Begeleiden, les 26, leerjaar 2

Maatschappelijke ontwikkelingen
P-K1-W2
 

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BegeleidenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Maatschappelijke ontwikkelingen
P-K1-W2
 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- AWR
- filmpje
- terugblik en vooruitblik
- Leerdoelen
- theorie
- Leerdoelen behaald?
- Volgende week
- Opdracht Thieme Meulenhoff
- Hoe vond je de les?




Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik & Vooruitblik
Vorige les hebben we het over behandeling en begeleiding bij psychotische stoornissen gehad

Vandaag gaan we het hebben over maatschappelijke ontwikkelingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Aan het eind van de les kan je uitleggen wat belemmeringen zijn bij maatschappelijke participatie
- Aan het eind van de les kan je uitleggen wat stigmatisering is
- Aan het eind van de les kan je uitleggen wat vermaatschappelijking is

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De volgende onderwerpen komen aan bod
  • veranderingen in de GGZ;
  • belemmeringen bij maatschappelijke participatie;
  • stigmatisering;
  • vermaatschappelijking;
  • nieuwe media en technologie.













Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veranderingen in de GGZ
  • iedere tijdsperiode eigen manier van omgaan met zieken
  • langer thuiswonen
  • eigen regie
  • meer ambulante begeleiding



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Versterking van de positie van de cliënt
In de GGZ wordt veel aandacht besteed aan de versterking van de positie van de cliënt. De stem van de cliënt is erg belangrijk. Er wordt steeds beter geluisterd naar wat de cliënt wil. Ook de overheid vindt het belangrijk de positie van mensen met psychische klachten te versterken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorg op maat
In Nederland staat de kwaliteit van zorg en begeleiding op een hoog niveau. Alle gezondheidszorgorganisaties gaan inmiddels uit van de individuele ondersteuningsvraag van de cliënt, en niet van het aanbod. Zorg op maat krijgt een grote nadruk. De afgelopen jaren hebben GGZ-organisaties hun zorgaanbod steeds flexibeler gemaakt. Veel organisaties boden jarenlang alleen 24-uurszorg, maar nu zijn er mogelijkheden voor dagbehandeling en begeleiding bij zelfstandig wonen. Toch is niet alles goed geregeld. Sommige mensen vallen buiten de boot.










Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij de omschrijving?
De mate waarin iemand in staat is om voor zichzelf te zorgen.
A
zelfregie
B
ondersteuning op maat
C
zelfredzaamheid
D
zelfstandigheid

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om professionele GGZ-zorg te krijgen, moeten mensen gediagnostiseerd zijn met een psychiatrische stoornis op basis van de DSM-5. Veel deskundigen in de GGZ hebben kritiek op de DSM-5. Zij vinden dat de DSM-5 te veel nadruk krijgt. Het systeem en de diagnose komen centraal te staan en niet de cliënt en de behoeften en wensen van mensen met psychiatrische stoornissen.


Een ander kritiekpunt is dat de DSM-5 stigmatisering in de hand werkt. Wanneer de cliënt eenmaal een diagnose heeft, bijvoorbeeld de diagnose ‘depressieve stoornis’ dan is het heel moeilijk daar nog vanaf te komen.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Professionalisering
De deskundigheid die in de loop van de jaren in de GGZ is opgebouwd, is enorm. Als je de zorg van nu vergelijkt met die van vijftig jaar geleden, is het een wereld van verschil. De GGZ neemt allerlei maatregelen die voor de toekomst moeten zorgen voor nóg betere zorg en begeleiding. De inhoud van opleidingen wordt steeds vernieuwd, er komen beroepen en functies bij (zoals agogisch medewerker GGZ!) en voor medewerkers in de GGZ is regelmatig bijscholen verplicht.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Participatie in het maatschappelijk leven
Maatschappelijke participatie houdt kort gezegd in: het kunnen leven in de samenleving als ieder ander. Het gaat om participatie op drie terreinen: wonen, werk/dagbesteding, en vrije tijd. Cliënten willen ook blijven deelnemen aan de maatschappij ondanks hun psychiatrische stoornis. Ze willen blijven participeren. Ze willen niet op een zijspoor gezet worden.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belemmeringen bij maatschappelijke participatie
Mensen met een psychische ziekte willen graag deelnemen aan het sociale en maatschappelijke leven. Ze willen als gelijkwaardig en volwaardig medemens worden gezien. Toch lukt dit niet altijd. Redenen hiervoor zijn:



  • Beperking van de cliënt
  • voorzieningen niet aanwezig
  • ondersteuningsbehoefte sluit niet aan bij de realiteit

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goed voorbeeld van participatie
A
chronisch zieke die een uitkering ontvangt
B
chronisch zieke met een aangepaste werkplek
C
Week van de chronisch zieke

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maatschappelijke belemmeringen
Veel voorkomende maatschappelijke belemmeringen voor mensen met psychiatrische stoornissen zijn:
  • opvattingen over hulpverlenen
  • belemmeringen in het werk
  • financiële belemmeringen
  • sociale en communicatieve belemmeringen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stigmatisering
Stigmatisering wil zeggen het toekennen van een sterk negatief sociaal kenmerk aan personen of groepen, dat de manier beïnvloedt waarop mensen zichzelf zien en gezien worden door anderen.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormen van stigma’s
Bij stigmatisering is het belangrijk om verschil te maken tussen verschillende vormen van stigma’s.

