hoofdstuk 11

11. projectbegroting en budgettering 
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
pmwMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

11. projectbegroting en budgettering 

Slide 1 - Tekstslide

11.1 projectbegroting

Slide 2 - Tekstslide

de projectbegroting
Geld
er zijn 4 oorzaken waardoor de begroting ver overschreden worden.

hieruit kun je als projectleider al lering trekken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

wat is een projectbegroting

Slide 5 - Open vraag

kosten zijn in drie scenario's beschreven. welke drie zijn dit?

Slide 6 - Open vraag

welke projectfase hoort er niet bij?
A
reflectiefase
B
initiatieffase
C
uitvoeringsfase
D
voorbereidingsfase

Slide 7 - Quizvraag

wat hoort er bij kostenposten bij en project

Slide 8 - Woordweb

11.2 de projectofferte

Slide 9 - Tekstslide

om een offerte uit te brengen moet je een voorcalculatie maken. welke 4 dingen zijn dit?

Slide 10 - Open vraag

welke inhoud zit er niet in de offerte
A
leverdatum
B
offertenummer
C
foto/ID
D
ondertekening

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

11.3 Budgetbewaking 

Slide 13 - Tekstslide

Is een begroting hetzelfde als een budget?
JA
NEE

Slide 14 - Poll

de belangrijkste taken van de budgethouder zijn?

Slide 15 - Woordweb

Welke kosten worden er zowel opgenomen in het budget bij het organiseren van een project?

Slide 16 - Open vraag

11.4 Vaste en variabele kosten

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

voorbeelden van vaste kosten

Slide 19 - Woordweb

Kies de 3 kostensoorten die vallen onder de variabele kosten.
A
de proportioneel variabele kosten
B
de defensief variabele kosten
C
de progressief variabele kosten
D
de degressief variabele kosten

Slide 20 - Quizvraag

11.5 BEP-analyse 

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de volledige benaming van BEP-analyse?

Slide 22 - Open vraag

BEP-formule 

Slide 23 - Tekstslide


11.6 kasboek

Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de aandachtspunten bij een kasboek?
A
kasbewijzen bewaren
B
kasboek opstellen
C
het afsluiten van het kasboek en kasverschillen
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 25 - Quizvraag

voorbeelden van kasbewijzen

Slide 26 - Woordweb

belangrijke aandachtspunten bij het bijhouden van het kasboek

Slide 27 - Open vraag


Het afsluiten van het kasboek en kasverschillen 
beginsaldo + ontvangsten - uitgaven = eindsaldo

Afsluiten van een kasboek gaat als volgt:
  • een eventueel kasverschil wordt geboekt
  • een kasteveel boek je als ontvangst en een kastekort boek je als uitgave
  • voeg de berekening van het kasverschil als boekingsdocument bij 
  • boek het eindsaldo met het werkelijke kassaldo op de creditzijde

Slide 28 - Tekstslide