Fictie - Herhaling

Socialiseren
Pak je laptop (dicht laten) 
leesboek, pen en schrift. 

mobiel = weg.


geen eten en drinken
timer
5:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Socialiseren
Pak je laptop (dicht laten) 
leesboek, pen en schrift. 

mobiel = weg.


geen eten en drinken
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Zelfstandig werken
- deze les werken aan je Fictie, 
- hand opsteken als je een vraag hebt
- eindopdracht mailen naar mij:
b.vaneker@bc-enschede.nl

Klaar? Leren voor toets woordenschat



timer
35:00

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag 
werkles         Fictie -dossier

Herhaling theorie  - 5 minuten

Aan de slag - 30 minuten

Slide 5 - Tekstslide

Fictie zijn verzonnen verhalen of teksten
&
non-fictie zijn verslagen of teksten die gebaseerd zijn op feiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Fictie
- Doel: amuseren
- Beleving
- Blijft tot het einde boeiend


Leesboeken, strips, songteksten, gedichten, reclame en films.
Non-fictie
- Doel: informeren
- Overzichtelijk informatie weergeven
- Feiten

Leerboeken, kranten, fotoboeken, nieuwsberichten, documentaires en naslagwerk.

Slide 7 - Tekstslide

Genres
'Soort' verhaal
Ook wel thema
Film, boek, stripboek of serie

Slide 8 - Tekstslide

Welke genres ken je al?

Slide 9 - Woordweb

Type = personage met meerdere kanten, niet alleen het uiterlijk is belangrijk maar ook het innerlijk.

Karakter = personage dat snel herkenbaar is door een uiterlijk kenmerk en aan een overdrijving van een eigenschap.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Type
Personage dat snel herkenbaar is door een uiterlijk kenmerk en aan een overdrijving van een eigenschap.

Een held is dapper en eerlijk. Een schurk zier er onbetrouwbaar uit en is heel gemeen.
Karakter
Personage met meerdere kanten, niet alleen het uiterlijk is belangrijk maar ook het innerlijk.

Door de scheiding van haar ouders verandert de hoofdpersoon van een vrolijk en uitbundig naar een stil en teruggetrokken meisje.

Slide 11 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met een bepaalde omgeving?

Slide 12 - Open vraag

Een plot is het einde van een verhaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Plot/verhaallijn
Hoe alles in elkaar zit en hoe het gebeurt.

Technieken:
- Overspringen tussen verhaallijnen
- Cliffhanger
- Uitstellen van ontknoping
- Plotwending

Slide 14 - Tekstslide

Realistische fictie = verzonnen verhalen die echt gebeurd zouden kunnen zijn.

Niet-realistische fictie = Verzonnen verhalen die niet echt kunnen gebeuren.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Zelfstandig werken
- deze les werken aan je Fictie, 
- hand opsteken als je een vraag hebt
- eindopdracht mailen naar mij:
b.vaneker@bc-enschede.nl

Klaar? Leren voor toets woordenschat



timer
35:00

Slide 16 - Tekstslide

Lees de tekst met mij mee.


Slide 17 - Tekstslide

Leg de titel van het verhaal uit. Waarom heet het verhaal "Het jaar van de leugen"?

Slide 18 - Open vraag

Is deze tekst fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 19 - Quizvraag

Wat is de genre van deze tekst? Leg uit waarom jij voor dit genre hebt gekozen.

Slide 20 - Open vraag

Wie zijn de personages in het verhaal?

Slide 21 - Open vraag

Beschrijf de setting van het verhaal.

Slide 22 - Open vraag

Is het verhaal realistisch of niet-realistisch?
A
Realistisch
B
Niet-realistisch

Slide 23 - Quizvraag

Toets fictie
Vandaag inleveren 8 februari , filmdossier periode 6.
Dit staat ook in Som.


Slide 24 - Tekstslide