In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Goedemorgen klas 4
Slide 1 - Tekstslide
Planning 3e en 4e lesuur:
Start thema 4 Voeding en vertering (boek 4B)
- Leerdoelen b1 Voedsel
- Uitleg enzymen + filmpje
- Vragen uit Lesson Up maken
- 4e lesuur: opdrachten b1 Biologie voor jou
- Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan de werking van enzymen beschrijven.
Ik kan beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie en bij voedselbederf.
Ik kan de manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd.
Slide 3 - Tekstslide
Basisstof 1 Voedsel
De cellen kunnen voedingsstoffen pas gebruiken als ze in het bloed kunnen worden opgenomen.
Daarvoor moeten eiwitten, koolhydraten en vetten kleiner gemaakt worden; dit heet VERTERING
Slide 4 - Tekstslide
Enzymen
Slide 5 - Woordweb
De rol van enzymen
Ze laten chemische reacties sneller gaan (o.a de vertering)
Het zijn eiwitten
Slide 6 - Tekstslide
Hoe werken enzymen?
Slide 7 - Tekstslide
Weetjes over enzymen
Ze zijn gevoelig voor de temperatuur en de zuurgraad
Ze werken specifiek
Slide 8 - Tekstslide
Enzymen
Hebben een minimum,
maximum en
optimumtemperatuur.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Vertering zetmeel
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Waar ligt de optimum temperatuur voor enzym Z?
Slide 13 - Open vraag
Schimmels gebruiken enzymen bij de vertering van een hondendrol. In de winter wordt een hondendrol op straat minder snel verteerd dan in de zomer.
Waardoor is dat verschil hier vooral te verklaren? 1 doordat de activiteit van enzymen afhangt van de temperatuur 2 doordat hun activiteit afhangt van de zuurgraad
A
door geen van beide
B
vooral doordat de activiteit afhangt van de temperatuur
C
vooral doordat de activiteit afhangt van de zuurgraad
D
door beide
Slide 14 - Quizvraag
Planning 3e en 4e lesuur:
Start thema 4 Voeding en vertering (boek 4B)
- Leerdoelen b1 Voedsel
- Uitleg enzymen + filmpje
- Vragen uit Lesson Up maken
- 4e lesuur: opdrachten b1 Biologie voor jou
- Afsluiting
Slide 15 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan de werking van enzymen beschrijven.
Ik kan beschrijven welke rol bacteriën en schimmels spelen bij de voedselproductie en bij voedselbederf.
Ik kan de manieren noemen waarop voedsel kan worden geconserveerd.
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Welke organismen zorgen voor de afbraak?
Slide 18 - Woordweb
bacteriën en schimmels (reducenten) kunnen nuttig zijn
Ze voeden zich met dode resten van organismen, waarbij voedingszouten vrijkomen
Ze kunnen gebruikt worden bij het maken van voedsel
Slide 19 - Tekstslide
Voedselproductie door bacteriën
-> Yoghurt ontstaat door speciale melkzuurbacteriën.
Energierijke stoffen uit melk worden omgezet in melkzuur.
Slide 20 - Tekstslide
Voedselproductie door gisten (= eencellige schimmel)
Bij gisting worden koolhydraten gebruikt. Hierbij komt koolstofdioxide en alcohol vrij.
Gist bij brooddeeg zorgt ervoor dat koolstofdioxide vrijkomt en brood luchtig wordt
Slide 21 - Tekstslide
Bacteriën en schimmels kunnen ook schadelijk zijn
Bacteriën en schimmels kunnen voedsel bederven
Dit kun je tegengaan door conserveren of koelen
Slide 22 - Tekstslide
Wat doen schimmels en bacteriën (reducenten) in de natuur?
A
Ze doen helemaal niets
B
Ze eten van de planten
C
Ze breken de dode resten van planten en dieren af
Slide 23 - Quizvraag
Conserveren is het langer houdbaar maken van verse producten
Dit doe je door de levensvoorwaarden van micro-organismen zo slecht mogelijk te maken