Afsluiten H4-7

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoogtepunten van H4 t/m H7

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een base kan een H+ opnemen
Base deeltje: bv OH-, NH3, CO32-
NaOH (s) → Na+ (aq) + OH- (aq)

Een zuur kan een H3O+ afstaan
Zuur deeltje: H3O+
HCl (g) + H2O (l)→ H3O+ (aq) + Cl- (aq)

De zuurtegraad van een oplossing

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuren en basen in water

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De zuur-base reactie
  1. Schrijf op welke deeltjes aanwezig zijn.
  2. Wat is het zuur en wat is de base?
  3. Hoeveel H+ ionen kan het zuur per deeltje afstaan en hoeveel H+ ionen kan de base per deeltje opnemen?
  4. Stel de reactievergelijking op.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoutzuur + natronloog
  1. Zoutzuur = HCl, Natronloog = NaOH
  2. Deeltjes in oplossing: H+, Cl-, Na+, OH-, H2O
  3. Zuur: H+, Base: OH-
  4. Reactievergelijking: H3O+ + OH- → 2 H2O
                          

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef de reactievergelijking waarbij ammoniak reageert met salpeterzuur.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef de reactievergelijking waarbij een overmaat zoutzuur reageert met een natriumcarbonaat oplossing

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botsende-deeltjes model
Ineffectieve botsing:
Er vindt géén reactie plaats
Effectieve botsing:
Er vindt wel een reactie plaats

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het evenwicht in beeld
1 A  ⇄ 1 B

  • S1 geeft snelheid van de heengaande reactie weer.
  • S2 geeft snelheid van de teruggaande reactie weer.
  • Op t2 is het evenwicht ingesteld. Dit noemen we de insteltijd

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstoring van evenwicht
Wat vind het evenwicht daarvan?
Effect op evenwicht
Temperatuur omhoog
Het is hier veel te heet, de temperatuur moet weer omlaag!
Reactie beweegt naar de endotherme kant
Druk vergroten
Wat een drukte met al die deeltjes in die kleine ruimte! Snel wat aan doen
Het evenwicht beweegt in de richting van de minste deeltjes.
Verdunning
Ik ben deeltjes kwijt, dat klopt niet! Er moeten weer deeltjes terug!
Het evenwicht beweegt in de richting van de meeste deeltjes.
Concentraties links verhogen
Jullie waren er net nog niet! Nu zijn we met teveel. Hup, reageren!
Reactie beweegt naar rechts
Wegnemen van reactieproduct
Heb ik net zo hard gewerkt om de boel in balans te krijgen, loopt FeSCN2+weg! Snel weer maken.
Reactie beweegt naar rechts
Een evenwicht zal er alles aan doen om de verstoring zoveel mogelijk tegen te gaan (voorkomen)  
Fe3+(aq) + SCN- (aq)   ⇄    FeSCN2+ (aq)
Kleurloos                        Donkerrood

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met aan een evenwicht: 
de concentratiebreuk (Q) & evenwichtsconstante (k)
Als het evenwicht is ingesteld verandert de evenwichtsconstante K niet meer

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rekenen met aan een evenwicht: 
de concentratiebreuk (Q) & evenwichtsconstante (k)
Als het evenwicht is ingesteld verandert de evenwichtsconstante K niet meer

Alleen gas (g) en oplossing (aq) komen terug in de concentratiebreuk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabel 
Handige tabellen bij evenwicht

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nog een oefening
Jood gas reageert met waterstof gas tot waterstofjodide.
Dit is een evenwichtsreactie. De beginconcentraties van beide gassen is 1,5M

Bereken de concentratie HI na het instellen van het evenwicht (T=298K)

Slide 21 - Tekstslide

Ik voeg Fe3+ toe
Het evenwicht wil voorkomen dat de concentratie Fe3+ omhoog gaat dus...... 

Jood gas reageert met waterstof gas tot waterstofjodide.
Dit is een evenwichtsreactie. De beginconcentraties van beide gassen is 1,5M

Bereken de concentratie HI na het instellen van het evenwicht (T=298K).
Geef je antwoord in 3 cijfers achter de komma

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Nog een oefening
Stap 1: Reactie vergelijking
I2 (g) + H2 (g) ⇆ 2 HI (g)

 

Slide 23 - Tekstslide

Ik voeg Fe3+ toe
Het evenwicht wil voorkomen dat de concentratie Fe3+ omhoog gaat dus...... 

Nog een oefening
Stap 1: Reactie vergelijking
I2 (g) + H2 (g) ⇆ 2 HI (g)

Stap 2:
Invullen wat gegeven is
I2
H2
HI
verhouding
1
1
2
Begin
1,5M
1,5M
0M
Overgang
Evenwicht

Slide 24 - Tekstslide

Ik voeg Fe3+ toe
Het evenwicht wil voorkomen dat de concentratie Fe3+ omhoog gaat dus...... 

