Quiz grammatica TH1C
Wat is de persoonsvorm?
Wie heeft Theo gezien?
Wie heeft Theo gezien?
A
Wie
B
heeft
C
Theo
D
gezien
1 / 14
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Wat is de persoonsvorm?
Wie heeft Theo gezien?
Wie heeft Theo gezien?
A
Wie
B
heeft
C
Theo
D
gezien
Slide 1 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm?
Hoe laat is het?
Hoe laat is het?
A
hoe
B
laat
C
is
D
het
Slide 2 - Quizvraag
wat is het werkw. gezegde?
Ik eet een appel.
Ik eet een appel.
A
ik
B
eet
C
een appel
Slide 3 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
De man had een oude boom gekapt.
De man had een oude boom gekapt.
A
de man
B
had
C
gekapt
D
had gekapt
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het wg?
Ik wil een appeltaart bakken
Ik wil een appeltaart bakken
A
wil
B
bakken
C
wil bakken
D
een appeltaart
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het wg?
Hij belt je morgen wel weer terug.
Hij belt je morgen wel weer terug.
A
hij
B
belt
C
belt morgen
D
belt terug
Slide 6 - Quizvraag
Wat is het wg?
Vader is een brood aan het bakken
Vader is een brood aan het bakken
A
is
B
is bakken
C
is aan het bakken
D
is een brood aan het bakken
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het wg?
Hij probeert mij steeds te verwijderen.
Hij probeert mij steeds te verwijderen.
A
Probeert
B
verwijderen
C
probeert verwijderen
D
probeert te verwijderen
Slide 8 - Quizvraag
Wat is het wg?
Ik had gisteren willen gaan stemmen.
Ik had gisteren willen gaan stemmen.
A
had
B
had willen
C
had willen stemmen
D
had willen gaan stemmen
Slide 9 - Quizvraag
Hoe vind ik een persoonsvorm?
A
vraagzin maken
B
getal veranderen
C
tijdsproef
D
Alle drie, maar c is de beste
Slide 10 - Quizvraag
Wie / wat + wg = ond
In welke zinnen staat geen onderwerp?
In welke zinnen staat geen onderwerp?
Slide 11 - Open vraag
Hoe vind je het onderwerp?
A
Wie doet wat
B
wie / wat + pv
C
Wie / wat + wg
D
Alle ww in de zin
Slide 12 - Quizvraag
Wie / wat + wg = ond
Maar er is nog een manier, de onderwerpsproef. Leg deze eens uit?
Maar er is nog een manier, de onderwerpsproef. Leg deze eens uit?
