (zachte g)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mannelijke persoons- en diernamen
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Veel onzijdige woorden in het Nederlands (het-woorden)
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De namen van de dagen, de maanden, de jaargetijden en de windrichtingen:
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De meeste dingen die eindigen op –e:
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woorden die eindigen op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ur, -ei, -ik, -ion, -tät:
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het wiel
_____ Rad
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de bestuurder
____ Fahrer
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het oosten
____ Osten
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de haan
____ Hahn
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

de Lamp
____ Lampe
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

het boekje
_____Büchlein
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de voorzetsels aus, bei, mit, nach, von, seit, zu volgt ____
A
naamval 3
B
naamval 4

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Na de voorzetsels durch, für, ohne , um, bis volgt______
A
naamval 3
B
naamval 4

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies