1.6 het beleid van de overheid

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 1.6
Het beleid van de overheid
Arm en rijk
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Arm en rijk
Paragraaf 1.1

Paragraaf 1.6
Het beleid van de overheid
Arm en rijk

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Korte herhaling 1.5 + bespreken opdracht 
Uitleg 1.5 
Aan de slag opdrachten 1.6

Denk eraan 21 november inleveren PO! 

Slide 2 - Tekstslide

Je zou Nederland in drie stukken kunnen verdelen: 1. de grote steden, 2. het landelijk gebied, 3. de dorpen rondom de grote steden.

In welk van deze drie gebieden is het inkomen het hoogst?
A
de grote steden
B
het landelijk gebied
C
de dorpen rondom de grote steden
D
Nederland is een rijk land, overal is het inkomen even hoog

Slide 3 - Quizvraag

Je zou Nederland in drie stukken kunnen verdelen: 1. de grote steden, 2. het landelijk gebied, 3. de dorpen rondom de grote steden.

In welk van deze drie gebieden is de levensverwachting het hoogst?
A
de grote steden
B
het landelijk gebied
C
de dorpen rondom de grote steden
D
Nederland is een rijk land, overal is de levensverwachting even hoog

Slide 4 - Quizvraag

Noem tenminste 1 dorp rondom Amsterdam waar het inkomen + de levensverwachting hoger is dan in de stad zelf.

Slide 5 - Open vraag

Of je nou in de stad woont of op het platteland, aan beide woonplaatsen zitten voor en nadelen. Deze voor- en nadelen zou je kunnen indelen in de categorieën 'Welvaart' en 'Welzijn'. Doe dit door de onderdelen naar de juiste plaats te slepen.
Welvaart
Welzijn
Hoog inkomen
Veel (groene) ruimte
Betere luchtkwaliteit
Veel voorzieningen
Veel werkgelegenheid

Slide 6 - Sleepvraag

Leerdoelen
Hoofdvraag: Hoe zit het met de verschillen in welvaart en welzijn binnen Nederland?

Aan het einde van deze les kun je:
  • landelijke- en stedelijke gebieden in Nederland vergelijken op basis van welvaart en welzijn;
  • op een inkomens kaart gebieden aanwijzen met een lagere en een hogere welvaart en levensverwachting;
  • het verband tussen inkomen, manier van leven en gezondheid uitleggen;
  • Maatregelen noemen die de overheid neemt om de welvaart, gezondheid en omgeving te verbeteren;

Slide 7 - Tekstslide

Bekijk de kaart A en B op de volgende dia en beantwoord de volgende vragen:

Kaart A:
1. Waar in Nederland is het inkomen het hoogst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)
2. Waar in Nederland is het inkomen het laagst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)
3. Hoe zou het verschil in inkomen veroorzaakt worden denk je?

Kaart B:
4. Waar in Nederland is de levensverwachting het hoogst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)
5. Waar in Nederland is de levensverwachting het laagst? (Kies uit: Noord, Oost, Zuid, West)

6. Vergelijk de antwoorden van vraag 1 + 2 met de antwoorden op vraag 4 + 5. 
Is er sprake van een verband? En zo ja, wat is dan dit verband?

Slide 8 - Tekstslide

A
B

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het verband tussen kaart A en kaart B?

Slide 10 - Open vraag

Het beleid van de overheid
Op de vorige dia's heb je gezien dat er een verband bestaat tussen inkomen en levensverwachting -> 
Hoe hoger het inkomen, hoe hoger de levensverwachting.

Hoe zit dit?
Mensen met een hoger inkomen, hebben geld om gezondere keuzes te maken.
Zo hebben zij het geld om (doorgaans duurdere) groentes en fruit te kopen en voor een sportabonnement.

Maar de Nederlandse overheid heeft als taak te zorgen voor álle Nederlanders. 
Daarom probeert de overheid met beleid de verschillen in inkomen, gezondheid en leefomgeving kleiner te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Inkomensongelijkheid
Laag getal = weinig inkomensongelijkheid. Er zijn geen grote verschillen in inkomen tussen de inwoners in het land. Iedereen zit in het midden.

Hoog getal = grote inkomensongelijkheid. Er is een groep mensen die heel veel geld verdient en een groep mensen die heel weinig geld verdient. De groep in het midden ontbreekt.

Slide 12 - Tekstslide

Inkomensongelijkheid
Vergelijk de inkomensongelijkheid van Nederland met ->

1. De Verenigde Staten
2. Brazilië
3. China
4. Australië

Bedenk hoe de Nederlandse overheid de verschillen in inkomen tussen de Nederlanders probeert te verkleinen.


Slide 13 - Tekstslide

Aanpak inkomensongelijkheid
De Nederlandse overheid probeert de inkomensverschillen in Nederland zo klein mogelijk te maken.

Dit doet de overheid als volgt:
- Mensen die meer verdienen betalen meer belasting dan mensen die minder verdienen.
- Mensen die minder verdienen worden gecompenseerd met subsidies (bijvoorbeeld huur- en zorgsubsidie).


Slide 14 - Tekstslide

De leefomgeving
De Nederlandse overheid probeert ook de kwaliteit van de woon- en leefomgeving te verbeteren.

Zo probeert ze verpaupering (verval) van buurten tegen te gaan door woningen op te knappen (=renovatie) of te slopen (=sanering). In dat laatste geval worden er dan nieuwe, moderne woningen terug gebouwd.
Renovatie om de woonkwaliteit te verbeteren

Slide 15 - Tekstslide

Gezondheid 
De overheid bemoeit zich ook volop met onze gezondheid.
Zo waarschuwt de overheid ons voor de gevaren van:
- Roken
- Alcohol
- Te vet eten
- Te veel suiker
- Te weinig bewegen
Al deze dingen kunnen leiden tot welvaatziektes -> ziektes die het gevolg zijn van onze hoge welvaart.

Slide 16 - Tekstslide

Waarom is de overheid zo bezorgd over onze gezondheid denk je?

Slide 17 - Open vraag

Aan het werk
In tweetallen maken jullie de opdrachten bij 1.6.

Komen jullie er onderling niet uit dan kijk je eerst in je boek. Kom je er samen niet uit? Vraag om hulp!  

Klaar? Ga aan de slag met de opdrachten uit het werkboek. 

Slide 18 - Tekstslide

Afronding
Wat zou je nog willen bespreken voor de toetsweek?
Kijk in je boek en schrijf je antwoord op de post-it! 

Slide 19 - Tekstslide