20230206 Maandag

Maandag 6 februari 2023
Goedemorgen!
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Maandag 6 februari 2023
Goedemorgen!

Slide 1 - Tekstslide

OCHTEND

08.15 - 08.30 Inloop / Jeugdjournaal
08.30 - 09.15 NEDERLANDS
09.15 - 10.00 WISKUNDE
10.00 - 10.15 PAUZE
10.15 - 11.15 BIOLOGIE
11.15 - 12.00 GYM
12.00 - 12.30 PAUZE
MIDDAG

12.30 - 13.15 MENS&MAATSCHAPPIJ
13.15 - 13.45 SOVA
14.00 - 14.15 KEUZE

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

NEDERLANDS

Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 TOEKOMST
We kijken eerst naar de instructie van BK

Leerdoel
BK In deze les leer je over lastige werkwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Hoofdstuk 5 TOEKOMST
Maken
BK De opdrachten bij Taalverzorging 2: Lastige werkwoorden.




Nu gaan we naar de instructie van TL.

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 TOEKOMST
Leerdoel
TL In deze les leer je over over de trappen van vergelijking en als en dan.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Hoofdstuk 5 TOEKOMST
Maken
TL De opdrachten bij Taalverzorging 2 | Vergelijken.

Slide 10 - Tekstslide

WISKUNDE

Slide 11 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 Formules en Vergelijkingen
TL gaat aan het werk met §5.3, de instructie volgt na die van BK

BK Leerdoel
In deze les leer je het begrip vergelijking.

In deze les wat er wordt bedoeld met oplossing van een vergelijking.

Slide 12 - Tekstslide

BK

Slide 13 - Tekstslide

BK

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 TOEKOMST
Maken
BK De opdrachten bij §5.3 Vergelijking en oplossingen



Nu volgt de instructie voor TL (Renso en Jacco)

Slide 15 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 Formules en Vergelijkingen
TL Leerdoel
In deze les leer je het hellingsgetal en het startgetal uit een tabel aflezen.
In deze les leer je het startgetal en hellingsgetal bij een lineaire grafiek aangeven.

We kijken naar het instructiefilmpje Theorie 1 bij §5.3

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Hoofdstuk 5 TOEKOMST
Maken
TL De opdrachten bij §5.3 Hellingsgetal en startgetal


Slide 18 - Tekstslide

BIOLOGIE

Slide 19 - Tekstslide

Thema 4 Bloedsomloop
BK Leerdoelen
Je kan na deze les de bestanddelen van bloed noemen met hun functies.



Slide 20 - Tekstslide

Haarvaten
Slagaders vervoeren het bloed naar de organen toe. Bij de organen vertakken de slagaders zich. In afbeelding 4 zie je de bloedvaten in de hand. De bloedvaten worden steeds kleiner. De kleinste bloedvaten heten haarvaten. Haarvaten liggen overal in je lichaam.


De wanden van haarvaten zijn heel dun. Vocht uit het bloed kan door deze wand heen. In dat vocht zitten zuurstof en voedingsstoffen. Dit vocht gaat naar de cellen in je lichaam. De bloeddruk in haarvaten is lager dan de bloeddruk in slagaders, maar hoger dan die in aders.

In de cellen ontstaan koolstofdioxide en andere afvalstoffen. Vocht met deze afvalstoffen gaat terug naar de haarvaten. Koolstofdioxide en andere afvalstoffen komen zo in het bloed terecht.

Slide 21 - Tekstslide

Aders
De haarvaten komen samen in grotere bloedvaten. Deze bloedvaten heten aders. Door de aders stroomt het bloed weer terug naar het hart. Het bloed in de aders bevat weinig zuurstof. De bloeddruk in de aders is laag.

De wanden van de aders zijn dun. Ze zijn dunner dan de wanden van slagaders, maar dikker dan de wanden van haarvaten. In de aders voel je geen hartslag. Sommige aders liggen dicht onder de huid. Bijvoorbeeld op je handen (zie afbeelding 5).

