Par. 7.1 & 7.3 Herhalen - oude versie

Welkom!

Bij binnenkomst
Stap 1: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 2: Zet de code voor LessonUp klaar (code links onderin).
Stap 3: Open je boek op blz. 186 en open je schrift bij de opdrachten van H7.




timer
2:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Bij binnenkomst
Stap 1: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 2: Zet de code voor LessonUp klaar (code links onderin).
Stap 3: Open je boek op blz. 186 en open je schrift bij de opdrachten van H7.




timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Dit gaan we doen deze les
    -Herhalen 7.1 & 7.3
    -Leerlingen thuis: aan de slag met opdrachten 7.1 & 7.3
    -Leerlingen in de klas: Proefwerk bespreken.

Slide 2 - Tekstslide

Welk voorbeeld past niet bij het begrip 'ruilen over de tijd'.
A
Henk studeert voor arts.
B
Ria gaat over 6 maanden op vakantie naar Spanje.
C
Zara bouwt per maand €400 pensioen op.
D
Bo leent €3.800 euro voor de aankoop van een scooter.

Slide 3 - Quizvraag

Ruilen over tijd
Bij ruilen over de tijd (intertemporele ruil) maak je een keuze tussen sparen en/of lenen: je kunt nu iets kopen (met geleend geld) of je kunt straks iets (groters) kopen (doordat je gespaard hebt).

De prijs van tijd is in alle gevallen de rente;
rente laag ---> nu consumeren/besteden
rente hoog ---> consumptie uitstellen, geld op spaarrekening


Slide 4 - Tekstslide

Welke twee premies zijn er voor de oude dag? (als je de pensioenleeftijd bereikt/met pensioen gaat)

Slide 5 - Open vraag

Premies voor de oude dag
Na de Tweede Wereldoorlog, tussen 1945-1955, werden er veel kinderen geboren, namelijk de babyboomers.

Een groot deel kreeg een baan en betaalde tijdens zijn werkzame leven twee premies voor de oude dag, namelijk:
  • Een AOW-premie om de ouderen van toen een uitkering te geven.
  • Een pensioenpremie aan het pensioenfonds om later zelf wanneer ze met pensioen gaan, nog een tweede uitkering te ontvangen.

Slide 6 - Tekstslide

Elke Nederlander heeft bij het bereiken van de pensioenleeftijd recht op een AOW-uitkering.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De AOW is gebaseerd op het kapitaaldekkingsstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de AOW-premie bij de volgende situatie:
Het aantal jongeren neemt af en het aantal ouderen neemt toe.
A
AOW-premie daalt of AOW-uitkering stijgt
B
AOW-premie daalt of AOW-uitkering daalt
C
AOW-premie stijgt of AOW-uitkering daalt.
D
AOW-premie stijgt of AOW-uitkering stijgt

Slide 9 - Quizvraag

De AOW
  • De AOW is geregeld in de Algemene ouderdomswet (AOW).
  • De AOW is gebaseerd op het omslagstelsel.
  • Een omslagstelsel is gevoelig voor veranderingen in de      bevolkingsopbouw.

Slide 10 - Tekstslide

Het pensioenstelsel is gebaseerd op het:
A
omslagstelsel
B
kapitaaldekkingsstelsel

Slide 11 - Quizvraag

Het pensioenstelsel is gevoelig voor:
A
Veranderingen in de bevolkingsopbouw
B
Veranderingen in de economische situatie.

Slide 12 - Quizvraag

Wie heeft er recht op een pensioenuitkering
A
alle werkenden die de pensioenleeftijd bereiken
B
alle inwoners van Nederland die de pensioenleeftijd bereiken
C
Alle werkenden die via hun werkgever pensioenpremie hebben betaald.
D
alle werkenden die met pensioen gaan.

Slide 13 - Quizvraag

Pensioen

  • Naast de AOW hebben 67-plussers nog een tweede inkomen, namelijk een pensioenuitkering.
  • De hoogte van de uitkering is afhankelijk van het vroegere loon en het aantal jaar dat je premie betaald.
  • Het pensioenstelsel is een voorbeeld van het kapitaaldekkingsstelsel:
Kapitaaldekkingsstelsel:

Een werknemer bouwt bij het pensioenfonds een kapitaal (spaarbedrag) op door maandelijks premie te betalen. Wanneer hij dan met pensioen gaat, wordt dit kapitaal gebruikt voor de pensioenuitkering.

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Paragraaf 7.1 - Maken opgave 1 t/m 10

Paragraaf 7.3 - Maken opgave 1 t/m 11

Klaar? Vraag om een nakijkblad en kijk je huiswerk gelijk na. 

Dit is huiswerk voor de eerst volgende les.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide