1 vc en 1vb 27/2 vrijdag 1 /3 overig

4.2.3 De aantrekkingskracht van de groeiende stad
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

4.2.3 De aantrekkingskracht van de groeiende stad

Slide 1 - Tekstslide

Voorzieningen

Slide 2 - Woordweb

Stad
Dorp
Veel voorzieningen
Weinig voorzieningen
Mensen wonen dicht bij elkaar
Minder dan 10.000 inwoners
Meer dan 10.000 inwoners
Veel gebouwen
Veel infrastructuur

Slide 3 - Sleepvraag

Reisdoel 
-Je kan pullfactoren en pushfactoren bedenken voor de stad

Slide 4 - Tekstslide

Pullfactoren

Slide 5 - Tekstslide

Pushfactoren

Slide 6 - Tekstslide

Is het een push- of een pullfactor?

Slide 7 - Tekstslide

In de stad zijn veel voorzieningen 

Slide 8 - Tekstslide

In het dorp rijdt eens in het uur een bus

Slide 9 - Tekstslide

In de stad is veel overlast 

Slide 10 - Tekstslide

In het dorp kent iedereen elkaar 

Slide 11 - Tekstslide

In de stad is het erg druk 

Slide 12 - Tekstslide

In het dorp wonen veel familie en vrienden van jou

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Een natuurramp in je land is een push/ pull factor om te verhuizen
A
Push Factor
B
Pull Factor

Slide 15 - Quizvraag

Veel voorzieningen in de stad is een ....
A
push-factor
B
pull-factor

Slide 16 - Quizvraag

Wat is waar over Push en Pull factoren?
A
Oorlog is een pullfactor
B
Honger is een pull factor
C
Politiek kan een push en pull factor zijn.
D
Economie kan een push en pull factor zijn.

Slide 17 - Quizvraag

Mensen uit Syrië vertrekken naar Turkije vanwege de oorlog. Wat is die oorlog?
A
Een push-factor
B
Een pull-factor
C
Vertrekgebied
D
Emigratie

Slide 18 - Quizvraag

Waarom zorgt de schade aan de infrastructuur voor tekorten?
A
Mensen werken niet meer in de fabrieken maar gaan werken aan de infrastructuur.
B
Producten konden niet meer vervoerd worden.
C
De Duitsers hadden alles met zich meegenomen tijdens de oorlog.
D
Fabrieken konden niks meer produceren.

Slide 19 - Quizvraag

Infrastructuur
  • Voorzieningen die nodig zijn voor vervoer en communicatie. 
  • Zonder infrastructuur geen steden
  • Bijvoorbeeld luchthavens en spoorwegen, internetkabels. Welke voorbeelden nog meer ? en waarom is het zo belangrijk?

Slide 20 - Tekstslide

Wat is "infrastructuur"?
A
Een hobbelige weg
B
Autowegen
C
Autowegen en spoorwegen
D
Auto, spoor en waterwegen

Slide 21 - Quizvraag

Welke plaatjes horen bij infrastructuur?

Slide 22 - Sleepvraag

Wat hoort niet bij infrastructuur?
A
Kanalen
B
Schepen
C
Spoorlijn
D
Wegen

Slide 23 - Quizvraag

internet is geen onderdeel van de infrastructuur van een stad.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Door verbeterde infrastructuur kon Nederland sneller ontwikkelen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quizvraag

Welk plaatje is geen vorm van infrastructuur?
A
B
C
D

Slide 26 - Quizvraag

Kies voor elke zin het juiste woord
Arme
De stad
groenvoorziening
groot
het platteland 
infrastructuur
Klein
ontstedelijking
urbanisatie
Rijke
Als de bevolking in een stad groeit, noem je dit 
Dit gebeurt doordat mensen verhuizen van ___________naar __________.
Ook groeit de bevolking als mensen een ________________ gezin krijgen. 
De stad heeft een goede ___________ nodig om te zorgen dat het verkeer niet vastloopt. 
Vooral in ________ landen is dit een probleem, omdat steden hier het hardst groeien. 

Slide 27 - Sleepvraag

slechte infrastructuur 
bruggen bouwen 
snelle groei van de stad 
Oorzaak
Probleem
Oplossing

Slide 28 - Sleepvraag

Maak de opdrachten van 4.2.2
en 4.2.3 in Paspoort21

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video