Economisch bekeken - H5.2 Leven in armoede (K)



5.2 Leven in armoede (K)



1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les



5.2 Leven in armoede (K)



Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van deze paragraaf kun je:
  • uitleggen waardoor ontwikkelingslanden arm zijn.
  • uitleggen wat de samenhang is tussen bevolkingsgroei en welvaart. *

Wat gaan we leren?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een ontwikkelingsland, zoals
      Mozambique, is een land waar de
      inkomens en productie laag zijn. 
  • Met andere woorden: Het
      gemiddelde inkomen is laag en er
      wordt weinig gemaakt.

Ontwikkelingsland

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Een laag inkomen per hoofd van
      de bevolking.

  • Een ongelijke inkomensverdeling
  • Veel werkloosheid
  • Ondervoeding
  • Analfabetisme
  • Beperkte technische ontwikkeling
  • Een eenzijdige economie:
     landbouw.

  •  
Wat zijn de kenmerken van een ontwikkelingsland?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De armoedegrens is het inkomen
      dat door de Verenigde Naties
      wordt gezien als een absoluut
      minimum om van te leven.
  • Op dit moment is dat $ 1,90 per
      dag (€ 1,76).
  • 1,4 miljard mensen leven onder
      deze grens (Amnesty
       International, 2015).
Armoedegrens

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Koopkracht is de hoeveelheid
      producten die je kunt kopen van
      je geld.
  • Met andere woorden: Hoeveel
      spullen kan ik kopen voor 1 euro?
Koopkracht

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ondervoeding betekent
      onvoldoende voeding en/of
      eenzijdige voeding.
Ondervoeding

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Analfabetisme is het percentage van de
      bevolking boven de 15 jaar dat niet kan
      lezen of schrijven.
  • Een analfabeet is iemand die niet kan lezen
      of schrijven.


Analfabetisme (analfabeet zijn)
Ongeveer 2,5 miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen, rekenen en het gebruiken van een computer of smartphone (Rijksoverheid, 2022)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Inkomensverdeling is de manier
      waarop het totale inkomen van
      een groep personen is verdeeld
      over deze personen.
  • Vraag: Hoe ziet dit eruit in
      ontwikkelingslanden?
  • Een klein aantal inwoners is rijk
      De overige inwoners zijn
      straatarm.


Inkomensverdeling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Nationaal inkomen is het totaalbedrag van alle inkomens in een land (hetzelfde als het BBP uit het vorige hoofdstuk).

  • Het nationaal inkomen per hoofd van de
     bevolking is het gemiddeld jaarinkomen per
     persoon in een land.
Nationaal inkomen (per hoofd van de bevolking)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Er is armoede.
  • Daarom wordt er weinig uitgegeven (lage
      bestedingen).
  • Er is weinig vraag naar producten.
  • De lage bestedingen leiden tot
      een lage productie.
  • Een lage productie leidt weer tot
      werkloosheid.
  • Een stijging van de werkloosheid
      leidt tot meer armoede. 
De vicieuze cirkel van armoede *

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

EXAMENOPGAVE
timer
2:00
D

Slide 13 - Tekstslide

D