Aders hebben op veel plaatsen kleppen. In afbeelding 6 zie je deze kleppen in de aders. Door deze kleppen kan het bloed niet terugstromen naar de organen.

Slide 22 - Tekstslide

Thema 4 Bloed §4.2 Bloedvaten
Maken
BK §4.2 De bloedvaten Opdrachten 5 t/m 8



Nu gaan we naar de instructie van TL (Renso en Jacco)

Slide 23 - Tekstslide

Thema 4 Bloedsomloop
TL Leerdoelen
Je kan na deze les de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies.



Slide 24 - Tekstslide

Kleine bloedsomloop
Het hart is een dubbele pomp. De rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed weer terug naar het hart. Dit deel van de bloedsomloop heet de kleine bloedsomloop (zie afbeelding 4). In de kleine bloedsomloop wordt zuurstof opgenomen in het bloed en koolstofdioxide afgegeven aan de lucht. Dit gebeurt in de longen.
Grote bloedsomloop
Vanuit de kleine bloedsomloop komt het bloed in de linkerhelft van het hart. Deze harthelft pompt het bloed door de organen in het hele lichaam (zie afbeelding 4). Vanuit de organen stroomt het bloed weer terug naar de rechterhelft van het hart. Dit deel van de bloedsomloop heet de grote bloedsomloop.

In de grote bloedsomloop worden zuurstof en voedingsstoffen (zoals glucose) afgegeven aan de cellen. Koolstofdioxide en andere afvalstoffen worden opgenomen in het bloed.Per omloop stroomt het bloed twee keer door het hart. Daarom noem je de bloedsomloop bij mensen een dubbele bloedsomloop.

Slide 25 - Tekstslide

Thema 4 Bloed §4.2 Bloedvaten
Maken
TL §4.2 Bloedsomloop Opdrachten 6 t/m 9

Slide 26 - Tekstslide

GYM
11.15 uur - 12.00 uur
Gymzaal op De Diken

Slide 27 - Tekstslide

Mens & Maatschappij 

Slide 28 - Tekstslide

Hoofdstuk 5 De macht verschuift 
§5.3 Globalisering: één wereld?
Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen waardoor het lijkt of de wereld kleiner is geworden.

Aan het einde van deze paragraaf begrijp je dat door ICT gebieden op aarde beter met elkaar zijn verbonden dan vroeger.

Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen wat met globalisering wordt bedoeld.

Aan het einde van deze paragraaf kun je uitleggen wat de voor- en nadelen van sociale media zijn.


Slide 29 - Tekstslide

Door de sterke verbetering van communicatiemiddelen en transportmiddelen kunnen mensen, goederen en informatie steeds sneller en over grotere afstanden vervoerd worden.
§5.3 Globalisering

Slide 30 - Tekstslide

Door de digitalisering en de informatie- en communicatietechnologie (ICT) zijn gebieden op aarde steeds beter met elkaar verbonden.


§5.3 Globalisering

Slide 31 - Tekstslide

Het proces van globalisering gebeurt op vier terreinen: economisch, sociaal, cultureel en politiek. Korte reis- en levertijden zijn een voordeel van globalisering, maar er zijn ook nadelen (virussen).
§5.3 Globalisering

Slide 32 - Tekstslide

DSociale media zijn internettoepassingen (platformen) waar gebruikers informatie met elkaar delen. Het gebruik van sociale media heeft voordelen (snel nieuws delen), maar ook nadelen (hacken).
§5.3 Globalisering

Slide 33 - Tekstslide

§5.3 Globalisering: één wereld?
BK + TL Maak de opdrachten bij §5.3.

Slide 34 - Tekstslide

SOVA

Slide 35 - Tekstslide



WERK AFMAKEN / KEUZE
Morgen, dinsdag 31 januari, zijn jullie vrij i.v.m. een studiedag!

Slide 36 - Tekstslide