A3 - Cours 48 | Unité 3 - Description personnage + vocabulaire

Bienvenue!

> Connectez-vous sur LessonUp
> Cahier + Stylo



Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik het verschil verstaan tussen een adjectif en een adverbe.
  • ... kan ik de beschrijving van een bekend persoon begrijpen.

Unité 3 'L'Afrique Francophone'
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bienvenue!

> Connectez-vous sur LessonUp
> Cahier + Stylo



Aan het einde van deze les .....
  • ... kan ik het verschil verstaan tussen een adjectif en een adverbe.
  • ... kan ik de beschrijving van een bekend persoon begrijpen.

Unité 3 'L'Afrique Francophone'

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Le programme
Les devoirs - het huiswerk
> Unité 3 - apprendre 6 
  • Lisez et prononcez: Biographie Aya Nakamura - 5'
  • Écoutez: Aya Nakamura - Copines - 10'
  • Descriptions des personnages - 5'
  • Adjectifs vs. adverbes - 10'
  • Vocabulaire: Faites des phrases - 10'

Slide 2 - Tekstslide

liedje voor de adverbe & congolees:
Biographie Aya Nakamura
Aya Nakamura est une jeune chanteuse. Après avoir été découverte sur les réseaux sociaux, elle signe chez Warner Music France. Elle annonce la sortie de son premier album, «Journal Intime», en dévoilant plusieurs singles à l’été 2017 comme «Comportement» et «Oumou Sangaré».
  

Aya Nakamura est une chanteuse née le 10 mai 1995 à Bamako au Mali. Alors qu’elle est enfant, ses parents déménagent en France. La famille, une famille de griots (des conteurs-chanteurs) s’installe à Aulnay-Sous-Bois.  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Écoutez: Adverbes/Adjectifs
Lisez les paroles de 'Ayanakamura' - Copines.
  • Notez au moins 5 adverbes/adjectifs.
  • Comprenez-vous les paroles?


Aya Nakamura - Copines

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Il a les cheveux bruns. Il porte un costume élégant. Il est très célèbre aux Pays-Bas. Il est le premier ministre des Pays-Bas.
A
B
C
D

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elle peut bien chanter. Elle a les cheveux blonds et longs. Elle porte une veste avec de nombreuses couleurs. Elle porte de grandes boucles d'oreilles Elle s’appelle.....
A
B
C
D

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Il a les cheveux bruns. Il est un acteur. Il a joué dans le film 'Titanic'. Il est assez vieux. Il s'appelle ....
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Elle porte un robe grise. Elle chante bien, et elle peut chanter haut. Elle a des cheveux blonds ou blanches. Elle a toujours une queue de cheval.
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Il joue le foot très bien. Il a remporté le plus de trophées de la Coupe du Monde. Il a marqué les meilleurs buts. Il a joué pour le grand Brésil.
A
B
C
D

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Les adjectifs
Lees onderstaande zinnen. Schrijf alle adjectieven op die je ziet. Zet de vertaling erachter + mnl/vrl/ev/mv. Voorbeeld: Elle est belle > belle (vrl.ev.) = mooi
  1. Il a les cheveux bruns. Il montre quelque chose. Il porte une blouse rouge, et un pantalon blanc. Il est Harry Styles.
  2. Elle a les cheveux blonds. 2 Elle porte un pull gris et un pantalon noir.
  3. Il a les cheveux roux. Il porte des grandes lunettes. Il est habillé de chemise blanche. Il a les yeux verts. Il s'appelle Ed Sheeran
  4. Il a les cheveux bruns et courts. Il a les yeux bleus et verts Il  porte un manteau noir. Il est un erg goede acteur il s'appelle Benedict Cumberbatch et il est un acteur.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type hier de gevonden adjectieven & check goed de toelichting voor de antwoorden.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Les adverbes
Lees onderstaande zinnen. Schrijf alle adverbes op die je ziet. Zet de vertaling erachter. Voorbeeld: Elle  parle lentement. > lentement = langzaam

  1.  Il a les cheveux bruns et court Il est bien habillé.
  2. Elle a les cheveux noirs et longs. Elle porte une robe rose. Elle pose très bien! Elle pose mieux que Gigi hadid! 
  3. Il porte un costume noir. Il est très important pour les Pays-Bas.
  4. Elle chante bien, et elle peut chanter haut.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf hier de adverbes op die je hebt gevonden & controleer ze.

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Cherchez les erreurs!
Lees onderstaande zinnen. Schrijf alle foutjes op die je ziet en verbeter ze.

  1. Elle a les cheveux blonds elle a les yeux bleus elle est une très bien présentatrice c'est Chantal Janzen. Il a les cheveux rouge c'est un très bon leader il porte un très bon costum. c'est Willem-Alexander
  2. Ça c’est la bonne groupe de musique one direction 2. Leurs vetements sont noir.
  3. Elle a les cheveux bruns et longs. Elle porte une robe noir. Elle est une chanteuse. Elle chante très bien.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Type hier de gevonden foutjes & verbetering. Controleer in de toelichting of je ze allemaal gevonden hebt.

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Faites des phrases
Hieronder vind je een aantal woorden uit apprendre 1-4. Je gaat hier in je groepje minimaal 10 zinnen mee maken, in het Frans. Let op of de zinnen kloppen, help elkaar.

de kritiek - uitzenden - nuttig - de bron - de stof - leer - bezighouden - het eind - de raad/tip - wrijven - spoelen - de beurt - het stripverhaal - losmaken - het hoofdstuk - de lezer - de boekenkast

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul hier de 10 gemaakte zinnen in.

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au travail! > les devoirs
  • Apprenez: Apprendre 6 - Unité 3 (p.92)


  • Corrigez: exercices ______
    > kijk na via HBL ELO
    > verbeter je fouten met een andere kleur.

Aan het einde van deze les .....
... begrijp ik het verschil tussen een adjectif en een adverbe.
... kan ik een bekend persoon beschrijven.
Youtube explication Adverbe
Quizlet - liste Unité 3

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies