Skills, leerjaar 2, blok 2 les 5

MTH, blok 2, les 5
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
MTHMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

MTH, blok 2, les 5

Slide 1 - Tekstslide

Het spiraaltje: IUD (Intra Uterine Device)
Een spiraaltje is een klein ankertje dat de arts in de baarmoeder plaatst.
Een spiraaltje voorkomt dat de vrouw zwanger wordt.
De vrouw kan kiezen uit een spiraal met koper of een spiraal met hormonen.

Slide 2 - Tekstslide

 De huisarts brengt een spiraal het liefst binnen een week na de eerste dag van de menstruatie in. Zo weet hij of zij namelijk zeker dat de zorgvrager niet zwanger is. Een ander voordeel is dat de baarmoedermond tijdens de menstruatie iets verder open staat. Het is daardoor makkelijker om het spiraaltje te
plaatsen. Soms kan het toch gebeuren dat de huisarts op een ander moment het spiraaltje plaatst. De huisarts moet dan eerst zeker weten dat de zorgvrager niet zwanger is.
Het IUD.
  • De huisarts brengt een spiraal het liefst binnen een week na de eerste dag van de menstruatie in. 
  • Dan is het zeker dat de zorgvrager niet zwanger is. 
  • Een ander voordeel is dat de baarmoeder-mond (portio) tijdens de menstruatie iets verder open staat.                                                                                        Het is daardoor makkelijker om het spiraaltje te plaatsen.

Slide 3 - Tekstslide

  • Bij plaatsing op een ander moment tijdens de cyclus
  • moet de arts zeker weten dat de zorgvrager niet zwanger is.

  • Aan het spiraaltje zitten 2 soepele draadjes. 
  • Die gaan door de baarmoedermond naar de vagina. 
  • Deze draadjes zijn nodig om het spiraaltje er weer uit te kunnen halen.
  • De draadjes worden tijdens de gemeenschap niet gevoeld.

Slide 4 - Tekstslide

Soorten spiraaltjes

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Koperspiraal
  • Het koperspiraaltje is een voorbehoedmiddel zonder hormonen.
  • Het is een klein dun ankertje van kunststof.
  • Het is 3 tot 4 cm lang.
  • Om het spiraaltje heen zit een dun koperdraadje.
  • De huisarts plaatst het in de baarmoeder.




Slide 7 - Tekstslide

De werking van het koperspiraaltje.
  • Geeft heel langzaam koper af.
  • Het baarmoederslijmvlies verandert hierdoor. 
  • Een bevrucht eitje kan zich daardoor niet vastmaken aan de baarmoeder.
  • De zaadcellen die de baarmoeder binnenkomen worden onvruchtbaar gemaakt.

Slide 8 - Tekstslide

De werking van het koperspiraaltje.
  • De kans op een zwangerschap met het koperspiraaltje is heel klein.
  • Van de 1000 vrouwen met een koperspiraal, worden minder dan 5 per jaar toch zwanger.
  • Als een koperspiraaltje geplaatst is dan is de vrouw vanaf dat moment tegen zwangerschap beschermd.

Slide 9 - Tekstslide

Koperspiraal
  • De menstruatie blijft na het plaatsen van het spiraal gewoon doorgaan zoals daarvoor.
  •  Het koperspiraaltje heeft meestal wel invloed op de menstruatie.
  • De vrouw kan de eerste 2 tot 3 maanden 1 of 2 dagen langer ongesteld zijn met meer bloedverlies en/of met meer pijn.

Slide 10 - Tekstslide

Het hormoonspiraaltje.
  • Het hormoonspiraaltje is een dun ankertje van kunststof. 
  • Het is ongeveer 3 cm lang. 
  • In het hormoonspiraaltje zit een hormoon: progestageen.  
  • Sinds 2016 is er ook een hormoonspiraaltje met minder hormoon erin. 
  • Met dit spiraaltje is minder ervaring. 
  • Het heeft geen voordelen boven het hormoonspiraaltje dat er al langer is.
  • Kan 6 - 8 jaar blijven zitten (afhankelijk van het soort spiraaltje).

Slide 11 - Tekstslide

De werking van een hormoonspiraaltje.
  • Het hormoonspiraaltje geeft elke dag een klein beetje hormoon af (progestageen). 
  • Dit hormoon zorgt ervoor dat het slijm aan het begin van de baarmoedermond dikker wordt. 
  • Het zaad (sperma) van de man komt daar minder goed doorheen.
  • Een bevrucht eitje kan zich niet vastmaken in de baarmoeder. 

Slide 12 - Tekstslide

De werking van een hormoonspiraaltje.
  • Er komt minder hormoon in het bloed dan bij andere voorbehoedmiddelen met hormonen. 
  • Van de 1000 vrouwen met een hormoonspiraal, worden minder dan 5 per jaar toch zwanger.   

Slide 13 - Tekstslide

De werking van een hormoonspiraaltje.
Net na het plaatsen van het spiraaltje kunnen de volgende 2 verschijnselen optreden:

  • heel vaak een klein beetje bloed verliezen
  • bloeden op een moment dat het niet verwacht wordt.

Slide 14 - Tekstslide

De werking van een hormoonspiraaltje.
Na een paar maanden treedt er vaak een verandering op: 
  • minder bloedverlies tijdens de menstruatie
  • soms blijft de menstruatie helemaal weg
  • soms toch nog wel wat bloedverlies op onverwachte momenten
Als het spiraaltje er weer uit gehaald wordt dan is de vrouw meestal snel weer regelmatig ongesteld.

Slide 15 - Tekstslide

aandachtspunten vòòr het inbrengen van een spiraal:

  • Laat de zorgvrager 1 uur voor het plaatsen een pijnstiller slikken. bijv. paracetamol (2 maal 500 mg) of Naproxen (1 maal 500 mg).
  • Laat de zorgvrager voor het plaatsen plassen als dat nodig is. Dan is de blaas helemaal leeg.

Slide 16 - Tekstslide

Aandachtspunten na het plaatsen van een spiraal:
  • Na de behandeling is het belangrijk om op de zorgvrager te letten.
  • Soms vallen vrouwen na de behandeling flauw (vasovagale collaps).
  • Om flauwvallen te voorkomen laat je de vrouw even liggen.
  • Na plaatsing is er een kleine kans dat het spiraal niet goed blijft zitten. Daarom is er na 6 weken een controle.

Slide 17 - Tekstslide