In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 5
Schakelingen
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 5.3
Werken met
weerstanden
Deel 2
Slide 2 - Tekstslide
Reflectie
Werken met weerstanden
Deel 1
Weerstanden in een serieschakeling
Slide 3 - Tekstslide
In de schakeling hiernaast gelden de volgende gegevens: U1 = 7 Volt; U = 15 Volt.
Hoe groot is U2?
A
7 V
B
15 V
C
22 V
D
8 V
Slide 4 - Quizvraag
In de schakeling hiernaast gelden de volgende gegevens: U1 = 7 Volt; R1 en R2 zijn aan elkaar gelijk.
Hoe groot is U?
A
7 V
B
14 V
C
0 V
D
14Ω
Slide 5 - Quizvraag
In de schakeling hiernaast gelden de volgende gegevens: R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm. U = 12 Volt Hoe groot is U1?
A
8 V
B
4 V
C
12 V
D
6 V
Slide 6 - Quizvraag
In de schakeling hiernaast gelden de volgende gegevens: R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm. U = 12 Volt Hoe groot is I?
A
0,12 A
B
0,06 A
C
0,04 A
D
2,48 A
Slide 7 - Quizvraag
In de schakeling hiernaast gelden de volgende gegevens: R1 = 200 Ohm en R2 = 100 Ohm. U 1 = 6 Volt Hoe groot is I1?
A
0,03A
B
0,06 A
C
0,04 A
D
0,09 A
Slide 8 - Quizvraag
In de schakeling hiernaast gelden de volgende gegevens: R1 = 175 Ohm en R2 = 225 Ohm. Hoe groot is Rv?
A
400Ω
B
50Ω
C
200Ω
D
225Ω
Slide 9 - Quizvraag
Samengevat in een serieschakeling:
Weerstanden in serie tel je bij elkaar op.
De stroom in een serieschakeling is overal hetzelfde.
De spanning in een serieschakeling verdeelt zich over alle schakelonderdelen.
Je kunt hier de wet van
ohm ook toepassen...
R=IU
Slide 10 - Tekstslide
Lesdoelen deel 2:
Weerstand berekenen van weerstanden in parallel
Uitleggen hoe stroom in een parallelschakeling werkt
Uitleggen hoe spanning in een parallelschakeling werkt
De wet van ohm gebruiken om onbekende waarde in een parallelschakeling te bepalen.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
00:46
Wat verwacht je? Als de tweede weerstand wordt aangesloten zal de stroomsterkte door de bovenste weerstand.......
A
toenemen
B
afnemen
C
gelijk blijven
Slide 13 - Quizvraag
01:42
Wat verwacht je? Nu de tweede weerstand is aangesloten zal de totale stroomsterkte in deze schaking........
A
zijn toegenomen
B
zijn afgenomen
C
gelijk zijn gebleven
Slide 14 - Quizvraag
02:34
Er zijn twee weerstanden aangesloten. Een weerstand van 1000 Ohm en een weerstand van 100 Ohm. De totale weerstand blijkt 91 Ohm te zijn. Wat valt je op?
Slide 15 - Open vraag
Slide 16 - Video
02:41
Dus in een parallelschakeling is de spanning over elke weerstand...........
Als je meer weerstanden in parallel schakelt, wordt de weerstand steeds kleiner.
Slide 18 - Tekstslide
Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.
Rv1=R11+R21
Slide 19 - Tekstslide
Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.
Rv1=R11+R21
Rv1=51+101=0,3
Slide 20 - Tekstslide
Een rekenvoorbeeld
Bereken in deze schakeling de vervaningsweerstand.
Rv1=R11+R21
Rv1=51+101=0,3
Rv=0,31=3,33Ω
Slide 21 - Tekstslide
Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
3,3Ω
B
5Ω
C
10Ω
D
15Ω
Slide 22 - Quizvraag
Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
1,2Ω
B
2,4Ω
C
1,4Ω
D
6Ω
Slide 23 - Quizvraag
Wat is in de schakeling hiernaast de totale weerstand?
A
1Ω
B
3Ω
C
3,3Ω
D
9Ω
Slide 24 - Quizvraag
Stroomsterkte in een parallelschakeling
De stroom verdeelt
zich over de
verschillende takken.
Dus
Itot=I1+I2+I3+...
Slide 25 - Tekstslide
Zie de schakeling hiernaast. De totale stroomsterkte is 5 A. Wat is de stroom in I1?
A
1,2 A
B
1,9 A
C
5 A
D
81 A
Slide 26 - Quizvraag
In de schakeling hiernaast heeft 2R een weerstand die twee keer zo groot is als die van R. De totale stroomsterkte is 5A Wat is de stroomsterkte in I2?
A
1,7 A
B
3,3 A
C
5 A
Slide 27 - Quizvraag
De spanning in een parallelschakeling
Over elk onderdeel in een parallelschakeling
staat de volledige spanning.
Slide 28 - Tekstslide
Samenvatting:
Weerstanden in parallel
De stroom in een parallelschakeling verdeelt zich over de vertakingen.
De spanning in een parallelschakeling is hetzelfde over elke schakelonderdeel.