Forensisch DNA Onderzoek deel 1

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuur, Leven en TechnologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat is DNA?
A
al je erfelijke eigenschappen
B
het materiaal met erop erfelijke informatie
C
al je 46 chromosomen bij elkaar

Slide 9 - Quizvraag

Waaruit bestaat DNA?
A
een soort slijmachtig spul
B
ribose, een base en een fosfaatgroep
C
Adenosine, Guanine, Cytosine en Thymine
D
desoxyribose, een base en een fosfaatgroep

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de functie van DNA?
A
Doorgeven erfelijke eigenschappen via geslachtscellen
B
Produceren van eiwitten
C
Coderen voor eiwitten
D
Het voorkomen van erfelijke ziektes

Slide 11 - Quizvraag

Dit is een...
A
Chromatide
B
Verdubbeld chromosoom
C
Chromosomenpaar
D
Gen

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen heeft de mens?
A
2 x 23
B
1 x 64
C
2 x 46
D
4 x 23

Slide 13 - Quizvraag

Waarom moet je DNA verdubbeld worden, als je cellen zich delen?
A
Zodat elk chromosoom zich kan voortplanten
B
Zodat elke cel weer alle chromosomen heeft
C
Zodat elke cel weer alle genen heeft
D
Je DNA hoeft niet verdubbeld te worden

Slide 14 - Quizvraag

Waarom zijn genen niet handig om verwantschap aan te tonen?
A
Omdat 98% van je DNA uit genen bestaat
B
Omdat iedereen dezelfde genen heeft
C
Omdat onze genen erg op elkaar lijken

Slide 15 - Quizvraag

Waarom zijn genen niet handig als bewijs voor forensisch onderzoek?
A
Omdat ze niet onderscheidend zijn
B
Omdat ze niet zichtbaar zijn
C
Omdat ze niet geldig zijn als bewijs
D
Omdat ze sneller afbreken dan DNA

Slide 16 - Quizvraag

Welk deel van het DNA wordt dan wel gebruikt voor verwantschaps- en forensisch onderzoek?
A
De chromosomen
B
De chromatiden
C
De hypervariabele gebieden

Slide 17 - Quizvraag