Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Samengestelde zinnen en voegwoorden
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Weet je wat een samengestelde zin is
Weet je hoe je de persoonsvorm en het onderwerp in een samengestelde zin kunt vinden
Weet je wat een voegwoord is
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Aan het einde van de les:
Weet je wat een samengestelde zin is
Weet je hoe je de persoonsvorm en het onderwerp in een samengestelde zin kunt vinden
Weet je wat een voegwoord is
Slide 1 - Tekstslide
Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?
Slide 2 - Open vraag
Wat is in de volgende zin de persoonsvorm?
Sam sport graag samen met zijn vrienden.
Slide 3 - Open vraag
Persoonsvorm
Sam sport graag samen met zijn vrienden
Persoonsvorm
Tijdproef: Sam sportte graag samen met zijn vrienden
Persoonsvorm: sport
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een samengestelde zin?
Slide 5 - Open vraag
Enkelvoudige zin
Zin met één persoonsvorm
Samengestelde zin
Zin met twee of meer persoonsvormen
Slide 6 - Tekstslide
Samengestelde zin
Wanneer je van twee korte zinnen één zin maakt, krijg je een samengestelde zin.
Voorbeeld
Ik sport graag. Ik voel me dan fitter.
Ik sport graag
want
ik voel me dan fitter.
Slide 7 - Tekstslide
Samengestelde zin
Iedere zin heeft een persoonsvorm
Zinnen met
twee persoonsvormen
noem je een
samengestelde zin
Bij een persoonsvorm hoort een onderwerp
Bij een
samengestelde zin
heb je dus ook
twee onderwerpen
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld enkelvoudige zinnen
Het
wordt
slecht weer vandaag.
Ik
ga
vandaag naar de Action.
Hij
kijkt
veel naar Star Wars.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld samengestelde zinnen
toen de zomervakantie dichterbij
kwam
,
werden
de leerlingen minder gemotiveerd.
Hij
kijkt
veel naar Star Wars en
schrijft
daar over op zijn website.
Slide 10 - Tekstslide
Drie studerende kinderen kunnen een flinke kostenpost worden voor ouders.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 11 - Quizvraag
Ik zou vandaag best in bed willen blijven.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 12 - Quizvraag
Als je nu naar huis gaat, regen je flink nat.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 13 - Quizvraag
Wil je liever zuurkool of spruitjes?
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 14 - Quizvraag
Wil je liever naar Duitsland of wil je liever naar Oostenrijk?
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 15 - Quizvraag
Mijn moeder vraagt of je vanavond wilt blijven eten.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin
Slide 16 - Quizvraag
Hoe maak je een samengestelde zin?
Je gebruikt een
voegwoord
Voorbeelden:
en, want, omdat, maar
Ik ga niet meer wandelen. Het regent.
Ik ga niet meer wandelen,
want
het regent.
Slide 17 - Tekstslide
Voegwoorden
Voegwoorden zijn een soort cement.
Je kunt met voegwoorden, zinnen aan elkaar plakken.
Slide 18 - Tekstslide
Voegwoorden
want, maar, of, tenzij, dus, als, hoewel, en, aangezien, omdat, voordat, zodra, …
Veel voegwoorden ken je al van het onderdeel lezen, maar dan heten ze vaak signaalwoorden.
Slide 19 - Tekstslide
Persoonsvormen in een samengestelde zin
Lisa voetbalt, omdat zij van sporten houdt.
Persoonsvorm - tijdproef
Lisa
voetbalde
, omdat zij van sporten
hield
.
Dus persoonsvorm = Voetbalt en houdt
Slide 20 - Tekstslide
Benoem de persoonsvormen in de zin:
Isa heeft strafwerk, omdat ze praat tijdens de les.
Slide 21 - Open vraag
Benoem de persoonsvormen in deze zin:
Ayla vertelt dat zij een prijs heeft gewonnen.
Slide 22 - Open vraag
Benoem de persoonsvormen in deze zin:
De kok werkt in de keuken en de ober bedient de gasten.
Slide 23 - Open vraag
Wat is een samengestelde zin?
Slide 24 - Open vraag
Benoem de persoonsvormen in deze zin:
Joris hoopte dat zijn vriend hem hielp.
Slide 25 - Open vraag
Hoe vind je de persoonsvorm in een samengestelde zin?
Slide 26 - Open vraag
Hoe vind je het onderwerp in een samengestelde zin?
Slide 27 - Open vraag
Wat vond je van de les?
Wat vond je fijn en wat kan er beter?
Slide 28 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
B3A - 08-11 - Samengestelde zinnen
November 2022
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Voegwoorden les 1
Januari 2025
- Les met
20 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2.7 Grammatica
December 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Samengestelde zinnen en voegwoorden
November 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
voegwoorden nevensch.ondersch. opdr 10+ 11
April 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo, havo, vwo
Leerjaar 1-3
Voegwoorden les 1
Mei 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
KERN les 62 voegwoorden H2
December 2023
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
1.8 Grammatica woordsoorten les 3
Oktober 2021
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2