2vwo Spelling les 2: leestekens

2vwo Spelling les 2: leestekens
Welkom klas 2vwo
Doe de telefoon in de telefoontas.
Pak je schrift, boek, leesboek/mindmap
Log in bij lessonup.app
Geen laptop mee = wisbordje pakken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

2vwo Spelling les 2: leestekens
Welkom klas 2vwo
Doe de telefoon in de telefoontas.
Pak je schrift, boek, leesboek/mindmap
Log in bij lessonup.app
Geen laptop mee = wisbordje pakken

Slide 1 - Tekstslide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kunt de komma, punt, puntkomma en de dubbele punt correct gebruiken in een zin.
Hoe bereik je dit doel:
Lezen
Herhaling werkwoordspelling: pvtt en pvvt
Wat weet je al van de leestekens?
Uitleg leestekens
Oefenen
Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
10 minuten lezen.
Boek uit? Werken aan de mindmap
Welke leerling moet nog een uitleg krijgen?
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Na lang aarzelen (aanvaarden) hij gisteren toch de nieuwe functie.

Slide 4 - Open vraag

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: Je (beledigen) hem als je hem een moederskindje (noemen).
Vul de werkwoorden in met een komma ertussen

Slide 5 - Open vraag

Wanneer zet je een komma?

Slide 6 - Open vraag

Wanneer zet je de dubbele punt?

Slide 7 - Open vraag

Theorie leestekens
De komma: tussen 2 persoonsvormen, na een voegwoord/signaalwoord & tussen bijvoeglijke naamwoorden. Geen komma bij de woorden of + en.
Dubbele punt: Als 2 zelfstandige zinnen met elkaar samenhangen als het een verklaring of reden wordt. Je kunt het vervangen door een komma + want.
Puntkomma: Als 2 zelfstandige zinnen sterk met elkaar samenhangen, maar je mag ook een punt zetten. Ook bij een opsomming met bolletjes of streepjes, gebruik je een puntkomma.

Let op: Na een dubbele punt & puntkomma doe je een kleine letter, behalve als de zin daarna begint met: een citaat of een naam.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeldzinnen
1. Zin met een punt: Santoz spaart voor een nieuwe hengel.
2. Zin met een komma tussen 2 pv's: Als jij te laat bent, moet je een briefje halen.
3. Zin met komma na een voegwoord: Ik wil liever nu iets eten, omdat ik erge trek heb.
4. Zin met dubbele punt: Mijn verjaardag was geslaagd: al mijn vrienden waren aanwezig.
5. Zin met puntkomma: Stef wil later chirurg worden; zijn vader werkt ook in het ziekenhuis.

Slide 9 - Tekstslide

Aanhalingstekens
  • Bij een citaat/directe rede. Let daarbij wel op de leestekens : 'Wil je de vaatwasser uitruimen?',  vroeg Iris aan haar zus.
  • Bij titels: Olivier raadt mij aan om 'Wonder' van R.J. Palacio te lezen.
  • Als je het over het woord zelf hebt en niet de betekenis: Ik vind het moeilijk om het werkwoord 'barbecueën' te spellen.
Let op: Bij de indirecte rede gebruik je geen aanhalingstekens: Mieke vroeg of ik een cadeau voor mijn vader ging kopen.


Slide 10 - Tekstslide

Oefening
Schrijf de volgende tekst over in je schrift en plaats de juiste leestekens.

In het tijdschrift Quest staat een onderzoek over kauwgom de titel luidt kauwgom niet onder tafel maar in de mond vijftig proefpersonen werken mee aan het onderzoek vijftien mannen vijftien vrouwen en twintig kinderen de resultaten zijn verbluffend kauwgom knauwen verhoogt je concentratie enorm vertelt de onderzoeker

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord
In het tijdschrift Quest staat een onderzoek over kauwgom. De titel luidt: 'Kauwgom niet onder tafel maar in de mond.' Vijftig proefpersonen werken mee aan het onderzoek: vijftien mannen, vijftien vrouwen en twintig kinderen. De resultaten zijn verbluffend: 'Kauwgom knauwen verhoogt je concentratie enorm,' vertelt de onderzoeker.


Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk volgende les
Online opdracht: 7, 8, 10 en 11
In je boek evt.: blz. 71 en 72

De volgende les: dictee + werken aan het interviewverslag

Slide 13 - Tekstslide