La répétition Chapitre 5

PW
Chapitre 5
- Vocabulaire (A-B-E-F)
- La négation (D)
- Poser une question (H)
- Phrases clés (C - G)

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

PW
Chapitre 5
- Vocabulaire (A-B-E-F)
- La négation (D)
- Poser une question (H)
- Phrases clés (C - G)

Slide 1 - Tekstslide

Test diagnostique grammaire

Slide 2 - Tekstslide

J'ai mal au ventre
J'ai mal aux pieds
J'ai mal au nez.

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe zeg je?
Zij heeft buikpijn.
A
Elle a mal au genou.
B
Elle a mal au ventre.
C
Elle a mal à la genou.
D
Elle a mal aux ventre.

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vertaal je: Jij eet niets.
A
Tu ne manges rien.
B
Tu ne manges pas encore.
C
Tu manges rien.
D
Tu ne manges plus.

Slide 5 - Quizvraag

Geef ontkennend antwoord op de vragen. Gebruik de ontkenning tussen haakjes en maak hele zinnen.
Tu es souvent malade?
Non, je (nooit) _______________

Slide 6 - Open vraag

Geef ontkennend antwoord op de vragen. Gebruik de ontkenning tussen haakjes en maak hele zinnen.
Vous avez mangé quelque chose?
Non, nous (niets) _____________________

Slide 7 - Open vraag

Hij vindt voetballen niet meer leuk.
A
Il n'aime plus le foot
B
Il n'aime jamais le foot
C
Il n'aime rien le foot
D
Il n'aime pas le foot

Slide 8 - Quizvraag

l'oeil
le bras
le pied
le dos
le genou
le ventre
la tête
het oog
de rug
de voet
de buik
de knie
de arm
het hoofd

Slide 9 - Sleepvraag

Les questions
Deux types de questions

Slide 10 - Tekstslide

pourquoi
A
wie
B
waarom
C
waar
D
wanneer

Slide 11 - Quizvraag

combien
A
wanneer
B
waarom
C
hoeveel
D
waar

Slide 12 - Quizvraag

la télé / vous / est-ce que / regardez

Slide 13 - Open vraag

mangé / tu / pourquoi / le biscuit / as / est-ce que

Slide 14 - Open vraag

Test diagnostique vocabulaire

Slide 15 - Tekstslide

de vis=

Slide 16 - Open vraag

rust uit=

Slide 17 - Open vraag

beginnen=

Slide 18 - Open vraag

bezig zijn met=

Slide 19 - Open vraag

toujours=

Slide 20 - Open vraag

le bisou=

Slide 21 - Open vraag

le corps=

Slide 22 - Open vraag

verslaafd=

Slide 23 - Open vraag

zwemmen=

Slide 24 - Open vraag

winnen=

Slide 25 - Open vraag

evenwichtig(m)=

Slide 26 - Open vraag

steeds meer=

Slide 27 - Open vraag

les réseaux sociaux=

Slide 28 - Open vraag

partout=

Slide 29 - Open vraag

faire attention=

Slide 30 - Open vraag

mieux=

Slide 31 - Open vraag

le conseil=

Slide 32 - Open vraag