In het slot van een betoog geeft de schrijver argumenten voor zijn mening
A
juist
B
onjuist
Slide 3 - Quizvraag
Een tweedeling vind je bij een:
A
beoordeling
B
betoog
Slide 4 - Quizvraag
Stel, je leest in een ingezonden brief: De provincie kan de busdiensten in deze regio beter opheffen. Argument: Dagelijks rijden hier bussen rond die helemaal leeg zijn. Is het argument een objectief of subjectief?
A
objectief
B
subjectief
Slide 5 - Quizvraag
subjectieve informatie is per definitie onbetrouwbaar
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
'Ik zie dat er in Urk veel politie op de been is.' Welk functiewoord is hier van toepassing?
A
verklaring
B
toelichting
C
constatering
D
stelling
Slide 7 - Quizvraag
'Wat vreselijk al die relschoppers' 'Welnee, die jongeren komen juist op voor hun rechten.' Welk functiewoord is hier van toepassing?