Les 5

H1: Arm & Rijk
Huygens College - 3TL
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H1: Arm & Rijk
Huygens College - 3TL

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Binnenkomst + absentie (5 min)
Bespreken huiswerk (15 min)
Wat weten we nog van de vorige les? Check! (5 min)
Leerdoelen (5 min)
Bespreken + verwerken 'Regionale verschillen in Nederland, deel 2' (20 min)
Aan het werk (10 min)
Afsluiting (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Bespreken huiswerk
Hoe: In groepjes van 2 a 3 leerlingen bespreek je de opdrachten hieronder + klassikaal vraag 6

Tijd: 07.30 minuten (groepjes) + 07.30 minuten (klassikaal)

Wat?
Werkboek bladzijde 12 + 13
Vraag 1 + 4 + 7

Klaar? Bespreek ook met elkaar de antwoorden op vraag 7
timer
7:30

Slide 3 - Tekstslide

Je zou Nederland in drie stukken kunnen verdelen: 1. de grote steden, 2. het landelijk gebied, 3. de dorpen rondom de grote steden.

In welk van deze drie gebieden is het inkomen het hoogst?
A
de grote steden
B
het landelijk gebied
C
de dorpen rondom de grote steden
D
Nederland is een rijk land, overal is het inkomen even hoog

Slide 4 - Quizvraag

Je zou Nederland in drie stukken kunnen verdelen: 1. de grote steden, 2. het landelijk gebied, 3. de dorpen rondom de grote steden.

In welk van deze drie gebieden is de levensverwachting het hoogst?
A
de grote steden
B
het landelijk gebied
C
de dorpen rondom de grote steden
D
Nederland is een rijk land, overal is de levensverwachting even hoog

Slide 5 - Quizvraag

Of je nou in de stad woont of op het platteland, aan beide woonplaatsen zitten voor en nadelen. Deze voor- en nadelen zou je kunnen indelen in de categorieën 'Welvaart' en 'Welzijn'. Doe dit door de onderdelen naar de juiste plaats te slepen.
Welvaart
Welzijn
Hoog inkomen
Veel (groene) ruimte
Betere luchtkwaliteit
Veel voorzieningen
Veel werkgelegenheid

Slide 6 - Sleepvraag

Noem tenminste 1 dorp rondom Amsterdam waar het inkomen + de levensverwachting hoger is dan in de stad zelf.

Slide 7 - Open vraag

Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe zit het met de verschillen in welvaart en welzijn binnen Nederland?

Aan het einde van deze les kun je:
  • landelijke- en stedelijke gebieden in Nederland vergelijken op basis van welvaart en welzijn;
  • op een inkomens kaart gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere welvaart en levensverwachting;
  • het verband tussen inkomen, manier van leven en gezondheid uitleggen;
  • Maatregelen noemen die de overheid neemt om de welvaart, gezondheid en omgeving te verbeteren;

Slide 8 - Tekstslide

A
B

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk de kaart A en B op de volgende dia en beantwoord de volgende vragen:

Kaart A:
1. Waar in Nederland is het inkomen het hoogst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)
2. Waar in Nederland is het inkomen het laagst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)
3. Hoe zou het verschil in inkomen veroorzaakt worden denk je?

Kaart B:
4. Waar in Nederland is de levensverwachting het hoogst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)
5. Waar in Nederland is de levensverwachting het laagst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)

6. Vergelijk de antwoorden van vraag 1 + 2 met de antwoorden op vraag 4 + 5. 
Is er sprake van een verband? En zo ja, wat is dan dit verband?

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het verband tussen kaart A en kaart B?

Slide 11 - Open vraag

Vandaag
- Hoe gaat het? 
- Korte herhaling 
- Verder met paragraaf 1.5 
- Start 1.6

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen
1. Je kent de begrippen arbeidsmarkt en gezondheidszorg
2. je weet hoe de Gini Coëfficiënt werkt 

Slide 13 - Tekstslide

Begrippen: Levensverwachting

Slide 14 - Open vraag

Begrippen: Zuigelingensterfte

Slide 15 - Open vraag

Begrippen: Congestie

Slide 16 - Open vraag

Begrippen: Alfabetiseringsgraad

Slide 17 - Open vraag

Begrippen: Beroepsbevolking

Slide 18 - Open vraag

Begrippen: Bebouwingsdichtheid

Slide 19 - Open vraag

Begrippen: Vergrijzing

Slide 20 - Open vraag

Begrippen: Welvaart

Slide 21 - Open vraag

Begrippen: BNP

Slide 22 - Open vraag

Begrippen: Welvaart

Slide 23 - Open vraag

Het beleid van de overheid
Op de vorige dia's heb je gezien dat er een verband bestaat tussen inkomen en levensverwachting -> 
Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de levensverwachting.

