Woordsoorten: Lidwoorden

LIDWOORDEN
de
het
een
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

LIDWOORDEN
de
het
een

Slide 1 - Tekstslide

Een lidwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord!

Een zelfstandig naamwoord is 
een dier, een ding of een mens.

Er zijn 3 lidwoorden: de, het, een

HET LIDWOORD

Slide 2 - Tekstslide

lidwoorden:  de  en  het

Het is duidelijk wie of wat je bedoelt:

de fiets, het huis, het paard, ...
LIDWOORD

Slide 3 - Tekstslide

een

Het is dan niet duidelijk.

een fiets, een huis, een paard, ...
EEN LIDWOORD

Slide 4 - Tekstslide

de muis
de deur

het huis
het raam

het meisje
het boekje

de muizen
de deuren

de huizen
de ramen

de meisjes
de boekjes

Slide 5 - Tekstslide

het
de

Slide 6 - Sleepvraag

de of het??


Als je het niet zeker weet, 
dan kies je 'de'.

Slide 7 - Tekstslide

familie
A
de
B
het

Slide 8 - Quizvraag

gezin
A
de
B
het

Slide 9 - Quizvraag

meisje
A
de
B
het

Slide 10 - Quizvraag


jongen
A
de
B
het

Slide 11 - Quizvraag


jongetje
A
de
B
het

Slide 12 - Quizvraag

huisje
A
de
B
het

Slide 13 - Quizvraag

huis
A
de
B
het

Slide 14 - Quizvraag


voetballer
A
de
B
het

Slide 15 - Quizvraag

kat
A
de
B
het

Slide 16 - Quizvraag

visje
A
de
B
het

Slide 17 - Quizvraag

vis
A
de
B
het

Slide 18 - Quizvraag

paard
A
de
B
het

Slide 19 - Quizvraag

pony
A
de
B
het

Slide 20 - Quizvraag

konijn
A
de
B
het

Slide 21 - Quizvraag

haas
A
de
B
het

Slide 22 - Quizvraag

hond
A
de
B
het

Slide 23 - Quizvraag

honden
A
de
B
het

Slide 24 - Quizvraag

hondje
A
de
B
het

Slide 25 - Quizvraag

lucht
A
de
B
het

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Video