1 Het streven van vorsten naar absolute macht.
2 Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast
op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek,
economie en sociale verhoudingen.
3 De democratische revoluties in westerse landen met als
gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en
staatsburgerschap.