  • Publiek stigma: het gaat om stigmatisering vanuit de maatschappij.
  • Zelfstigma of geïnternaliseerd stigma: de cliënt past de – veronderstelde – negatieve oordelen van anderen toe op zichzelf en gaat ervan uit dat deze waar zijn.
  • Structureel stigma: stigma verankerd in cultuur en wet- en regelgeving.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is stigmatiseren?
A
Het meten hoeveel mensen een beperking hebben
B
Het negatief labelen van een groep personen
C
Negatief praten over gehandicapten
D
Uitleg geven over psychische problemen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstigma
Zelfstigma vindt plaats op vier onderdelen:

  1. Zichzelf naar beneden halen. De cliënt doet uitspraken zoals: ‘Ik voel me vaak de minste in gezelschap’. ‘Ik ga niet naar dat verjaardagsfeestje, mensen vinden mij vreemd.’
  2. Zichzelf tekort voelen schieten. De cliënt doet uitspraken zoals: ‘Ik tel maatschappelijk niet meer mee.’ Of: ‘Het heeft geen zin meer om te solliciteren, ik heb toch niet genoeg competenties.’
  3. Zich sociaal terugtrekken. De cliënt doet uitspraken zoals: ‘Ik kan net zo goed thuisblijven.’
  4. Angst voor publiek stigma. De cliënt doet uitspraken zoals: ‘Ik ben bang dat mensen niet meer met me om willen gaan als ze horen dat ik in behandeling ben bij de GGZ.’



Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begeleiden bij zelfstigma
  • Ga geregeld met de cliënt in gesprek over zelfstigma. Bekijk of het zinvol is het als onderdeel op te nemen in het ondersteuningsplan.
  • Kijk samen wat voor de cliënt goede manieren zijn om zelfstigma tegen te gaan, welke copingsvaardigheden kunnen de cliënt helpen?
  • Denk mee in hoe de cliënt kan werken aan openheid en de mate waarin hij open kan zijn.
  • Ga uit van gelijkwaardigheid en neem besluiten samen (shared decision making).
  • Laat jezelf als begeleider zien. Toon zowel je krachten als je kwetsbaarheden: durf open te zijn.
  • Ga uit van kwaliteiten, mogelijkheden en perspectief bij de cliënt.




Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Zie de cliënt als een compleet persoon in plaats van als iemand met een psychische aandoening.
  • Sluit aan bij de taal van de cliënt, praat op een positieve manier en wees genuanceerd.
  • Ondersteun de doelen die de cliënt zelf bedenkt en aangeeft: geloof in het kunnen van de cliënt.
  • Spreek de cliënt aan op gedrag in plaats van zijn gedrag te bedekken met ‘het hoort bij de diagnose’, gebruik de menselijke maat.
  • Spreek collega’s erop aan als je merkt dat zij stigmatiserend spreken of handelen.
  • Kijk of je in je privésituatie ook de succesverhalen kunt vertellen in plaats van de incidenten.




Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermaatschappelijking
De zogenaamde vermaatschappelijking van hulp en zorg verwijst naar het streven om mensen met een (psychiatrische) beperking, chronisch zieken en kwetsbare ouderen een eigen zinvolle plek in de samenleving te laten innemen. De bedoeling is hen daarbij waar nodig te ondersteunen en de integratie in de samenleving zo goed mogelijk te laten verlopen. Twee belangrijke aspecten van vermaatschappelijking zijn: community care en inclusie.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwe media en technologie
  • techniek belangrijker
  • e-health en e-hulp
  • langer zelfstandig
  • reminders op maat



Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen E-health
A
Consult via webcam
B
Automatisch openen en sluiten van de deuren
C
Telemonitoring van een patiënt
D
Via internet een recept aanvragen

Slide 25 - Quizvraag

B
Vul het juiste begrip in

_____________ heeft tot doel om zo veel mogelijk mensen weer aan de arbeidsmarkt te laten deelnemen.
A
inclusieve
B
E-health
C
multiculturele
D
participatiewet

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen behaald?
- Aan het eind van de les kan je uitleggen wat belemmeringen zijn bij maatschappelijke participatie
- Aan het eind van de les kan je uitleggen wat stigmatisering is
- Aan het eind van de les kan je uitleggen wat vermaatschappelijking is

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten:

- Thieme Meulenhoff: boek: Agogisch Medewerker GGZ, thema 10.23 opdrachten 1 t/m 7 en 
de praktijksituatie Nienke opdracht 1 t/m 5, let op, deze opdracht is verplicht!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende week
Volgende week gaan we het hebben over cliënten met ontwikkelingsstoornissen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll

Deze slide heeft geen instructies