SP_PA1_H3_La familia, posesivos, adjetivos

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

¡Hola!

Slide 3 - Tekstslide

  1. Ver el programa del Periodo 3
  2. Pronombres posesivos
  3. Adjetivos
  4. Hablar

Eind van de les ik kan/Al final de la clase puedo...
1. goed voorbereiden voor Periodo 3
2. een goede idee hebben van BN.
Plan para hoy

Slide 4 - Tekstslide

¡Hablemos!
¿Cómo te llamas? Me llamo ...
¿De dónde eres? Soy ...
¿Qué lenguas hablas? Hablo ...(holandés, 
berber, árabe, turco, francés, papiamento...)
¿Dónde vives? Vivo en ...
¿Cómo se llama tu madre? Ella se llama (ze heet...)
¿Cuántos hermanos y hermanas tienes? Tengo...y...
¿Cómo? Hoe?
¿Dónde? Waar?
¿Qué? Wat?
¿Quién? Wie

Slide 5 - Tekstslide

Mannelijke vorm
Vrouwelijke vorm
alto
alta
bajo
baja
inteligente
inteligente
azul-
azul-
voor het meervoud voeg een "s" toe!
[of "es" als het woord eindigt met een medeklinker]

Bijvoeglijke naamwoorden - Adjetivos

Slide 6 - Tekstslide

BN = Volgorde in de zin
                   
                    El pelo castaño
                    Los ojos azules
                    La chica simpática
                    Las zapatillas rojas

                    El chico es inteligente

Slide 7 - Tekstslide

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

el pelo... [blond = rubio]
timer
0:30
A
rubia
B
rubio
C
rurbias

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

el coche ... [azul = blauw]
timer
0:30
A
azul
B
azules
C
azulos

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

la casa... [mooi = bonito]
timer
0:30
A
bonito
B
bonitas
C
bonita

Slide 10 - Quizvraag

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

Mis hermanos son... [grappig = gracioso]
timer
0:30
A
graciosa
B
gracioso
C
graciosos

Slide 11 - Quizvraag

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

Mi padre es... [simpático = sympathiek, aardig]
timer
0:30
A
simpática
B
simpáticos
C
simpático

Slide 12 - Quizvraag

Kies de juiste bijvoeglijke naamwoord voor:

la profesora... [ saai = aburrido]
timer
0:30
A
aburrida
B
aburrido
C
aburridas

Slide 13 - Quizvraag

Ik begrijp hoe ik moet de BN toepassen aan verschillende woorden
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

Los posesivos posesivos

Slide 15 - Tekstslide

¿Cómo es tu mentor?
Ella es...(geef een karakteristiek)

Slide 16 - Open vraag

El verbo TENER (HEBBEN)
Yo
TENGO
Ik heb
TIENES
Jij hebt
El/Ella/Usted
TIENE
Hij/Zij/U heeft
Nosotros
Nosotras
TENEMOS
Wij hebben
Vosotros
Vosotras
TENEIS
Jullie hebben
Ellos/Ellas
TIENEN
Ze hebben

Slide 17 - Tekstslide

Vocabulario
La familia

Slide 18 - Tekstslide

¡A practicar! Vocabulario
Hacer click aquí:

https://wordwall.net/resource/14756208

https://wordwall.net/resource/12247234

TENER: https://wordwall.net/resource/14186307

Slide 19 - Tekstslide

La familia
- Leer Esta es mi familia (p. 29)
- Anotar los nombres de cada persona 
y su rol en la familia

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

¡Gracias!
Hasta la próxima

Slide 22 - Tekstslide