Les 2 § 4.2 (1HVD)
1 / 34
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
In de wereld kennen we de verdeling van het.....
A
arme noorden en rijke zuiden
B
rijke noorden en arme zuiden
Slide 4 - Quizvraag
De hoeveelheid mensen die in armoede leven is sinds 1990
A
gestegen
B
gedaald
Slide 5 - Quizvraag
De armoedegrens....
A
verschilt per land
B
is voor ieder land gelijk
Slide 6 - Quizvraag
De prijzen van voedsel en producten in .......landen zijn vaak lager.
A
armere
B
rijkere
Slide 7 - Quizvraag
In deze landen is de scharreleconomie vaak groter
A
armere
B
rijkere
Slide 8 - Quizvraag
Past een vast inkomen en het betalen van belastingen bij de scharreleconomie?
A
ja
B
nee
Slide 9 - Quizvraag
Waar werkt een groot deel van de beroepsbevolking nog in de landbouw?
A
arme landen
B
rijkere landen
Slide 10 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de ontwikkeling van landen, uitgedrukt in geld?
A
welvaart
B
welzijn
Slide 11 - Quizvraag
Aardrijkskundig verband: hoe hoger de welvaart, hoe....
A
hoger het welzijn
B
lager het welzijn
Slide 12 - Quizvraag
Het BNP/hoofd geeft exact aan hoeveel een inwoner van een land verdient? Goed of fout?
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Wat past niet bij een lage levensverwachting?
A
goede hygiëne
B
goede gezondheidszorg
C
gebrek aan voedsel
Slide 14 - Quizvraag
In rijkere landen is de alfabetiseringsgraad...
A
klein
B
groot
Slide 15 - Quizvraag
In rijkere landen is de alfabetiseringsgraad...
A
klein
B
groot
