§4.6 Nederland in de Tweede Wereldoorlog

Schrijf een aantal kenmerken (bv gebeurtenissen, personen, verschijnselen) die horen bij de Tweede Wereldoorlog in Nederland:
Hierna: plaatje Derde Rijk op hoogtepunt- 1941
1 / 35
volgende
Slide 1: Woordweb
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijf een aantal kenmerken (bv gebeurtenissen, personen, verschijnselen) die horen bij de Tweede Wereldoorlog in Nederland:
Hierna: plaatje Derde Rijk op hoogtepunt- 1941

Slide 1 - Woordweb

Hierna: leerdoelen
Situatie Derde Rijk, 1941- begin 1942.

Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind:
Je kunt 17 punten verdienen!
Hierna: uitleg opdracht.
1. kun je enkele kenmerken benoemen over het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Nederland;

2. weet je meerdere gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog in een juiste tijdsvolgorde te zetten

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Je krijgt zo een uitleg met tekst in dia's. 
In de tekst ontbreken dikgedrukte woorden (vaak geelgekleurd). 
Schrijf in een Word-document de woorden uit de tekst over die volgens jou dikgedrukt moeten zijn.


Hierna: plaatje Wilhelmina.

Slide 4 - Tekstslide

Maakt de koningin een juiste keuze of is zij een lafaard?
Hierna: 2 locaties in Google Maps.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Kaart

Slide 7 - Kaart

Op 10 mei 1940 4.00 uur valt nazi-Duitsland via een Blitzkrieg ook ons land aan. Na het bombardement op Rotterdam capituleert Nederland al na 5 dagen! 
Nazi-Duitsland wil ook meer lebensraum in het oosten en valt in 1941 ook Rusland aan (operatie Barbarossa).
1942 is een keerpunt in de WOII, want Nazi-Duitsland verliest dan voor de eerste keer een veldslag (de Slag om Stalinrad). Duitse soldaten vechten in deze veldslag tegen Sovjet-soldaten (het Rode Leger).

Slide 8 - Tekstslide

Twee jaar later verliest Nazi-Duitsland ook voor het eerst terrein aan het westfront door D-day (operatie Overlord) op 6 juni 1944. Deze operatie is bedacht door premier Churchill (Engeland), president Roosevelt (de VS) en Sovjet-dictator Stalin (de SU). 

Nazi-Duitsland gaat deze tweefrontenoorlog verliezen.
De eerste geallieerden bevrijden hierna Nederland vanaf sept 1944. De Slag om Arnhem (Operatie Market Garden) mislukt voor de geallieerden, waarna het noorden en westen van ons land de Hongerwinter gaat kennen. De Hongerwinter wordt versterkt door de Spoorwegstaking (vorm van verzet).

Slide 9 - Tekstslide

Tijdens de WOII in Nederland collaboreren meerdere mensen met nazi-Duitsland, bv NSB-stemmers.
Toch zijn er ook mensen die in verzet komen, de grootste vorm van verzet vindt plaats op 23 feb 1941 als bij een grote razzia in A'dam 400 joden worden opgepakt en gedeporteerd (bv naar doorgangskamp Westerbork).  
Gevolg is de Februari-staking, mensen gaan niet meer werken + mensen gaan protesteren op pleinen (niet alleen in A'dam).
Ter herinnering van de Februari-staking staan nu op een plein in A'dam een standbeeld (de Dokwerker). 
Hierna: woordenweb.

Slide 10 - Tekstslide

Schrijf in deze woordenweb de woorden over die je in Word hebt getypt:
Hierna: uitleg kijkopdracht bij filmpje..

