In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Opfriscursus Nederlands
Heb je nog een beetje taalgevoel?
Slide 1 - Tekstslide
Verschillende Kempense gemeenten zullen dit najaar een wedstrijd (..) houden: de inwoners halen zoveel mogelijk (..) bij hun huizen weg en vervangen ze door groen.
Welke woorden horen op de lege plekken?
A
gazongrazen; onkruid
B
kiezelkuilen; kiezelstenen
C
rommelruimen; rotzooi
D
tegelwippen; tegels
Slide 2 - Quizvraag
Een lidmaatschap bij de Bibliotheek, daar krijg je veel voor terug! (..) nu lid!
A
Word
B
Wordt
Slide 3 - Quizvraag
“Het gebeurde in de eerste aflevering, kort nadat de vier internationals hun intrede hadden gedaan in de villa. Wat opviel was niet alleen de verontwaardiging bij Van Bommel, die gallisch was dat zijn gloednieuwe telefoon nu al naar de gallemiezen was.”
Wat betekent 'gallisch'?
A
agressief
B
kregelig
C
teleurgesteld
D
ziek
Slide 4 - Quizvraag
woordgraptogram (cryptogram): Gebruik van leestekens in koud seizoen
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Welk bekend werk kunnen we aan de dichter toeschrijven?
A
Constantijntje
B
Karel ende Elegast
C
Liefdesemblemen
D
Romeo en Julia
Slide 7 - Quizvraag
“Dat betekent dat er regels komen. Bijvoorbeeld de plicht om bij nieuwbouw zorg te dragen voor de ‘huisvesting’ van gierzwaluwen, vleermuisvriendelijke verlichting en struweel waar marters zich op hun gemak voelen.”
Wat betekent 'struweel'?
A
bomen
B
holen
C
struiken
D
stro
Slide 8 - Quizvraag
Een man met baret en stokbrood is het (..) van een Fransman
A
stereotiepe
B
stereotype
Slide 9 - Quizvraag
Hoofdpersoonsyndroom werd in het Nederlands geïntroduceerd door journalist Jonas Kooyman. Het woord is niet door Kooyman verzonnen: het zingt al enige tijd rond in het Engels, waarin het main character syndrome genoemd wordt. Wat houdt dit syndroom in denk je?
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Tekstslide
De (..) zitten in een apart groepje bij elkaar
A
slimmerikken
B
slimmereken
C
slimmeriken
D
slimmerekken
Slide 12 - Quizvraag
Het arme dier heeft nog minutenlang
A
gestuiptrekt
B
stuipgetrokken
C
stuipgetrekt
D
gestuiptrokken
Slide 13 - Quizvraag
woordgraptogram (cryptogram): Dier dat slurf gebruikt voor vuilwaterafvoer