In 1781 bepaalde keizer Jozef II voor zijn Oostenrijkse gebieden dat:
1 iedere onderdaan het recht kreeg zijn vroegere meester te verlaten en elders werk te zoeken en
2 alle onderdanen voortaan zelf konden kiezen welk ambacht zij wilden leren.
Op grond van deze maatregelen kun je Jozef II een verlicht vorst noemen.
2p Geef bij elke maatregel aan door welk verschillend Verlichtingsideaal
Jozef II zich liet leiden.