Slide 11 - Woordweb

Opdracht: Je krijgt zo een filmpje te zien. Kopieer-plak onderstaande vragen in Word en geef tijdens het filmpje antwoord op de vragen. Later in de les lever je de antwoorden via Lesson Up in. Succes!
Hierna: filmpje Nederland in de WOII - Histoclips (+ 7 min).
1. Na welke gebeurtenis in mei 1940 capituleert Nederland?
2. Noem drie / vier landen uit Europa die Nazi-Duitsland bezet in de WOII:
3. Naar welk land vluchtten de Nederlandse regering en de koningin als Nederland wordt bezet?
4. In verschillende plaatsen in Nederland waren getto's. Wat zijn getto's?
5. Waarom moeten Joden in Nederland op een gegeven moment een gele (David)ster dragen?
6. Geef een omschrijving + een voorbeeld van het woord collaboreren
7. Welke gebeurtenis vindt plaats op 24 februari 1941?
8. Hoe reageren Duitse soldaten op deze gebeurtenis (zie vraag 7)?
9. Welke rol speelt Radio Oranje in de WOII?
10. Geef het goede schuingedrukte woord een andere kleur: 'Een aanslag plegen op een Nederlander die nauw samenwerkt met de Duitsers is een voorbeeld van collaboreren / verzet'. 
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
11. Het getal 25.000 wordt genoemd, waarom?
12. Hoeveel geld krijg je als je een Jood verraad?
13. Welk land van de Geallieerden bevrijd Zuid-Nederland eind 1944?
14. Wat is de naam van de staking die de Hongerwinter onbewust verergerd?
15. Wat zijn zwarthandelaren?
16. Welke gebeurtenis vindt plaat op 4 mei 1945

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

In 1940 valt nazi-Duitsland Nederland binnen.
Nadat Nazi-Duitsland de stad ........ bombardeert, geeft Nederland zich over.

Welke naam van een stad hoort op de stippellijntjes?
A
Dresden
B
Berlijn
C
Amsterdam
D
Rotterdam

Slide 14 - Quizvraag

Hoe heette de koningin van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog?
A
Juliana
B
Wilhelmina
C
Emma
D
Beatrix

Slide 15 - Quizvraag

Iemand die in oorlogstijd samenwerkt met de vijand, wordt ook wel genoemd een .....'
A
verzetsstrijder
B
dwangarbeider
C
collaborateur
D
geallieerde

Slide 16 - Quizvraag

Hiernaast zie je de voorkant van een boek.
Op de afbeelding staat een stippellijn en de tekst ‘De NSB-leider en zijn vertrouwelingen’.
In de titel van het boek is de achternaam van een persoon weggehaald.
Welke achternaam moet op de stippellijn worden ingevuld? (maak GEEN schrijffout).

Slide 17 - Open vraag

Een oude examenvraag. Hiernaast zie je een Nederlandse politieke poster uit 1940.
Op de poster staat: met Duitsland voor nieuw Europa.
Rondom de poster staan overal de woorden: voor nieuw Europa.

Deze poster is afkomstig van een Nederlandse politieke partij.
Welke politieke partij wordt bedoeld?
A
ARP
B
NSB
C
NSDAP
D
SDAP

Slide 18 - Quizvraag

De .... was een verzetsactie van het volk in met name Amsterdam, nadat een grote groep Joden via een razzia was opgepakt en naar een concentratiekamp werd weggevoerd.
A
de Spoorweg-staking
B
capitulatie-staking
C
De februari-staking
D
geen van de genoemde antwoorden is juist

Slide 19 - Quizvraag

Met Google-maps heb je bij deze Lesson Up-opdracht het standbeeld 'de dokwerker' bezocht.

Dit standbeeld staat ter herinnering aan....
A
het bombardement op Rotterdam
B
de Duitse inval in Nederland op 10 mei 1940.
C
de ballingschap van koningin Wilhelmina
D
de februari-staking

Slide 20 - Quizvraag


Er is in Nederland in 1941 gestaakt tegen de Duitse bezetter.

