3. Klimaat Deel 2 CALA

AK les start over 3 min
Pak je pen je werkboek en aantekeningen schrift.
timer
3:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

AK les start over 3 min
Pak je pen je werkboek en aantekeningen schrift.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen:
  1. Je kunt uitleggen waarom het in het noorden van Chili droog is
  2. Je kunt de juiste kaart vinden in de atlas
  3. Je kunt het natuurverschijnsel El Niño beschrijven en uitleggen hoe het ontstaat.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkvorm: luchtdruk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies




Waarom is het ookalweer zo droog in Noord Chili?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atacama woestijn

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Subtropisch hogedrukgebied

Slide 8 - Tekstslide

Aantek:
Lucht daalt
Lucht kan meer waterdamp bevatten
Bewolking lost op en geen neerslag --> DROOG
Humboltstroom

Slide 9 - Tekstslide

Zeestroom
Komt vanaf zuidpool en is koud
Koude zeestroom koelt de lucht
Water verdampt niet (koud) en vormt zo geen neerslag
Andesgebergte

Slide 10 - Tekstslide

Andes houdt wind van Argentinië tegen.
Stuwingsregens ontstaan aan de oostzijde van Andes.
Chili ligt in de regenschaduw 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nu par 3.1 opdracht 5 & 6 Huiswerk 8,9,10.
Ter voorbereiding op de volgende les bestuderend lezen par 3.2

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

geografische breedteligging
Algemene regel:
Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.

Dit komt doordat:
1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn.
2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging t.o.v. de zee
algemene regel: zeewater warmt minder snel op en koelt minder snel af dan land.

  • Wind van zee is in de winter warmer
  • Wind van zee is in de zomer koeler

  • Een windje van zee neemt regen mee! (hoe verder van zee, hoe minder neerslag).

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Hoogteligging
  • hoe hoger hoe kouder
  • per 1000m stijging, wordt   temperatuur 6°C kouder
  • de hoogteligging bepaalt de   plantengroei in de bergen: 
     zie 


Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.

De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met welke klimaatfactor verklaar je nu het voorkomen van het hogedrukgebied?
Waardoor de droogste plek op aarde: de Atacamawoestijn zich hier bevindt?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ligging van gebergte
Algemene regel:
Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag. (loefzijde)

Als de lucht is afgekoeld gaat hij dalen en de lucht wordt warmer waardoor hij waterdamp vasthoudt, het blijft droog.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zee-en windstromen
warme zeestromen zorgen boven land voor:
  • verwarmend effect
  • meer verdamping, dus meer neerslag.
Koude zeestromen zorgen boven land voor:
-verkoelend effect
-minder waterdamp, dus droogte.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies