3.2 Bevolking, cultuur en demografie voorkennis check

3.2 Bevolking, cultuur en demografie






4 havo 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.2 Bevolking, cultuur en demografie






4 havo 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van demografie?

Slide 2 - Tekstslide

Wat wordt er met demografie bedoeld
A
Ander woord voor democratie
B
Gaat over bevolkingsaantallen
C
Gaat over culturen
D
Gaat over de ontwikkeling van een land.

Slide 3 - Quizvraag

Steden kunnen op twee manieren groeien: door sociale bevolkingsgroei en natuurlijke bevolkingsgroei. Sociale bevolkingsgroei is:
A
Het verschil tussen immigratie en emigratie
B
Het verschil tussen geboortecijfer en sterftecijfer

Slide 4 - Quizvraag

hoe reken je de demografische druk uit?
A
productieve/niet productieven x 100%
B
productieve - niet productieve x 100%
C
niet productieve /productieve x100%
D
niet productieve-productieve x100%

Slide 5 - Quizvraag

Wat daalt er eerst in het demografisch transitiemodel?
A
geboortecijfer
B
sterftecijfer

Slide 6 - Quizvraag

Door vergrijzing en ontgroening wordt de demografische druk
A
Groter.
B
Kleiner.

Slide 7 - Quizvraag

Oorzaken van het dalende geboortecijfer zijn: ...
A
minder duurzame relaties tussen mannen en vrouwen
B
maatschappelijke veranderingen (minder invloed van de kerk)
C
gezinsplanning, gestuurd door de overheid
D
stijgende welvaart

Slide 8 - Quizvraag

Gezinsplanning

Slide 9 - Woordweb

Zet de bevolkingsdiagrammen bij de juiste fase:

Slide 10 - Sleepvraag

In fase 4 van de demografische transitie is er
A
geen (of weinig) van bevolkingsgroei
B
sprake van een grote bevolkingsgroei

Slide 11 - Quizvraag