Je kunt uitleggen waarom Chili een unieke ligging heeft;
Je weet welke factoren van invloed zijn op het klimaat van Chili;
Je kunt het natuurverschijnsel El Niño beschrijven en uitleggen hoe het ontstaat.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
lesdoelen:
Je kunt uitleggen waarom Chili een unieke ligging heeft;
Je weet welke factoren van invloed zijn op het klimaat van Chili;
Je kunt het natuurverschijnsel El Niño beschrijven en uitleggen hoe het ontstaat.
Slide 1 - Tekstslide
1a. Chili is een uitgestrekt land en smal
1b. Chili heeft een unieke ligging in 2 verschillende luchtstreken: gematigde en tropen
Slide 2 - Tekstslide
1c. De grens tussen de twee luchtstreken wordt bepaald door de 18 graden isotherm v.d. koudste maand.
Slide 3 - Tekstslide
Klimaten lopen vaak evenwijdig aan de breedtegraden (breedtecirkels)
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
5 Klimaatfactoren (ook wel temperatuuractoren genoemd B37) bepalen het klimaat:
breedteligging
land-zeeverdeling
hoogteligging
ligging van gebergte
wind-en zeestromen
Slide 9 - Tekstslide
geografische breedteligging
Algemene regel: Hoe verder van de evenaar hoe kouder het is.
Dit komt doordat: 1. Zonnestralen warmteverliezen naarmate ze langer onderweg zijn. 2. De zonnestralen op hogere breedte een groter oppervlak moeten verwarmen.
Slide 10 - Tekstslide
Ligging t.o.v. de zee
algemene regel: zeewater warmt minder snel op en koelt minder snel af dan land.
Wind van zee is in de winter warmer
Wind van zee is in de zomer koeler
Een windje van zee neemt regen mee! (hoe verder van zee, hoe minder neerslag).
Slide 11 - Tekstslide
Hoogteligging
hoe hoger hoe kouder
per 1000m stijging, wordt temperatuur 6°C kouder
de hoogteligging bepaalt de plantengroei in de bergen:
zie
Hoe hoger op een berg, hoe kouder en dus hoe minder begroeiing.
De boomgrens (: punt waarop het te koud wordt voor bomen) ligt in de Alpen ongeveer op 1800 meter.
Slide 12 - Tekstslide
Met welke klimaatfactor verklaar je nu het voorkomen van het hogedrukgebied?
Waardoor de droogste plek op aarde: de Atacamawoestijn zich hier bevindt?
Slide 13 - Tekstslide
Ligging van gebergte
Algemene regel: Wind van zee neemt waterdamp mee, bij het gebergte stijgt de lucht, koelt af, waterdamp condenseert en dat geeft neerslag. (loefzijde)
Als de lucht is afgekoeld gaat hij dalen en de lucht wordt warmer waardoor hij waterdamp vasthoudt, het blijft droog.
Slide 14 - Tekstslide
Zee-en windstromen
warme zeestromen zorgen boven land voor:
verwarmend effect
meer verdamping, dus meer neerslag.
Koude zeestromen zorgen boven land voor:
-verkoelend effect
-minder waterdamp, dus droogte.
Slide 15 - Tekstslide
opgave 5a en 5b: GB 55e druk kaart 244 laat zeestromen zien.
De Humboldtstroom gaat richting het noorden
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
Verschillen in een El Nino jaar met de normale situatie
Temperatuur van het verschil
Luchtdrukgebieden zijn tijdens El Nino anders dan in een normale situatie.