Onder welke naam staat de staking bekend? En wat was de aanleiding
van de staking?
A
naam: Februari-staking, aanleiding: de invoering van de gedwongen tewerkstelling
B
naam: Februari-staking, aanleiding: het oppakken van Joodse Amsterdammers
C
naam: Spoorwegstaking, aanleiding: de invoering van de gedwongen tewerkstelling
D
naam: Spoorweg-staking, aanleiding: het oppakken van Joodse Amsterdammers

Slide 21 - Quizvraag

Zet de volgende 4 gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:

1. Februari staking;
2. Het bombardement op Rotterdam;
3. De eerste Joden dragen een Jodenster.
4. Duitse regeringsleiders gaan Nederland besturen vanuit het Binnenhof (Den Haag)
A
2 --> 3 --> 1 --> 4
B
3 --> 2 --> 1 --> 4
C
2 --> 1 --> 4 --> 3
D
2 --> 1 --> 3 --> 4

Slide 22 - Quizvraag

Twee uitspraken:

I. Via Radio Oranje spreekt koningin Wilhelmina tijdens de Tweede Wereldoorlog het Nederlandse volk moed in om niet op te geven.

II. Een voorbeeld van een Jodenster is hiernaast te zien, alle Joden moesten van Adolf Hitler een Jodenster dragen.
Hierna: vervolg filmpje (+ 7 min)
A
Beide uitspraken zijn juist
B
Beide uitspraken zijn onjuist
C
Alleen uitspraak I is juist
D
Alleen uitspraak II is juist

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Een .......... is een gedwongen verplaatsing van een groep mensen (bijvoorbeeld een groep joden).
A
capitulatie
B
deportatie
C
collaboratie
D
tewerkstelling

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk hiernaast een print screen van 10:24.

Welke vlag ontbreekt bij het gele kruisje onderin het plaatje?
A
De vlag van Canada
B
De vlag van Australië
C
De vlag van Italië
D
De vlag van Nieuw-Zeeland

Slide 26 - Quizvraag

Bekijk hiernaast een print screen van 10:26.

Welk land stellen de twee pijlen rechts in het plaatje voor?
A
Rusland
B
China
C
Frankrijk
D
Sovjet-Unie

Slide 27 - Quizvraag


Klik op de afbeelding om in te zoomen.

De bron is gemaakt naar aanleiding van een bepaalde periode tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Welk begrip hoort bij deze periode?
A
Blitzkrieg
B
gedwongen tewerkstelling
C
Hongerwinter
D
mobilisatie

Slide 28 - Quizvraag

In welk jaartal is jouw woonplaats bevrijd?
A
1942
B
1943
C
1944
D
1945

Slide 29 - Quizvraag

Welke gebeurtenis heeft de Hongerwinter van 1944-1945 als het ware verergerd?
A
De Slag om Arnhem
B
De spoorwegstaking
C
De februaristaking
D
Het bombardement op Rotterdam

Slide 30 - Quizvraag

Welke rol speelt 4 mei 1945 in de Tweede Wereldoorlog?
A
De Hongerwinter is officieel afgelopen
B
De Spoorwegstaking start
C
De Duitsers in Nederland geven zich over
D
Duitsland heeft officieel de Tweede Wereldoorlog verloren

Slide 31 - Quizvraag

1. Deze poster is gemaakt naar aanleiding van de ... (Februaristaking / Spoorwegstaking).
2. Deze staking vond plaats in het jaar … 
(1940 / 1944).
3. Het verzoek om te staken kwam van de … 
(NSB / Nederlandse regering in ballingschap).
 4. De opdracht om deze poster te maken kwam 
van … (de Duitse bezetter / 
het Nederlandse verzet).
Klik op de afbeelding om in te zoomen.
Sleep de groene vinkjes steeds op het goede antwoord:
Hierna: sleepvraag.

Slide 32 - Sleepvraag

Hierna: evaluatie leerdoelen.

Slide 33 - Sleepvraag

Aan het eind:
- kun je enkele kenmerken benoemen over het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Nederland; 
- weet je meerdere gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog in een juiste tijdsvolgorde te zetten
Je kunt 17 punten verdienen!

Slide 34 - Tekstslide

Voeg hieronder een afbeelding toe van een gebeurtenis uit de Tweede Wereldoorlog die wel genoemd wordt in het lesboek, maar niet genoemd is in deze Lesson Up-opdracht.

Zorg ervoor dat op de afbeelding duidelijk zichtbaar is om welke gebeurtenis het gaat!

Slide 35 - Open vraag