In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
§10.4 Titreren
Slide 1 - Tekstslide
Noteer de reactievergelijking tussen azijnzuur en natronloog
timer
2:00
Slide 2 - Open vraag
§10.4 Titreren
Slide 3 - Tekstslide
Azijn
Niet alle azijn is even sterk.
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) controleert of producten voldoen aan de veiligheidseis.
Slide 4 - Tekstslide
Azijn
In natuur- of tafelazijn moet ongeveer 40 gram azijn per liter zitten.
In schoonmaakazijn zit 80 – 150 gram azijnzuur per liter.
Slide 5 - Tekstslide
Titreren
Als je onderzoekt hoeveel azijnzuur in tafelazijn zit, dan vergelijk je de tafelazijn met een azijnzuuroplossing die een bekende hoeveelheid azijnzuur bevat.
Deze methode heet titreren.
Slide 6 - Tekstslide
Titreren
Triteren doe je met een buret.
Dat is een glazen buis met nauwkeurige meetstreepjes.
In de buret zit de basische oplossing.
Slide 7 - Tekstslide
Hoe een buret af te lezen
Slide 8 - Tekstslide
Titreren
Voeg je zuur toe met extra water en een indicator (fenolftaleïne)
Lees je beginstand in je buret af
Voeg druppelsgewijs de basische oplossing in de buret toe
Stop met toevoegen zodra de kleur blijvend is veranderd
Lees de eindstand af
Slide 9 - Tekstslide
Hoe bereken je de sterkte van je zuur?
Je begint met 1 mL azijn
1,0 mL komt overeen met
1,2 mg azijnzuur
Hoeveel azijnzuur zit in je oplossing?
natronloog (mL)
azijnzuur (mg)
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
Zoek §10.4 op
Maak opgave 111, 112, 113
Slide 11 - Tekstslide
Woensdag: toets
Dit moet je kennen/kunnen:
Ken alle zuren (namen en formules)
Ken alle basen (namen en formules)
De zuurbase-reacties (4 'standaard' reacties)
Pas de zuurbase-reacties toe bij verschillende stoffen