Subcutaan injecteren+ intramusculair injecteren + medisch rekenen injecties /vochtbalans

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMiddelbare schoolMBOLeerjaar 1Studiejaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les
12 uur; korte terugblik vorige les
12.10 uur; theorie subcutaan injecteren
12.30 uur;  demonstratie injectie klaarmaken in subcutaan injecteren
12.40 uur; oefenen injectie klaarmaken en subcutaan injecteren
13.00 uur; pauze
13.10 uur; theorie intramusculair injecteren
13.25 uur; demonstratie intramusculair injecteren
13.35 uur; oefenen intramusculair injecteren
14.00 uur; opdracht medisch rekenen maken


12.55 uur; oefenen subcutaan injecteren
13

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je benoemt op welke plekken je een subcutane injectie+ intramusculaire injectie mag geven
  • Je benoemt in welke laag van de huid je injecteert met een subcutane injectie en een intramusculaire injectie
  • Je benoemt de complicaties bij het geven van een subcutane injectie en een intramusculaire injectie
  • Je oefent het optrekken van medicatie uit een flacon
  • Je oefent het geven van een subcutane injectie en een intramusculaire injectie volgens protocol

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • het medicijn werkt sneller bij een injectie (bijvoorbeeld bij pijnklachten, allergische reactie)
  • bij braken of diarree
  • soms is het medicijn alleen per injectie toe te dienen
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond mag innemen ( darmoperatie, slikklachten)
  • wanneer de zorgvrager niets via de mond kan nemen (bewustzijnsdaling, tijdens operatie)
  • als er een constante spiegel in het bloed nodig is (bijvoorbeeld antibiotica, insuline, morfine)
Redenen waarom je een medicijn per injectie geeft:

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

subcutaan=onder de huid
intraveneus=in de ader
intramusculair=in de spier
intracutaan = in de bovenste huidlaag
Vormen van injectie

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ga je niet injecteren ?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

complicaties subcutaan injecteren 
● hematoom
● allergische reactie op de medicatie
● infectie door onvoldoende hygiënisch werken
● flauwvallen bij prikangst
  • "harde schijven" (lipo's/lipodystrofie)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

veiligheidsnaald
naaldenbekers

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injectienaalden
  • Diverse lengtes en diktes​ 
  • Kleuren zeggen iets over de diameter (Gauge) van de naald​ 
  • Voor elke injectiemethode gebruik je andere lengte en diameter​
  • Lengte is ook afhankelijk van de zorgvrager
  • Gebruik van veilige naalden is verplicht​
  • ​Zie schema op Vilans​


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injectie klaarmaken
  • Pas de regel van 5 toe 
  • ampul of flacon 
  • water voor injectie 
  • zwenken
  • ontluchten
  • glazen ampullen ook in naaldencontainer
  • waar gooi je medicatieflacon weg ?

Slide 13 - Tekstslide

Regel van 5:
  • juiste cliënt
  • juiste medicijn
  • juiste toediening
  • juiste dosering
  • juiste tijd

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidplooi techniek: 90 of 45 graden

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prikplaats
De buik, naast of rond de navel (voorkeur), houdt altijd 3 vingers afstand rond de navel.
de bovenkant van de bovenbenen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

EN ALTIJD MELDEN !! 

Bij een prikaccident komt er bloed (of andere lichaamsvloeistof) van de ene persoon in het lichaam van de ander. Ook snij-, bijt- of spatongevallen vallen onder de noemer ‘prikaccident’. In deze training beperken we ons tot de echte prikaccidenten, die kunnen gebeuren bij het injecteren. Er zijn heel wat maatregelen die je kunt nemen om prikaccidenten te voorkomen. Als je toch een prikaccident meemaakt, moet je direct een protocol volgen.

Kant en klare injectie
luchtbel niet verwijderen  
Kant en klare injecties
Luchtbel niet verwijderen

Slide 20 - Tekstslide

De luchtbel zorgt ervoor dat alle medicatie gespoten wordt en er niets achterblijft in de naald
Maak een lijsje met de benodigdheden voor een Subcutane injectie

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Demonstratie 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen praktijk

Naalden na gebruik direct dichtklappen !!
naalden en glazen ampullen na gebruik direct in de naaldencontainer !

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intramusculair injecteren

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar prik je met IM injecteren?
A
ader
B
bot
C
huid
D
spier

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Injectie I.M.


in het spierweefsel
loodrechttechniek 90 graden
rangeertechniek

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

armspier: 2 vingers onder zijkant sleutelbeen. 
dijbeenspier: hand in lies en hand boven knie, injecteren aan buitenzijde
bilspier rugzijde: bovenste buitenste kwadrant. bovenkant bilnaad horizontale lijn en dan door de helft
bilspier buikzijde: hand op heupbot, duim wijst naar been, wijsvinger spreiden. tussen wijs en middelvinger
Veiligheidsnaalden

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Injectietechniek
loodrecht-techniek 90 graden
rangeer-techniek 90 graden

Bloedvatcontrole 
Medicatie langzaam injecteren 

Slide 30 - Tekstslide

Rangeertechiek gebruik je om te voorkomen dat medicatie terug stroomt in het onderhuidse weefsel. Kan pijn of beschadiging veroorzaken
Hoeveelheid injectievloeistof
armspier: max. 2ml (vaccinaties)
dijbeenspier: max. 5 ml (pijnlijk)
 Grote bilspier (rugzijde): max. 4 ml
Middelste bilspier( buikzijde): 3 ml

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rangeertechniek
loodrechttechniek
huid 2-3 cm opzij trekken
voorkomen terugvloeien medicatie

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

bij welke injectie kan je 45 en 90 graden injecteren
A
intramusculair
B
subcutaan
C
intraveneuze
D
insuline injecteren

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient de rangeertechniek bij het i.m. injecteren?
A
niet terugvloeien medicatie
B
minder beschadiging aan huid
C
niet lekken van bloed
D
rangeertechniek gebruik je bij s.c. injectie

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor dient het terugtrekken van de zuiger bij I.M. injectie
A
controle of de naald in de spier zit
B
controle of de naald in een bloedvat zit
C
controle toegankelijkheid naald
D
Dit doe je alleen bij subcutane injectie

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze les

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies