Week 1: De spieren en spierfysiologie

• Anatomie
• MBO
• Studiejaar 1

Noem twee functies van skeletspieren

Noem twee plekken waar je gladde spieren vindt

Welk orgaan wordt beïnvloed door de myocarditis?

Wat is het verschil tussen directe en indirecte aanhechting?

Stelling: Een spier loopt altijd van bot naar bot. Leg uit waarom je het eens of oneens bent.

Noem een voorbeeld van een agonist en een antagonist

Wat is het kleinste deel van een spier?

1. Spierbundel
2. Myofibrill
3. Spiervezel
4. Myocard

Sterkere spieren hebben minder ketens

1. Juist
2. Onjuist

Leg uit hoe skeletspieren worden aangestuurd

Noem de verschillende kenmerken van alle type spiervezels

Hoe noem je het groeien van een spier?

1. Hypertrofie
2. Atrofie

Wat is de belangrijkste functie van een spier?

Noem 3 soorten spieren en de functies die zij hebben

Wat is het verschil tussen het rode en witte deel van een spier?

Hoe zit een spier vast aan een bot?

Wat is de functie van een sarcomeer?

Wat is het verschil tussen atrofie en hypertrofie?

Benoem twee soorten zenuwen en leg uit wat zij doen

Wat vond je van de les?
Vertel ook waarom!