10 Herhalen
1 / 18
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers
Slide 3 - Quizvraag
Vereenvoudig
62
A
61
B
31
C
21
D
62
Slide 4 - Quizvraag
A
1/9
B
1/3
C
1/4
D
2/12
Slide 5 - Quizvraag
A
1/2
B
9/20
C
3/5
D
11/20
Slide 6 - Quizvraag
Hoe bereken je een deel van een hoeveelheid?
1
2
delen door de noemer
delen door de teller
vermenigvuldigen met de noemer
vermenigvuldigen met de teller
Slide 7 - Sleepvraag
van 49 is...
76
A
7
B
70
C
42
D
6
Slide 8 - Quizvraag
We gaan met de klas, 22 leerlingen en 2 coaches, op pad. We huren 5 persoons skelters. Hoeveel moeten we er huren?
A
4,8
B
4,4
C
5
D
4
Slide 9 - Quizvraag
Welke breuk hoort bij 75%?
A
5/7
B
5/6
C
4/5
D
3/4
Slide 10 - Quizvraag
Welke breuk hoort bij de procenten?
24% =
24% =
A
24/100 deel
B
2/4 deel
C
12/50 deel
D
6/25 deel
Slide 11 - Quizvraag
Hoeveel procent hoort bij de breuk 2/10 ?
A
10 %
B
25 %
C
50 %
D
20 %
Slide 12 - Quizvraag
Hoeveel procent hoort bij de breuk 3/5 ?
A
30 %
B
15 %
C
60 %
D
35%
Slide 13 - Quizvraag
Je kunt vermenigvuldigen met 1000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001
78,295 x 0,01 = 0,78295
78,295 x 0,01 = 0,78295
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Je kunt vermenigvuldigen met 000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001
78,295 x 100 = 78,29500
78,295 x 100 = 78,29500
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Je kunt vermenigvuldigen met 000; 100; 10; 0,1; 0,01 en 0,001
78,295 x 0,1 = 7,8295
78,295 x 0,1 = 7,8295
A
Waar
B
Niet waar
