POEZIE_Les 3_verwoorden en verbinden

Les 3 - verwoorden en verbinden
> gedicht maken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Les 3 - verwoorden en verbinden
> gedicht maken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les  - Gedicht schrijven
Wat gaan we doen? 
5  min - Wat gaan we deze les doen?
20 min - Schrijfproces uitleggen 
10 min - Voorbeelden doornemen
----------- korte 'break'.... als er geen namen op het bord staan
20 min - Brainstormsessie (20 minuten) – aan de slag
10 min - Gedicht schrijven (10 minuten)  > thuis verder
5 min - uitleg Poëziecafé 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het einde van de les begrijp je de stappen van het schrijfproces.
1. Schrijfproces begrijpen: Je begrijpt de stappen van het schrijfproces, waaronder brainstormen, structureren, schrijven en reviseren.

2. Creatief schrijven: Je  schrijft je eigen gedicht over 'liefde'. Je weet hoe jebeeldspraak en persoonlijke ervaringen kuntgebruiken om je gedicht krachtiger te maken.

3. De volgende les:  Tijdens het poëziecafé heb je jouw liefdesgedicht voorgedragen en elkaar positieve feedback gegeven. .

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over poëzie en het schrijfproces?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Het schrijfproces
  • brainstormen, 
  • structureren, 
  • schrijven en verbeteren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brainstormen
  • Ideeën verzamelen. 

  • Sluit je ogen en denk aan een speciaal moment waarop je vlinders in je buik voelde. Noteer de woorden die in je opkomen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structureren
  • Hoe je je gedicht wilt opbouwen. 
  • Welke boodschap wil je overbrengen? 
  • Welke sfeer wil je creëren?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijven
Laat je creativiteit de vrije loop. Gebruik beeldspraak, vergelijkingen en metaforen om je gevoelens te versterken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reviseren (verbeteren)
Onthoud dat poëzie persoonlijk is en er geen strikte regels zijn. Laat je gevoelens spreken en geniet van het schrijfproces!

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldspraak - Wat is het? Hoe werkt het?
Het gebruik van figuurlijke taal om abstracte ideeën, gevoelens of situaties te verbeelden.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In dit gedicht wordt de schoonheid van de wolken vergeleken met iets dat alleen zichtbaar wordt als het plotseling verschijnt.
De beeldspraak versterkt het gevoel van verwondering en geluk.
“De wolken, nooit zo schoon dan als ze, omrand.
Door zolderramen, langs de lucht bewegen.
Alles is veel voor wie niet veel verwacht.
Het leven houdt zijn wonderen verborgen.
Tot het ze, opeens, toont in hun hogen staat.
Dit heb ik bij mijzelven overdacht,
Verregend, op een miezerigen morgen,
Domweg gelukkig, in de Dapperstraat.”
(Uit: “Domweg gelukkig in de Dapperstraat” - anoniem)
In dit gedicht wordt de schoonheid van de wolken vergeleken met iets dat alleen zichtbaar wordt als het plotseling verschijnt. De beeldspraak versterkt het gevoel van verwondering en geluk.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke ervaringen
Het gebruik van eigen emoties, herinneringen en observaties in poëzie.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag - 20 min
1. Brainstormsessie (20 minuten) – aan de slag
o Denk na over je gevoelens en ervaringen met liefde.
o Schrijf alle woorden, zinnen en beelden op die met liefde te maken hebben.


2. Gedicht schrijven (10 minuten) – aan de slag en thuis verder
o Start met het schrijven van hun eigen liefdesgedicht.
o Maak gebruik van je brainstorm sessie
o Wees creatief en origineel.


Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Voor de volgende keer

Poëziecafé 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies