Herhalingsles zenuwstelsel

Het zenuwstelsel
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
zorgSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Uit welke verschillende delen bestaat het zenuwstelsel?
  • de hersenen
  • het ruggenmerg
  • de zenuwen en zenuwbanen 

Slide 2 - Tekstslide

Je kan het zenuwstelsel op 2 manieren indelen. Welke?


  1. indeling volgens de bouw
  2. indeling volgens de functie = fysiologische indeling 

Slide 3 - Tekstslide

Geef de indeling volgens de bouw.
  • centraal zenuwstelsel
  • perifere zenuwstelsel 

Slide 4 - Tekstslide

Geef de indeling volgende de functie.
  • willekeurig zenuwstelsel
  • onwillekeurig zenuwstelsel 

Slide 5 - Tekstslide

Geef voorbeelden van bewuste reactie.
  • Een appel opnemen
  • op het bord schrijven
  • een lied zingen
  • met fluo mijn nota's markeren 

Slide 6 - Tekstslide

Geef voorbeelden van onbewuste reactie.
  • aanmaken hormonen
  • knipperreflex 
  • baby's stap en zuigreflex
  • snelle hartslag bij angst 

Slide 7 - Tekstslide

Waaruit bestaat het centraal zenuwstelsel?
  • de hersenen
  1.  de grote hersenen
  2. de kleine hersenen
  3. de hersenstam
  • het ruggenmerg

Slide 8 - Tekstslide

Wat weten we over de hersenen?
  • ze vormen het voornaamste orgaan van het zenuwstelsel
  • ze hebben het uitzicht van een walnoot 

Slide 9 - Tekstslide

De grote hersenen
  • bestaan uit twee grote hersenhelften: linker- en rechterhelft.
  • bouwkundig zijn beide hersenen gelijk. Hun functie is verschillend. 

Slide 10 - Tekstslide

Geef de taken van de grote hersenen
  • het verwerken van prikkels die opgevangen worden door de zintuigen
  • het regelen van bewuste bewegingen
  • het verwerken van gevoelens 

Slide 11 - Tekstslide

De kleine hersenen
  • liggen achter de grote hersenen. Ze bestaan uit twee symmetrische helften. 

Slide 12 - Tekstslide

Geef de taken van de kleine hersenen.
  • het regelen van de samenwerking van de spieren.
  • het regelen van de evenwichtscontrole. 

Slide 13 - Tekstslide

De hersenstam
  • is  de verbinding tussen de hersenen en het ruggenmerg 

Slide 14 - Tekstslide

Geef de taken van de hersenstam.
  • het controlecentrum voor de vitale functies
  • het waak- en slaapcentrum
  • het regelen van inwendige organen. 

Slide 15 - Tekstslide

Uit welke verschillende delen bestaat het zenuwstelsel?

Slide 16 - Open vraag

Geef een andere benaming voor: indeling volgens de functie

Slide 17 - Open vraag

Geef een andere benaming voor:
indeling volgens de bouw.

Slide 18 - Open vraag

Centraal zenuwstelsel omvat
A
hersenzenuwen en ruggenmergzenuw
B
de hersenen en het ruggenmerg
C
de bewuste reacties
D
de onbewuste reacties

Slide 19 - Quizvraag

bewuste reactie
Onbewuste reactie
Een blad papier opnemen
knipperreflex
snellere hartslag bij angst
Meezingen met een liedje
Een brief schrijven

Slide 20 - Sleepvraag

Het willekeurig zenuwstels
A
Staat niet onder invloed van de wil
B
Staat onder invloed van de wil

Slide 21 - Quizvraag

Het centraal zenuwstelsel bestaat uit?

Slide 22 - Open vraag

1 van de taken van de grote hersenen is?
A
het regelen van bewuste bewegingen
B
het waak- en slaapcentrum
C
het regelen van de evenwichtscontrole
D
het regelen van de samenwerken van de spieren

Slide 23 - Quizvraag

Elke hersenhelft bestuurt de bewegingen van de tegenovergestelde lichaamshelft.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Bescherming van de hersenen
  • hersenen zijn een weke en tere substantie
  • liggen in de schedel.
  • hersenen en hersenvliezen worden afgedekt door h. schedeldak
  • schedeldak bestaat uit 8 versch. beenderen -> verbonden dr schedelnaden
  • hersenen worden bij elkaar gehouden dr hersenvliezen 
  • tss de hersenvliezen -> hersenvocht
  • hoofdhaar, huis, vet- en spierlaag vormen eerste schokbrekers/

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de taak van het hersenvocht
  • het hersenvocht fungeert als stootkussen
  • her regelt de drukschommelingen in de schedel 

Slide 26 - Tekstslide

Noem enkele hersenletsels en/of -aandoeningen
  • hersenschudding
  • hersenbloeding
  • hersenvliesontsteking 

Slide 27 - Tekstslide

Het ruggenmerg
  • maakt deel uit v/h centraal zenuwstelsel
  • loopt door het midden van de wervelkolom tot aan het stuitbeen en staat bovenaan in rechtstreekse verbinding met de hersenstam.
  • In het ruggenmerg zitten de zenuwbanen.
  •  

Slide 28 - Tekstslide

Bescherming van het ruggenmerg
  • gebeurt op dezelfde wijze als de bescherming van de hersenen.
  • bot= wervelkolom
  • voortzetting van de hersenvliezen= ruggenmergvliezen
  • hersenvocht= ruggenmergvocht. 

Slide 29 - Tekstslide

Het perifeer zenuwstelsel
  • is een deel v/h zenuwstelsel dat buiten het centrale zenuwstelsel ligt. 
  • het vormt de verbinding van en naar de organen en het centrale zenuwstelsel 

Slide 30 - Tekstslide

Waaruit bestaat het perifere zenuwstelsel?
  • bestaat uit zenuwen -> opgebouwd uit zenuwcellen of neuronen
  • zenuwcellen bestaan uit een cellichaam en celuitloper
  • door de uitlopers worden kleine stroompjes van de cellen geleid, die het signaal uit de de hersenen omzetten in een beweging van de spieren. De stroompjes worden via de uitlopers  v/d cellen dr het lichaam geleid.

Slide 31 - Tekstslide

  • Al onze zenuwen vertrekken van uit of komen samen in het ruggenmerg en staan zo in verbinding met de hersenen. 

Slide 32 - Tekstslide

Er zijn verschillende soorten neuronen. Welke?
  • sensorische zenuwcel of gevoelszenuw
  • motorische zenuwcel of bewegingszenuwcel
  • schakelcel 

Slide 33 - Tekstslide

Bekijk schema pagina 64

Slide 34 - Tekstslide

Wat is leren?
Leren is een proces waarbij we kennis, vaardigheden en attitudes aanleren of verder ontwikkelen.

Slide 35 - Tekstslide

Wat is kennis?
wat je weet: leerstof, theorie, weetjes
bv. Je kan de delen van het oog opsommen.

Slide 36 - Tekstslide

wat zijn vaardigheden?
Wat je kunt!
Vaardigheden kun je leren, verbeteren en onderhouden.
bv. Je maakt het deeg volgend de juiste techniek

Slide 37 - Tekstslide

Wat zijn Attitudes?
  • Het gedrag dat je vertoont bij het uitvoeren van een handeling.
  • Attitudes kun je verwerven door er bewust aan te denken en aan te werken.

Slide 38 - Tekstslide

Competenties zijn?
zijn je eigen talenten om:
  • kennis
  • je vaardigheden
  • attitudes
in je werk en het leven in het algemeen toe te passen , met een goed resultaat als gevolg

Slide 39 - Tekstslide

Het proces wordt voorgesteld in drie stappen of fasen:
  • zintuigelijk geheugen: ontvangt en selecteert de zintuigelijke prikkels
  • kortetermijngeheugen: zeer korte opslag van een beperkte hoeveelheid gegevens
  • langetermijngeheugen:  door het herhalen en vastzetten van gegevens onthouden we zaken.

Slide 40 - Tekstslide

Geef de taak van het zintuigelijke geheugen.
  • ontvangt en selecteert de zintuigelijke prikkels
  • stuurt geselecteerde prikkels naar KTG 

Slide 41 - Tekstslide

Geef de taken van het kortetermijngeheugen
  • kort bij houden van beperkte informatie die binnenkomt
  • die informatie doorsturen naar het LTG
  • oproepen van informatie uit het LTG om die informatie te gebruiken .

Slide 42 - Tekstslide

Geef de taken van het kortetermijngeheugen.
  • lang bijhouden van onbeperkte informatie die binnenkomt
  • die informatie naar het KTG sturen als we daaruit informatie nodig hebben.  

Slide 43 - Tekstslide

Herhalen kan op twee manieren:
  • onderhoudsherhaling of pure herhaling
  • verdiepende herhaling of uitvoerige herhaling. 

Slide 44 - Tekstslide