Nog een oefening
Stap 1: Reactie vergelijking
I2 (g) + H2 (g) ⇆ 2 HI (g)

Stap 2:
Invullen wat gegeven is

Stap 3:
evenwichtsconstante

Waar vind ik die K? BINAS: 8,7 .102 


K = 
(H2)(I2)(HI)2

Slide 25 - Tekstslide

1 vergelijking met 1 onbekende!
Nog een oefening
Stap 1: Reactie vergelijking
I2 (g) + H2 (g) ⇆ 2 HI (g)

Stap 2:
Invullen wat gegeven is

Stap 3:
evenwichtsconstante

Stap 4: wiskundig invullen BOE tabel 
            (getallen die gevraagd worden)

I2
N2
HI
verhouding
1
1
2
Begin
1,5M
1,5M
0M
Overgang
 -x
- x
+2x
Evenwicht
1,5 - x
1,5 - x
2x

Slide 26 - Tekstslide

1 vergelijking met 1 onbekende!
Nog een oefening
Stap 1: Reactie vergelijking
I2 (g) + N2 (g) ⇆ 2 HI (g)

Stap 2:
Invullen wat gegeven is

Stap 3:
evenwichtsconstante

Stap 4: wiskundig invullen BOE tabel (getallen die gevraagd worden)

Stap 5: K verder uitwerken om x uit te rekenen

1,8.102 =
(1,5x)(1,5x)(2x)2

Slide 27 - Tekstslide

1 vergelijking met 1 onbekende!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabel 45A: oplosbaarheid
Tabel 66A: Triviale namen
Tabel 66B: namen van ionen
Handige tabellen bij zouten

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hydraten
CaSO. 2H2O molecuul
2 moleculen water voor elke CaSO
Let op de lading en daarmee de oriëntatie van het water molecuul
CuSO4 · 5 H2O              ⇄          CuSO4 + 5 H2O
In vochtige omgeving                   In droge omgeving
Blauw                                          Wit

CuSO4 · 5 H2O → 5H2O (l) + Cu2+(aq) + SO42-(aq) 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2 verschillende polen: δ- en δ+ (samen neutraal)

Een dipoolmolecuul: een molecuul dat aan de ene kant een ẟ⁺ lading heeft en aan de andere kant een ẟ⁻ lading 

Polaire binding: atoombinding waarbij het ene atoom harder aan de gemeenschappelijke elektronenpaar trekt dan het andere

Ruimtelijke structuur bepaald of een molecuul een dipool is (Heffen de polaire bindingen elkaar op (liggen ze bv in elkaars verlengde)? Dan geen dipool molecuul


Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een waterstofbrug (H-brug)

het H atoom van een −OH of −NH groep gebonden aan het O of N atoom van de −OH of −NH groep van een naburig molecuul.

Een waterstofbrug (H-brug)

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethanol en water


Het zuurstofatoom (𝜹-) trekt harder aan het gezamenlijke elektronenpaar dat het waterstofatoom (𝜹+)

Deze ladingen trekken elkaar aan en vormen een sterke binding: H-brug

Een waterstofbrug (H-brug)

het H atoom van een −OH of −NH groep gebonden aan het O of N atoom van de −OH of −NH groep van een naburig molecuul.

Een waterstofbrug in oplossing

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hydrofiel, hydrofoob en emulgator
De rol van een emulgator
- Het hydrofobe (lipofiele) deel lost op in olie
- Het hydrofiele deel lost op in water
 -Er ontstaan bolletje (mycellen): olie aan de binnenkant omringt door de emulgator

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We hebben 50 ml van een 0,2M keukenzoutoplossing.

Hoeveel ml water moet ik toevoegen om er een 0,01M oplossing van te maken?

Slide 38 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom lost NaOH goed op in water?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methaan
Water
Silaan
Kookpunt: 100oC
 kookpunt:
-161oC
Sterkste VDW bindingen
Zwakste VDW bindingen
H-brug vorming
mol.massa:   32u
mol.massa:   18u
mol.massa:   16u
Kookpunt: -112oC

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Silaan heeft de sterkste vanderwaalsbindingen (grootste mol.massa). Wel een hoger kookpunt dan methaan maar lager dan water. Dit is niet te verklaren met vanderwaalsbindingen
  • De H-bruggen in water zorgt voor een hoger kookpunt dan Silaan
  • H-bruggen zijn sterker dan vanderwaalsbindingen.

H-bruggen en VDW bindingen

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tabel 45A: oplosbaarheid
Tabel 55:   dipool moment (ongelijk aan = dipoolmolecuul)
Tabel 49:   zuren en basen
Tabel 66A: triviale namen
Tabel 66B: formules en namen (o.a. ionen)
Handige tabellen bij zuren en basen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in kookpunt
Verschil in aanhechtingsvermogen
Verschil in deeltjesgrootte
Verschil in dichtheid
Verschil in kookpunt
Verschil in oplosbaarheid
Destilleren

Indampen
Bezinken
Extraheren
Adsorberen
Filtreren

Slide 46 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies