licht donker

(Koolstof) assimilatie of fotosynthese
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

(Koolstof) assimilatie of fotosynthese

Slide 1 - Tekstslide

De zuurstof die wordt vrijgemaakt bij de fotosynthese, is voor ons van levensbelang.
A. Tijdens welke reactie van de fotosynthese wordt die zuurstof vrijgemaakt?
B. En van welke moleculen is die zuurstof afkomstig?
A
A. Donker reactie B. CO2
B
A. Donker reactie B. H2O
C
A. Licht reactie B. CO2
D
A. Licht reactie B. H2O

Slide 2 - Quizvraag

Wat gebeurt er met het gewicht van een individu als in de cellen meer assimilatie dan dissimilatie plaatsvindt?
A
gewicht neemt toe
B
gewicht blijft gelijk
C
gewicht neemt af

Slide 3 - Quizvraag

Kringlopen in een systeem
In de afbeelding is schematisch weergegeven: de koppeling van de kringloop van koolstof aan de kringloop van zuurstof, de kringloop van zwavel, de kringloop van stikstof en de CO2/CH4-kringloop. De koolhydraten in de koolstofkringloop worden aangegeven door de formule 'CH2O'. De pijlen geven (groepen van) stofwisselingsprocessen aan.

Slide 4 - Tekstslide

Wat wordt er geproduceerd tijdens de lichtreactie?
A
ATP
B
NADH,H+
C
Zuurstof
D
Zowel ATP, NADH,H+ en zuurstof

Slide 5 - Quizvraag

Lichtreactie: Lichtenergie wordt vastgelegd in energierijke stoffen (ADP en NADP --> ATP en NADPH,H+).

  • In chlorofylmoleculen worden energierijke elektronen gevormd
  • Chlorofyl draagt deze elektronen over aan elektronenacceptoren ADP en NADP
  • Watermoleculen splitsen hierbij in waterstof en zuurstof

Donkerreactie: Uit CO2 moleculen worden glucose moleculen gebouwd.

  • Energie die hiervoor nodig is wordt geleverd door ATP en NADPH,H+ (uit de lichtreactie)
  • Voor de donker reactie is geen licht nodig
  • Donkerreacties vinden aansluitend op de lichtreacties plaats

Slide 6 - Tekstslide

Energiedragers: ATP, NAD+ of NADP+
of zonlicht dus in bladgroenkorrel of mitochondriën

Fosforylering (Binding van P)

Slide 7 - Tekstslide

Dissimilatie is...
A
Afbraak van organische moleculen
B
Afbraak van anorganische moleculen
C
Opbouw van organische moleculen
D
Opbouw van anorganische moleculen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het doel van de donkerreactie?

Slide 9 - Open vraag

Welke twee van de in de afbeelding aangegeven processen p, q, r en s, kunnen plaatsvinden in cellen van de mens? (De koolhydraten in de koolstofkringloop worden aangegeven door de formule 'CH2O'.)
A
p en q
B
r en s
C
p en r
D
q en s

Slide 10 - Quizvraag

Ik beheers de stof van BS 1 over a. organisch/anorganisch, b. assimilatie/dissimilatie en c. energiedragers
Ja, a, b en c
a en b
alleen a
alleen b
alleen c
a en c
b en c
geen van allen

Slide 11 - Poll

Wat is een ander woord voor koolstofassimilatie?

Slide 12 - Open vraag

Uit welke twee processen / reacties bestaat fotosynthese?

Slide 13 - Open vraag

‘Longen van de aarde’
De term ‘longen van de aarde’ voor gebieden als het Amazonegebied spreekt erg tot de verbeelding. Hierdoor zijn er mensen die de gevolgen van ontbossing in deze gebieden op hun eigen zuurstofbehoefte betrekken.
Planten verkrijgen hun biomassa door fotosynthese. Welke stof draagt het meeste bij aan de toename van de biomassa van een plant?
A
H2O
B
CO2
C
O2

Slide 14 - Quizvraag

Juist of onjuist?
'In de lichtreactie wordt met behulp van lichtenergie glucose gevormd'
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quizvraag

2 reactie-ketens: Licht- & donkerreacties
Lichtreactie in thylakoïdmembraan door lichtenergie (zon):
PS II: 
H2O --> 1/2 O2 + 2 H+ e-
Door e- ook H+ in lumen --> 
[H+ lumen hoog] --> stroomt eruit naar stroma: --> 
1. ATP-synthase --> ATP 
en 2. PS I: 
NADP reductase + 2e + 2 H+
 --> NADPH,H+
Huidmondje of mitochondriën
Bruto donker reactie in stroma:
6 CO2 + 12 H2O + 18 ATP + 12 NADPH,H+ --> 
C6H12O6 + 6 O2 + 6 H2O + 18 NADP + 18 ADP + 18 P 

Slide 16 - Tekstslide

In het thylakoïd is er een hoge concentratie aan waterstofionen. Waar komen deze ionen vandaan?
A
H2O
B
NADH
C
NADH,H+
D
Het is er altijd al

Slide 17 - Quizvraag

Welke processen vinden plaats in producenten?
A
alleen dissimilatie
B
alleen assimilatie
C
dissimilatie en assimilatie
D
geen van allen

Slide 18 - Quizvraag

Mitochondriën

Slide 19 - Tekstslide

ANORGANISCH
ORGANISCH
Energierijk
Gebruikt door autotrofen
Gebruikt door reducenten
Energie arm
Grote moleculen
Kleine moleculen
DNA
Nitraat
Ontstaan door koolstof assimilatie
Ontstaan door dissimilatie
ADP
ATP
Fosfaat P
Enzymen

Slide 20 - Sleepvraag

Wat is dissimilatie?
A
Verbranding
B
Fotosynthese
C
Opbouwen van stoffen
D
Afbraak door reducenten

Slide 21 - Quizvraag

Het proces dat in de reactievergelijking hiernaast is weergegeven is een voorbeeld van..
A
assimilatie
B
dissimilatie

Slide 22 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de zuurstof die ontstaat bij de lichtreactie?
A
wordt gebruikt voor dissimilatie
B
verdwijnt via het huidmondje uit de plant
C
wordt weer terug gevormd tot water

Slide 23 - Quizvraag

Th 3 Stofwisseling - BS 1 - 5 Herhalen
V5

Slide 24 - Tekstslide

Bij dit proces is energie nodig
A
Assimilatie
B
Dissimilatie

Slide 25 - Quizvraag

Welke organismen voeren dissimilatie uit?
A
Alleen heterotrofe organismen
B
Alleen autotrofe organismen
C
Alleen reducenten
D
Alle organismen

Slide 26 - Quizvraag

De verbranding van glucose is een voorbeeld van...
A
koolstofassimilatie
B
stikstofassimilatie
C
voortgezette assimilatie
D
dissimilatie

Slide 27 - Quizvraag

Chemosynthese
Maakt gebruik van energie uit anorganische stoffen als waterstofsulfide ( H2S) of ammoniak (NH3)

Slide 28 - Tekstslide

Zuurstof is een restproduct van...
A
lichtreactie
B
calvincyclus
C
dissimilatie
D
sapstroom

Slide 29 - Quizvraag

Thylakoïd
Stroma

Slide 30 - Tekstslide

Uit welke twee reacties bestaat fotosynthese?
A
lichtreactie en dissimilatie
B
energievorming en Calvincyclus
C
lichtreactie en Calvincyclus
D
energievorming en dissimilatie

Slide 31 - Quizvraag

De term ‘longen van de aarde’ om aan te geven dat regenwouden zuurstof produceren, is biologisch gezien onzin. In verband hiermee worden over het stabiele stadium van het regenwoud de volgende beweringen gedaan. Geef aan of ze juist of onjuist zijn:
Juist

Onjuist

1. Als er geen toename is van de totale biomassa, is er geen netto productie van O2.
2. ’s Nachts geven de bomen er CO2 af door de donker reactie van de fotosynthese die dan plaatsvindt
3. De reducenten in het regenwoud produceren meer koolstofdioxide bij de dissimilatie dan de producenten verbruiken bij de koolstofassimilatie.

Slide 32 - Sleepvraag