2 de industriele samenleving

paragraaf 2: industriële samenleving

vragen bespreken 7/ 9
fragment daens
uitleg wonen en werken

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

paragraaf 2: industriële samenleving

vragen bespreken 7/ 9
fragment daens
uitleg wonen en werken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

welke omstandigheden vielen je op?

Slide 3 - Woordweb

werkomstandig
heden
laag loon
lange uren
enorm lawaaiig/ slechte lucht
gevaarlijk
heb je kritiek---- ontslag

Slide 4 - Tekstslide

woonomstandig
heden
allereerst enorme verstedelijking (urbanisatie)
- veel mensen bij elkaar
- slechte hygiëne
- kleine ruimtes/grote families
- weinig gezond eten
- veel ziektes

Slide 5 - Tekstslide

aan het werk
maak 1 tot en met 6

Slide 6 - Tekstslide

les 2: wat gaan we doen?
herhaling: 
uitleg paragraaf 2
aan het werk

Slide 7 - Tekstslide

leerdoel 1: je kunt uitleggen wat de werk en leef omstandigheden waren van de arbeiders

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

waarom protesteerden de arbeiders niet?

Slide 10 - Woordweb

waarom maakten fabriekseigenaren zo graag gebruikt van kinderarbeid?

Slide 11 - Woordweb

leerdoel: je kunt uitleggen wat een klassen maatschappij is en hoe die verschilde van een standen maatschappij
rond 1800: veranderde de economie:
voor 1800 handel- na 1800 industrie

kapitalisme ontstaat: 
economisch systeem waarbij ondernemers vooral winst maken door goederen te producren en zo min mogelijk worden gehinderd door wetten en regels

Slide 12 - Tekstslide

geestelijke en adel werden steeds minder belangrijk (afkomst)
je inkomen/opleiding bepaald je plek in de maatschappij

Slide 13 - Tekstslide

ondernemersklasse:
klein groep rijken
zij hadden kapitaal (geld en machines/ fabrieken)
woonden in buitenwijken met ruime huizen

Slide 14 - Tekstslide

middenklasse
- geschoold personeel (winkeliers/ schoolmeester)
-hoefden niet met de hand te werken
- hadden het beter dan arbeiders klasse maar lang niet zo rijk als de ondernemers klasse

Slide 15 - Tekstslide

arbeidersklasse
- veruit de grootste groep
- geen bezit.
- alleen inkomen als ze werk hadden.

Slide 16 - Tekstslide

nieuwe uitvindingen

1) verbrandingsmotor
2) gaslamp
3 ) telegraaf
4) inentingen
5) kunstmest
cholera bed

Slide 17 - Tekstslide

aan het werk
paragraaf 2 af

Slide 18 - Tekstslide