Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica lijdend voorwerp
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Het antwoord op de vraag:
wie/wat + ww.gezegde + onderwerp is het......
A
onderwerp
B
werkwoordelijk gezegde
C
lijdend voorwerp
D
persoonsvorm
Slide 2 - Quizvraag
LV?
Wie of wat + ww.gezegde + onderwerp
Slide 3 - Tekstslide
Jan eet
een
appel
.
Slide 4 - Tekstslide
Anna slaat
de jongen.
Slide 5 - Tekstslide
Bedenk vier zinnen met een ow, gez. en lv.
Voorbeeld:
Jan heeft een banaan geprakt
.
Slide 6 - Tekstslide
Welke zinnen hebben jullie bedacht?
Slide 7 - Tekstslide
samen oefenen
Wat is het lv?
a. De tijger heeft een kip opgegeten.
b. Ik heb gister een liedje gezongen.
c. Vandaag gaan de kinderen een film kijken.
een kip
een liedje
een film
Slide 8 - Tekstslide
Noteer een lv dat past in de zin.
Wietze heeft ... gekocht van zijn verjaardagsgeld.
Slide 9 - Open vraag
Noteer een lv dat past in de zin.
De kok in de keuken doet ... over mijn toetje.
Slide 10 - Open vraag
Noteer een lv dat past in de zin.
Voor Kim maakt Joris heel vaak .....
Slide 11 - Open vraag
Een lv mag niet beginnen met een vz.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quizvraag
Er zit ALTIJD een lijdend voorwerp in een zin.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Marije eet een peer.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
peer
B
een peer
C
Marije
D
eet
Slide 14 - Quizvraag
Opa koopt een vaas.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
koopt
B
opa
C
een vaas
D
vaas
Slide 15 - Quizvraag
De zusjes spelen verstoppertje.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
de
B
zusjes
C
spelen
D
verstoppertje
Slide 16 - Quizvraag
Bram gaat verven.
Bram is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Esther eet soep.
Soep is het lijdend voorwerp.
A
waar
B
niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Kartriene wil een pop voor haar verjaardag.
Verjaardag is het lijdend voorwerp
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
Kartriene wil graag een pop voor haar verjaardag.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Katriene
B
wil
C
een pop
D
voor haar
Slide 20 - Quizvraag
Papa kijkt naar de televisie.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
papa
B
kijkt
C
naar de televisie
D
er zit geen lv in
Slide 21 - Quizvraag
Wat vond je van deze les?
A
Super leuk
B
Leuk
C
Gaat wel
D
Saai
Slide 22 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald.'
A
Peter
B
gisteren
C
zijn scooterrijbewijs
D
Er is geen lijdend voorwerp
Slide 23 - Quizvraag
Kan jij het lijdend voorwerp
in die zin vinden?
A
jij
B
het lijdend voorwerp
C
in die zin
D
kan vinden
Slide 24 - Quizvraag
De hond heeft zijn baasje opgegeten.
A
zijn baasje
B
de hond
C
heeft
D
opgegeten
Slide 25 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Grammatica lijdend voorwerp
Oktober 2017
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Grammatica lijdend voorwerp
September 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1,2
(W46 geel) Lijdend voorwerp
November 2020
- Les met
49 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7,8
Lijdend voorwerp
December 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Lijdend voorwerp
December 2023
- Les met
46 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
13-3 A1
Maart 2019
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Grammatica blok 4 wk 3 mavo 1 Op niveau lijdend voorwerp
Februari 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Lijdendvoorwerp 3.4
Januari 2020
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1