woorden en derde declinatie

woorden en 3e declinatie
ken je nu de woordjes?
en snap/ken je de 3e declinatie?
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Klassieke TalenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

woorden en 3e declinatie
ken je nu de woordjes?
en snap/ken je de 3e declinatie?

Slide 1 - Tekstslide

3e declinatie

Slide 2 - Woordweb

ὁ μαρτυρ, μαρτυρος
A
de moeder
B
de hand
C
de getuige
D
het ding

Slide 3 - Quizvraag

Waarom leer je : ὁ μαρτυρ,μαρτυρος (dus de genitivus erbij)

Slide 4 - Open vraag

ὁ κηρυξ
ὁ ἀγων 
το ὀνομα

Slide 5 - Sleepvraag

το ὀνομα is de nominativus. Hoe ziet de dativus meervoud er dan uit?
A
τωι ὀνοματωι
B
τωι ὀνοματι
C
τοις ὀνομασι
D
τους ὀ ονομασι

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent πατρος?
A
van de vader
B
voor de vader
C
de vader (onderwerp)
D
de vaders (l.v.)

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is dit?

Slide 8 - Open vraag

Welke Griekse woorden zijn op dit plaatje van toepassing?
ὁ ἀνηρ
το σωμα
ὁ παις
ἡ χειρ

Slide 9 - Sleepvraag

Hoe ziet de dativus enkelvoud eruit van ὁ παις?
A
παιδος
B
παιδι
C
παιδωι
D
παιδα

Slide 10 - Quizvraag

Hoe ziet het lidwoord van deze vorm eruit?
A
B
του
C
τωι
D
τοις

Slide 11 - Quizvraag

dativus
nominativus
genitivus
accusativus
κηρυκων
ανδρας
μητρι
αγων
μαρτυρος
πατερσι
γυναικα

Slide 12 - Sleepvraag

Wat betekent dit woord?

Slide 13 - Open vraag

Welk woord past het beste bij deze 3 plaatjes?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Woordweb

Welke vorm is γεροντας?
A
nom ev
B
gen ev
C
nom mv
D
acc mv

Slide 16 - Quizvraag

vragen?

Slide 17 - Open vraag