TOA Communicatie patiënten syndroom van down

TOA Communicatie patiënten syndroom van down
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

TOA Communicatie patiënten syndroom van down

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Syndroom van Down

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Syndroom van Down
Vertraging in de motorische en spraakontwikkeling
Verhoogd risico op lichte of matige verstandelijke beperking

Schildklier en huidproblemen

Ouderdomsproces verloopt sneller (ongeveer 15 jaar eerder)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Omgang met syndroom van Down
1. Personen met Downsyndroom zijn niet allemaal hetzelfde. De verschillen kunnen zelfs heel groot zijn, met name bij: het begrijpen van taal, spreken en zelfredzaamheid.
2. Gehoorverlies komt heel erg vaak voor bij jongeren en volwassenen met Downsyndroom.
3. Personen met Downsyndroom hebben vaak wat meer tijd nodig om informatie die zij hebben gehoord te verwerken.
4. Over het algemeen begrijpen mensen met Downsyndroom meer taal dan je zou verwachten op grond van de manier waarop zij spreken.



Slide 11 - Tekstslide

5. Geef bij het aanleren van iets nieuws niet te veel informatie in één keer. 
6. Mensen met Downsyndroom verwerken en onthouden visuele informatie vaak beter dan informatie die zij alleen hebben gehoord
7. Kondig gebeurtenissen en activiteiten duidelijk aan. 
8. Probeer de persoon met Downsyndroom zo leeftijdadequaat mogelijk te bejegenen.
9. Geef grenzen aan bij ongepast gedrag. 
10. Doe zo gewoon mogelijk.







Slide 12 - Tekstslide