Bescherming tegenover overstromingen door rivieren: dijken
Door verandering klimaat -> grotere kans op overstromingen -> ophogen dijken
Slide 6 - Tekstslide
Verlegging van winterdijken, zodat de rivier méér ruimte heeft om te overstromen. Gevolg: rivier heeft méér ruimte in de breedte, zodat het waterpeil niet zo snel in de hoogte zal stijgen.
Slide 7 - Tekstslide
Je kunt naast de grote riviergeul nog een geul graven: nevengeul (zie pijl)
Hier kan de rivier, als deze extra vol loop, extra water in kwijt, zodat het waterpeil niet zo snel in de hoogte zal toenemen.
Slide 8 - Tekstslide
3 manieren om NL droog te houden
Slide 9 - Tekstslide
Water langer vasthouden:
aanplanten van bomen en planten in het rivierengebied. Die nemen het regenwater op, zodat er minder water naar de rivieren stroomt.
Slide 10 - Tekstslide
Water langer vasthouden:
Minder verstening. Waardoor regenwater vaker de grond in kan zakken en via de grond langzaam in kleine hoeveelheden naar de rivier kan worden afgevoerd.
Slide 11 - Tekstslide
Water bergen: retentiegebieden
Dit zijn relatief dunbevolkte gebieden die bij extreem hoge rivierwaterstanden mogen overstromen. De bevolking wordt dan geëvacueerd.
Slide 12 - Tekstslide
Water bergen: retentiegebieden
Voorbeeld van een retentiegebied. Dit gebied loopt vol met water als de rivierwaterstanden te hoog dreigen te worden.
Slide 13 - Tekstslide
Water lozen: via gemalen
Gemalen zijn elektrische waterpompen die ervoor zorgen dat overtollig water wordt weggepompt naar een rivier of de zee. Zo houden we NL droog.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Bescherming tegen zee: Duinen
Slide 16 - Tekstslide
Hoe zijn de NL duinen ontstaan?
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Zee en wind vormen duinen.
Zee en wind kunnen duinen ook kapot maken: kustafslag.
Slide 19 - Tekstslide
Bescherming tegen zee: dijken
(op plaatsen waar geen duinen zijn ontstaan)
Slide 20 - Tekstslide
Gebied achter de zeeduinen en zeedijken ligt beneden zeeniveau.
Laag-Nederland en het riverengebied bestaat uit dijkringen: gebieden die omringd worden door een dijk. Gevolg: zo kan bij het breken van één dijk niet meteen half Nederland overstromen.
Er zijn immers nog andere dijken.
Slide 21 - Tekstslide
Laag Nederland is erg nat.
Vanwege de lage ligging dreigt dit gebied continu onder water te lopen. Oplossing: polders
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Video
Nederlanders zijn heel goed in het polderen.
Zij maken niet alleen natte stukken grond droog.
Zij maken ook meren droog om er vervolgens te gaan wonen.
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Video
We helpen de natuur een handje door zand aan te voeren waarmee de wind de duinen weer opbouwen: zandsuppletie
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Video
We helpen de natuur een handje door zand aan te voeren waarmee de wind de duinen weer opbouwen: zandmotor
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Video
We moeten het duinzand op zijn plaats houden, want anders waait het weg. Door wortels van bijvoorbeeld helmgras
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.