1.2. Aardbevingen_def

§1.2 Aardbevingen
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§1.2 Aardbevingen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Herhaling 1.1
Leerdoelen 1.2
Theorie 1.2
Opdrachten maken
Nabespreken

Slide 2 - Tekstslide

Aardkern
Aardmantel
Aardkorst

Slide 3 - Sleepvraag

Het supercontinent dat ongeveer 250 - 210 miljoen jaar geleden bestond heette...
A
Gondwana
B
Pangea
C
Panthalassa
D
Eiffel

Slide 4 - Quizvraag

Hoe zijn de Alpen ontstaan?
A
Doordat twee platen naar elkaar toe bewegen
B
Doordat twee platen langs elkaar gaan
C
Doordat twee platen uit elkaar gaan
D
Door een aardbeving

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Wat is de motor voor de platentektoniek?
A
Convectiestromen
B
De aardkern
C
De mantel
D
Lava

Slide 7 - Quizvraag

Vloeibaar gesteente in de aardmantel, noem je ...
A
Magma
B
Convectiestromen
C
Lava
D
Mantelgesteente

Slide 8 - Quizvraag

Platentektoniek betekent
A
Dat de aardkorst bestaat uit aardplaten
B
Het bewegen van de aardplaten
C
Het bewegen van de mantel
D
Dat de aardkorst drijft op magma

Slide 9 - Quizvraag

Welk proces vindt plaats in de aardmantel?
A
Platentektoniek
B
Convectiestromen
C
Ontstaan van aardplaten
D
Magma vorming

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een natuurlijke oorzaak van een aardbeving?
A
Twee botsende aardplaten
B
Vulkaan-uitbarsting
C
Gasboringen
D
Mijnbouw

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Wat gaan we doen?
  • Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen er van kunnen zijn.
  • Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme- en rijke landen van elkaar kunnen verschillen.
  • Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.


Slide 13 - Tekstslide

Aardbeving

Slide 14 - Woordweb

Slide 15 - Video

Wat is een aardbeving en wat zijn de gevolgen?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Aardbeving

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Aardbevingen

Slide 24 - Tekstslide

Waar komen aardbevingen  voor?
Hoe komt dat?

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het verband tussen de afbeeldingen op de vorige pagina?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Link

Hoe ontstaat een aardbeving?

Slide 28 - Tekstslide

<img src="https://media.istockphoto.com/vectors/types-of-n Aardbeving - iStock"/>

Slide 29 - Tekstslide

Aardbevingen ontstaan op plaatsen waar platen tegen elkaar aan of langs elkaar bewegen

Slide 30 - Tekstslide

Op plaatsen waar platen langs elkaar schuiven zijn de aardbevingen vaak het zwaarste

Slide 31 - Tekstslide


Wat is een epicentrum?
A
Hier kan je schuilen voor een aardbeving.
B
De plek waar de aardbeving ontstaat.
C
De plek direct boven de plek waar de aardbeving ontstaat.
D
Een druk centrum in een stad.

Slide 32 - Quizvraag

Epicentrum en hypocentrum

Slide 33 - Tekstslide

Waarom zal Nederland nooit het epicentrum zijn van een zware aardbeving?

Slide 34 - Open vraag

Op welke schaal meet je hoe zwaar een aardbeving is?

Slide 35 - Open vraag

Aardbevingen: Schaal van Richter
Elke stap omhoog is 10x zo zwaar

Slide 36 - Tekstslide

Schaal van Richter

Slide 37 - Tekstslide

schaal van Mercalli
Aantekening!
  • Schaal van Mercalli = schaal die de hevigheid en de schade van een aardbeving aangeeft.

Slide 38 - Tekstslide

Schade
Welke schade kan een aardbeving aanrichten?
  • gebouwen storten in 
  • mensen onder het puin 
  • gasleidingen en elektriciteitskabels kapot
  • branden 




Slide 39 - Tekstslide

Welke economische factor speelt een rol bij het aantal slachtoffers dat ontstaat door een aardbeving?

Slide 40 - Open vraag

Hoe noem je de schaal waarmee de zwaarte van een aardbeving wordt bepaald.
A
Schaal van Beaufort
B
Schaal van Richter
C
Schaal van Mercator
D
Schaal van Mercalli

Slide 41 - Quizvraag

De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een aardbeving
D
Het hypocentrum

Slide 42 - Quizvraag

Waar veroorzaken aardbevingen de meeste schade?
A
Rijke Europese landen
B
Groningen
C
Arme landen in Europa
D
Arme landen in Azië en Zuid-Amerika

Slide 43 - Quizvraag

Inzichtvraag:
Bij één van de plaatbewegingen ontstaan nauwelijks aardbevingen? Welke?
A
Platen bewegen langs elkaar (transform)
B
Platen bewegen uit elkaar (divergent)
C
Platen bewegen naar elkaar toe (convergent)
D
Overal kunnen zware aardbevingen ontstaan

Slide 44 - Quizvraag

Waar zijn aardbevingen vaak het zwaarste?
A
Platen bewegen langs elkaar (transform)
B
Platen bewegen uit elkaar (divergent)
C
Platen bewegen naar elkaar toe (convergent)
D
Overal kunnen zware aardbevingen ontstaan

Slide 45 - Quizvraag

Wat heb je geleerd in deze paragraaf?

Slide 46 - Open vraag

Wat zou je nog meer willen weten over aardbevingen?

Slide 47 - Open vraag

Aan de slag
Maken paragraaf 1.2. opdracht 1 t/m 7

Slide 48 - Tekstslide

Leerdoelen 1.2 
  • Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen er van kunnen zijn.
  • Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme- en rijke landen van elkaar kunnen verschillen.
  • Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.

Slide 49 - Tekstslide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 50 - Poll

Heb je nog tips voor de docent? Zo ja, welke?

Slide 51 - Open vraag

Slide 52 - Link