Hoe je met een windroos/koershoekmeter een koers kunt uitzetten of aflezen.
Hoe je met een schaallijn afstanden op een kaart schat.
Hoe je met schaal kunt rekenen.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3
In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Wat leer je in deze les?
De verschillende windrichting
Hoe je met een windroos/koershoekmeter een koers kunt uitzetten of aflezen.
Hoe je met een schaallijn afstanden op een kaart schat.
Hoe je met schaal kunt rekenen.
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we in deze les doen?
Filmpjes kijken
Boek hoofdstuk 2 par. 1 gele blokken lezen,
Opgaven maken in Lessonup
Vragen stellen
Wat vinden we nog moeilijk?
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Voor je richting kun je een kompas gebruiken. Hierop staat een windroos met wind-richtingen. Op de windroos hieronder ontbreken de vier hoofdwindrichtingen. Vul die windrichtingen in. Gebruik de afkortingen N, Z, O en W.
N
O
Z
W
Slide 4 - Sleepvraag
Tussen het noorden en oosten ligt het noordoosten, afgekort NO. Wat betekent ZO?
A
Zuidoost
B
Zuiden en Oosten
Slide 5 - Quizvraag
NNW
ZZO
WZW
OZO
WNW
ZZW
Slide 6 - Sleepvraag
Welke windrichting is tegenovergesteld aan het oosten?
A
zuid
B
noord
C
west
D
geen van deze antwoorden is juist
Slide 7 - Quizvraag
Welke windrichting is tegenovergesteld aan het noordoost?
A
zuidwest
B
zuidzuidwest
C
westzuid
D
geen van deze antwoorden is juist
Slide 8 - Quizvraag
Welke windrichting is tegenovergesteld aan het zuidzuidwest?
A
Oostnoordoost
B
Noordnoordwest
C
Noordnoordoost
D
geen van deze antwoorden is juist
Slide 9 - Quizvraag
Welke volgorde van windrichtingen is de juiste? Ga met de wijzers van de klok mee.
A
west, zuid, noord, oost
B
zuid, west, noord, oost
C
oost, noord, west, zuid
D
noord, oost, west, zuid
Slide 10 - Quizvraag
Er staat een zuidenwind. In welke richting blaast deze wind?
A
zuiden
B
oosten
C
westen
D
noorden
Slide 11 - Quizvraag
Een wind waait naar het zuidoosten. Uit welke richting waait de wind?
A
noordnoordoost
B
zuidzuidwest
C
noordwest
D
westnoord
Slide 12 - Quizvraag
Theorie koershoekmeter
Een windroos heeft 16 windrichtingen. Dat is niet voldoende om heel nauwkeurig te zijn. Daarom bestaat er een onderverdeling in graden, net zoals op de koershoekmeter.
De telling begint in noord bij 0°. Helemaal rond is 360°. Je eindigt dan ook weer in noord.
De richting oost is 90°, west is 270° en ZW is 225°.
Let op de vragen. Bij windrichting zijn het de letters, maar bij koersen gaat het om de graden.
Slide 13 - Tekstslide
Een schip vaart een koers van 90 graden. In welke richting vaart dit schip?
A
westen
B
zuiden
C
oosten
D
noorden
Slide 14 - Quizvraag
Een vliegtuig neemt een koers van 135 graden. In welke windrichting vliegt dit vliegtuig?
A
noordoost
B
zuidwest
C
oostwest
D
zuidoost
Slide 15 - Quizvraag
Je vliegt van Amsterdam naar London. In welke windrichting vlieg je dan.
A
oosten
B
zuiden
C
westen
D
noorden
Slide 16 - Quizvraag
Gebruik je koershoekmeter om je antwoorden in de tabel te zetten.
45°
315°
225°
22,5°
W
ZO
35°
215°
20,5°
NW
NO
17,5°
Slide 17 - Sleepvraag
Opgave 6 blz 71 Gebruik bij deze opgaven de kaart in je werkboek blz 9
A
Hindeloopen
B
Stavoren
C
Gaast
D
Makkum
Slide 18 - Quizvraag
Opgave 7 blz 71 Gebruik bij deze opgaven de kaart in je werkboek blz 9 Teken eerst de koers uit op de kaart.
A
22°
B
46°
C
64°
D
54°
Slide 19 - Quizvraag
Opgave 8 blz 71 Gebruik bij deze opgaven de kaart in je werkboek blz 9. Teken eerst de koers uit op de kaart.
A
Andijk
B
Urk
C
Enkhuizen
D
Wervershoof
Slide 20 - Quizvraag
Opgave 9 blz 71 Gebruik bij deze opgaven de kaart in je werkboek blz 9
A
10° en 170°
B
0° en 260°
C
90° en 170°
D
0° en 270°
Slide 21 - Quizvraag
Opgave 10a blz 71 Gebruik bij deze opgaven de kaart in je werkboek blz 10
A
30°
B
329°
C
330°
D
340°
Slide 22 - Quizvraag
Opgave 10b blz 71 Gebruik bij deze opgaven de kaart in je werkboek blz 10
De boot gaat ook weer terug van Westkapelle naar Breskens. Hoeveel graden is de koers dan?
A
130°
B
30°
C
150°
D
140°
Slide 23 - Quizvraag
Opgave 11 blz 72 Gebruik bij deze opgaven de kaart in je werkboek blz 10
Alexander vliegt met een helikopter vanuit Breskens. Hij houdt een koers aan van 340°. In welke plaats komt hij uit?