Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Uitleg 'komma, dubbele punt, aanhalingstekens en puntkomma' (hfst. 5)
lesprogramma
1.leerdoel
2. uitleg over theorie hfdst. 5
3. aan de slag volgens planner
1 / 21
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
In deze les zitten
21 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
lesprogramma
1.leerdoel
2. uitleg over theorie hfdst. 5
3. aan de slag volgens planner
Slide 1 - Tekstslide
leerdoel
Na de uitleg en het maken van de opdrachten van hfdst. 5 weet je hoe je de volgende leestekens moet gebruiken:
komma, dubbele punt, aanhalingstekens en puntkomma
Slide 2 - Tekstslide
Even een makkelijk begin: Hoe heten de leestekens die hierboven staan? Sleep de juiste naam naar het juiste leesteken.
aanhalingsteken
komma
punt
puntkomma
vraagteken
Slide 3 - Sleepvraag
Niet waar
Waar
Een zin eindigt altijd met een punt.
Tussen twee persoonsvormen zet je een komma..
Als je iemand aanspreekt, zet je een uitroepteken achter zijn of haar naam.
Een uitroepteken gebruik je bij een vraag.
Aanhalingstekens gebruik je als je een stukje tekst letterlijk overneemt.
Voor woorden zoals want, maar of omdat zet je een komma.
Leestekens maken het lezen makkelijker.
Slide 4 - Sleepvraag
tekstvormen
Terug naar de lastige zin-->
dubbele punt
Aanhalingstekens
Komma
puntkomma
om aan te geven dat je het woord en niet de betekenis van het woord bedoelt.
Voor een voegwoord als 'maar', 'omdat', 'want' en 'daarom'.
Voor een opsomming die aangekondigd is
Tussen twee zinnen die bij elkaar horen.
Voor een citaat.
Om aan te geven dat iets gezegd wordt.
Slide 5 - Sleepvraag
komma
De komma is een korte pauze in een zin.
Je gebruikt een komma...
bijvoorbeeld
als je iemand aanspreekt
'Hé, wat doe jij hier?'
tussen delen van een opsomming
In de zomer ga ik fietsen, zwemmen, wandelen en raften.
voor (onderschikkende) voegwoorden als: want, maar, omdat, zoals.
In deze zin staat een komma, want er staat een voegwoord in.
tussen twee persoonsvormen
Pas toen hij dat zei, vielen de puzzelstukjes op z'n plaats.
Slide 6 - Tekstslide
Door naar de dubbele punt!
Slide 7 - Tekstslide
dubbele punt
Je gebruikt de dubbele punt bij...
bijvoorbeeld
een gedachte (let op, geen aanhalingstekens en hoofdletter!)
Elsa dacht: wat is Nederlands toch een interessant vak.
een citaat (de directe rede)
Peter zei: 'Wat is Nederlands toch een interessant vak!'
een opsomming
Ik vind de volgende vakken interessant: Nederlands, wiskunde en geschiedenis.
een uitleg of toelichting
Nederlands vind ik interessant: je leert ontzettend veel verschillende dingen.
Slide 8 - Tekstslide
'aanhalingstekens'
Je gebruikt aanhalingstekens bij...
bijvoorbeeld
bij citaten (de direte rede)
- Peter zei: 'Dat vind ik leuk!'
- 'Dat vind ik leuk', zei Peter.
- 'Dat vind', zei Peter, 'ik leuk!'
- 'Dat vind ik leuk,' zei Peter, 'dat vliegeren.'
Als het woord zelf bedoeld wordt en niet de betekenis.
Hoe spel je ook alweer 'volière'?
Als je iets spottend bedoelt.
Nou, wat was die grap 'geslaagd' zeg.
Slide 9 - Tekstslide
puntkomma
Je gebruikt een dubbele punt bij...
bijvoorbeeld
twee hoofdzinnen die sterk met elkaar samenhangen.
We hebben een slechte zomer gehad; vooral augustus was bedroevend slecht.
Je moet zo'n kuur afmaken; anders kunnen de klachten zo weer terugkomen.
een afsluiting van de onderdelen van lange opsommingen die onder elkaar staan. Na het laatste element plaats je een punt.
Dit ga ik doen:
- fietsen;
- zwemmen;
- mountainbiken.
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer gebruik je GEEN dubbele punt?
A
voor een citaat
B
tussen twee hoofdzinnen die sterk met elkaar samenhangen
C
voor een opsomming
D
voor een gedachte
Slide 11 - Quizvraag
Waardoor kun je vaak een puntkomma vervangen?
A
een komma
B
en
C
je kunt de puntkomma niet vervangen
Slide 12 - Quizvraag
Voor 'want' en 'omdat' zet je een komma.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
Voor het woordje 'en' komt ........ komma.
A
geen
B
een
Slide 14 - Quizvraag
Ik heb jarenlang kunnen, genieten van spaghetti.
Het kommagebruik in deze zin is
A
Juist
B
Onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Meervoud van komma?
A
kommaas
B
kommas
C
komma's
D
kommaa's
Slide 16 - Quizvraag
Een komma geeft aan dat:
A
er een nieuwe zin komt
B
je even moet wachten voor je verder leest
C
dat er een nieuwe alinea komt
Slide 17 - Quizvraag
Waar komen de aanhalingstekens?
A
'Wat voor smaak pizza wil jij?'
B
'Wat voor smaak pizza wil jij'?
Slide 18 - Quizvraag
In welke zin worden aanhalingstekens juist gebruikt?
A
Vergeet niet zei de docent dat de deadline 16 december is. '
B
'Vergeet niet' zei de docent dat de deadline 16 december is.
C
'Vergeet niet', zei de docent, 'dat de deadline 16 december is'.
D
'Vergeet niet,' zei de docent, 'dat de deadline 16 december is.'
Slide 19 - Quizvraag
In welke zin staan de aanhalingstekens ('...') goed?
A
Wat eet je toch weer 'gezond'! (broodje hamburger met friet).
B
Wat eet je toch weer gezond! (broodje hamburger met friet).
C
Wat eet je 'toch' weer gezond! (broodje hamburger met friet).
D
Wat eet je toch 'weer' gezond'! (broodje hamburger met friet).
Slide 20 - Quizvraag
aan de slag!
maak de startopdracht + opdr. 1 t/m 3, 6 en 9 van Spelling – hfdst. 5
Slide 21 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3VWO - H5 - Komma, dubbele punt, aanhalingstekens, puntkomma
Oktober 2023
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Spelling hoofdletters en leestekens
Juni 2019
- Les met
33 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Leestekens: van punt tot uitroepteken!
Mei 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
Lager onderwijs
leestekens: punt, komma, puntkomma en dubbele punt
Mei 2023
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Interpunctie
September 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Donderdag 23 mei Komma gebruik
Mei 2021
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Spelling H5 Komma, dubbele punt, aanhalingstekens & puntkomma
December 2022
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
PTN 3HV 7. Spelling: §6, 7 en 8
September 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3