Intro 2021

Opfriscursus Nederlands
Heb je nog een beetje taalgevoel?
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Opfriscursus Nederlands
Heb je nog een beetje taalgevoel?

Slide 1 - Tekstslide

Verschillende Kempense gemeenten zullen dit najaar een wedstrijd (..) houden: de inwoners halen zoveel mogelijk (..) bij hun huizen weg en vervangen ze door groen.

Welke woorden horen op de lege plekken?
A
gazongrazen; onkruid
B
kiezelkuilen; kiezelstenen
C
rommelruimen; rotzooi
D
tegelwippen; tegels

Slide 2 - Quizvraag

Een lidmaatschap bij de Bibliotheek, daar krijg je veel voor terug! (..) nu lid!
A
Word
B
Wordt

Slide 3 - Quizvraag

“Het gebeurde in de eerste aflevering, kort nadat de vier internationals hun intrede hadden gedaan in de villa. Wat opviel was niet alleen de verontwaardiging bij Van Bommel, die gallisch was dat zijn gloednieuwe telefoon nu al naar de gallemiezen was.”

Wat betekent 'gallisch'?
A
agressief
B
kregelig
C
teleurgesteld
D
ziek

Slide 4 - Quizvraag

woordgraptogram (cryptogram):
Gebruik van leestekens in koud seizoen

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Welk bekend werk kunnen we aan de dichter toeschrijven?
A
Constantijntje
B
Karel ende Elegast
C
Liefdesemblemen
D
Romeo en Julia

Slide 7 - Quizvraag

“Dat betekent dat er regels komen. Bijvoorbeeld de plicht om bij nieuwbouw zorg te dragen voor de ‘huisvesting’ van gierzwaluwen, vleermuisvriendelijke verlichting en struweel waar marters zich op hun gemak voelen.”

Wat betekent 'struweel'?
A
bomen
B
holen
C
struiken
D
stro

Slide 8 - Quizvraag

Een man met baret en stokbrood is het (..) van een Fransman
A
stereotiepe
B
stereotype

Slide 9 - Quizvraag

Hoofdpersoonsyndroom werd in het Nederlands geïntroduceerd door journalist Jonas Kooyman. Het woord is niet door Kooyman verzonnen: het zingt al enige tijd rond in het Engels, waarin het main character syndrome genoemd wordt.
Wat houdt dit syndroom in denk je?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

De (..) zitten in een apart groepje bij elkaar
A
slimmerikken
B
slimmereken
C
slimmeriken
D
slimmerekken

Slide 12 - Quizvraag

Het arme dier heeft nog minutenlang
A
gestuiptrekt
B
stuipgetrokken
C
stuipgetrekt
D
gestuiptrokken

Slide 13 - Quizvraag

woordgraptogram (cryptogram):
Dier dat slurf gebruikt voor vuilwaterafvoer

Slide 14 - Open vraag