Hoe zit dit?
Mensen met een hoger inkomen, hebben geld om gezondere keuzes te maken.
Zo hebben zij het geld om (doorgaans duurdere) groentes en fruit te kopen en voor een sportabonnement.

Maar de Nederlandse overheid heeft als taak te zorgen voor álle Nederlanders. 
Daarom probeert de overheid met beleid de verschillen in inkomen, gezondheid en leefomgeving kleiner te maken.

Slide 24 - Tekstslide

Inkomensongelijkheid
Laag getal = weinig inkomensongelijkheid. Er zijn geen grote verschillen in inkomen tussen de inwoners in het land. Iedereen zit in het midden.

Hoog getal = grote inkomensongelijkheid. Er is een groep mensen die heel veel geld verdient en een groep mensen die heel weinig geld verdient. De groep in het midden ontbreekt.

Gini Coëfficiënt

Slide 25 - Tekstslide

Inkomensongelijkheid
Vergelijk de inkomensongelijkheid van Nederland met ->

1. De Verenigde Staten
2. Brazilië
3. China
4. Australië

Bedenk hoe de Nederlandse overheid de verschillen in inkomen tussen de Nederlanders probeert te verkleinen.


Slide 26 - Tekstslide

Aanpak inkomensongelijkheid
De Nederlandse overheid probeert de inkomensverschillen in Nederland zo klein mogelijk te maken.

Dit doet de overheid als volgt:
- Mensen die meer verdienen betalen meer belasting dan mensen die minder verdienen.
- Mensen die minder verdienen worden gecompenseerd met subsidies (bijvoorbeeld huur- en zorgsubsidie).


Slide 27 - Tekstslide

De leefomgeving
De Nederlandse overheid probeert ook de kwaliteit van de woon- en leefomgeving te verbeteren.
Zo probeert ze verpaupering (verval) van buurten tegen te gaan door woningen op te knappen (=renovatie) of te slopen (=sanering). In dat laatste geval worden er dan nieuwe, moderne woningen terug gebouwd.
Renovatie om de woonkwaliteit te verbeteren

Slide 28 - Tekstslide

Gezondheid 
De overheid bemoeit zich ook volop met onze gezondheid.
Zo waarschuwt de overheid ons voor de gevaren van:
- Roken
- Alcohol
- Te vet eten
- Te veel suiker
- Te weinig bewegen
Al deze dingen kunnen leiden tot welvaatziektes -> ziektes die het gevolg zijn van onze hoge welvaart.

Slide 29 - Tekstslide

Waarom is de overheid zo bezorgd over onze gezondheid denk je?

Slide 30 - Open vraag

Aan het werk paragraaf 1.5 afmaken of starten 1.6
Hoe: In tweetallen maken jullie de opdrachten hieronder. 

Hulp: Komen jullie er onderling niet uit dan kijk je eerst in je boek. Lukt het echt niet, dan roep je de meester!

Tijd: 10 minuten

Wat?
Werkboek bladzijde 16 + 17
Maken vraag 1 + 2 + 4

Klaar? Maak ook vraag 5 + vraag 7 (met de leerdoelen check je voor jezelf of je de stof begrepen hebt)
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

Afronding
Wat hebben we geleerd?
Hoe hebben we meegedaan?
Huiswerk

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe zit het met de verschillen in welvaart en welzijn binnen Nederland?

Aan het einde van deze les kun je:
  • landelijke- en stedelijke gebieden in Nederland vergelijken op basis van welvaart en welzijn;
  • op een inkomens kaart gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere welvaart en levensverwachting;
  • het verband tussen inkomen, manier van leven en gezondheid uitleggen;
  • Maatregelen noemen die de overheid neemt om de welvaart, gezondheid en omgeving te verbeteren;

Slide 33 - Tekstslide

Wat heb ik deze les geleerd?

Slide 34 - Open vraag

Hoe heb ik deze les meegedaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

Huiswerk
Werkboek bladzijde 16 + 17
Maken vraag 1 + 2 + 4
Met vraag 7 kun je controleren of je de stof goed begrepen hebt!
Doorlezen paragraaf 1.5

Slide 36 - Tekstslide