B&F Spelling t.t. 2

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.

Slide 1 - Tekstslide

Klik bij de volgende video op de tekst:
Bekijk deze video in een nieuw tabblad
(dan gaat het filmpje het doen)

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.

Slide 4 - Tekstslide

Ik word ziek.
Word jij ook ziek? 
Hij beantwoordt mijn vraag niet. 

Slide 5 - Tekstslide

Ik .... de kaarten.

Slide 6 - Open vraag

Hij ..... de kaarten.
(tt schudden)

Slide 7 - Open vraag

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.

Slide 8 - Tekstslide

..... jij de kaarten?

Slide 9 - Open vraag

Mijn broer ...... mij.
(tt bevrijden)

Slide 10 - Open vraag

Zij ..... goed voor mij.
(tt zorgen)

Slide 11 - Open vraag

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd, altijd 

stam + t
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd altijd stam + t
behalve bij ik en als jij erachter staat.

Slide 12 - Tekstslide

Ik ..... mijn zusje.
(tt bevrijden)

Slide 13 - Open vraag

...... jij de hond?
(tt bevrijden)

Slide 14 - Open vraag

Mama ..... thuis.
(tt werken)

Slide 15 - Open vraag

Papa ... ook aan het werk
(tt zijn)

Slide 16 - Open vraag

....... hij naar de ijsbeer?

Slide 17 - Open vraag

Ik ..... het leuk om jullie in Teams te zien.
(tt vinden)

Slide 18 - Open vraag

Jullie...... hard!
(tt werken)

Slide 19 - Open vraag

De juf..... van lesgeven.
(tt houden)

Slide 20 - Open vraag

...... jij in de modder?
(tt zwemmen)

Slide 21 - Open vraag

De meesters.......... over de sloot
(tt springen)

Slide 22 - Open vraag