Herhalen 4.4 en § 6.1 Je inkomen wordt belast

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

1. groter / conjuncturele
2. groter / structurele
3. kleiner / conjuncturele
4. kleiner / structurele

H6 Iedereen betaalt belasting

§ 6.1 Je inkomen wordt belast

Aan de slag!

Maak opdr 2, 3 en 4 

blz 171

paragraaf 6.1

Belastbaar inkomen berekenen

Het bruto jaarinkomen is €110.000.
Het eigenwoningforfait is €4.500
De hypotheekrente €14.200.
Bereken het belastbaar inkomen.

Jantje heeft een brutoloon van €2.000 per maand
Verder betaald hij een 1,5% rente over zijn hypotheek van €400.000
Zijn eigenwoningfortfair is €1.000
Bereken zijn belastbaar inkomen.

Oefenen

Rekenopgave

De WOZ-waarde van een woning is € 180.000. Bereken het eigenwoningforfait.

Antwoord

180000 : 100 x 0,55 = € 990

Voorbeeld berekening belastbaar inkomen

- Wendy heeft een brutojaarinkomen van € 36.000,-

- Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 250.000,- met een rente van 4,5%.  

- Het eigen woningforfait is 0,55%, de woningwaarde is € 250.000,-.

Bereken haar belastbaarinkomen.

• Bruto jaarinkomen                                             € 36.000,-
• Bijtelling          € 250.000 x 0,55 : 100 =       € 1.375,-         +
• Aftrekpost      € 250.000,- x 0,045   =          € 11.250,-        -


• Belastbaar inkomen                                          € 26.125,-        

blz 173

Opdracht 8 t/m 11

Aan de slag

Werk verder aan de opdrachten van 6.1

Tot aan het eind van de les

Voorbeelden van bijtellingen zijn: eigenwoningforfait, bijtelling privégebruik auto van de zaak en vakantiegeld

1. juist
2. onjuist

De woning van Jens is €400.000 waard. Hij heeft maar een hypotheek van €350.000. Zijn eigenwoningforfait is 0,2%. Hoeveel moet hij aan bijtelling betalen?

1. €7000
2. €700
3. €8000
4. €800

Bijtelling of aftrekpost?
Eigenwoningforfait

1. Bijtelling
2. Aftrekpost

Bijtelling of aftrekpost?
studiekosten

1. Bijtelling
2. Aftrekpost

Bijtelling of aftrekpost?
Hypotheekrente

1. Bijtelling
2. Aftrekpost

Bijtelling of aftrekpost?
Auto van de zaak

1. Bijtelling
2. Aftrekpost

1 opgave

blz 175

werk in stilte zodat iedereen dit rustig kan maken

vraag 3

CT stof HF4

paragraaf 1 : Wat is een CAO, arbeidsmotieven? Waarom werken mensen deeltijd?

Paragraaf 2: verschil tussen eenmanszaak, VOF, BV/NV

Paragraaf 3: vraag en aanbod van arbeid; hoe werkt dat?

Paragraaf 4: soorten werkeloosheid verschillen tussen weten

HF 5

Paragraaf 1: verschil tussen collectieve en particuliere sector? Wat is privatisering?

Paragraaf 2: verschil tussen planeconomie en markteconomie?

Paragraaf 3: sociale verzekeringen? Werknemersverzekeringen? Verzorgingsstaat?

HF 6

Paragraaf 6.1 Waaruit bestaat loonheffing?

Belastbaar inkomen uitrekenen

Wat is een heffingskorting?